CSE VMBO GTL 2016 1e tijdvak

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Max 3 punten
80 000 - 70 000 = 10 000 ton (gesmolten ijs)
10 000 : 80 000 x 100% 
antwoord 13(%) (of 12,5%)
1
maximumscore 3 
Als t = 19, geldt G = 20 834  
Als t = 20, geldt G = 19 200
Dit is 20 834 – 19 200 = 1634 (ton) (dus ongeveer 1600 ton)
2
maximumscore 3
 Als t = 41, geldt G = 132
Als t = 42, geldt G = –556
Het antwoord: in de (loop van de) 42e maand
4
klik op het plaatje achter de vraag voor het antwoord
3

Slide 3 - Tekstslide

maximumscore 2
(2, 0, 3)
Opmerkingen Als de haakjes vergeten zijn, hiervoor 1 scorepunt in mindering brengen. Bij alle andere antwoorden 0 scorepunten toekennen.
5
maximumscore 5 
AC=22+42=4,47...
AG = 4,47...2 + 32 = 5,38... 
Het antwoord: 5,4 (cm) 
of
AF=32+42=5 
AG=52+22=5,38...  
Het antwoord: 5,4 (cm)
6
maximumscore 5
Een bol heeft een straal van 0,5 (cm) 
De inhoud van één bol is 34 × π × 0,53 = 0,52... (cm3)
Er zitten(8×3=)24 bollen in de balk 
De inhoud van de balk 2×4×3=24(cm3) 
24 – 24 × 0,52... = 11 (cm3) (of nauwkeuriger)
7
klik op het plaatje achter de vraag voor het antwoord
8

Slide 4 - Tekstslide

maximumscore 3
In 2014 is t = 114 
Dan is A = 1,2 × 1010
Zoveel auto’s zijn er niet in Nederland, dus de formule klopt niet
9
maximumscore 3
In 1938 was er 12000 : 80000 = 0,15 (m snelweg per auto)  
In 2014 was er 2500000 : 8000000 = 0,31 (m snelweg per auto) 
Er was in 2014 meer meter snelweg per auto beschikbaar
of
In 1938 was er 80 000 : 12 000 = 6,7 (auto per m snelweg)
In 2014 was er 8000000 : 2500000 = 3,2 (auto per m snelweg)
Er was in 2014 meer meter snelweg per auto beschikbaar
10
maximumscore 3
Bij een groei van 200 000 per jaar duurt het (4 miljoen : 200 000 =) 20 jaar
Bij een groei van 2,5% per jaar: (bijvoorbeeld) 8 miljoen × 1,02517 = 12,2 miljoen 
 Het antwoord: volgens Manoe 
of 
2,5% van 8 miljoen is 200 000 auto’s (groei in het eerste jaar) 
In de volgende jaren groeit het aantal auto’s bij een groei van 2,5% per jaar jaarlijks met meer dan 200 000 1
Het antwoord: volgens Manoe
11
Klik op het plaatje achter de vraag voor het antwoord 
12

Slide 5 - Tekstslide

maximumscore 3
In de foto meten, zithoogte = 1,5 cm en hoogte tafelblad = 3,4 cm 
3,4 : 1,5 × 34 1
Het antwoord: 77 (cm) (of nauwkeuriger)
13
klik op het plaatje achter de vraag voor het antwoord
14

Slide 6 - Tekstslide

maximumscore 3
Een voorbeeld van een juiste woordformule: zithoogte = 26 + 4 × maat
Het startgetal is 26
Het hellingsgetal is 4 
De gehele formule met linkerlid
15
maximumscore 2
Een voorbeeld van een juist antwoord:
Bij maat 30 hoort een zithoogte van 146 (cm) 
Dit is veel te hoog om op te zitten
16

Slide 7 - Tekstslide

maximumscore 2

67 : 2,625 = 26 (mm) (of nauwkeuriger)

17
maximumscore 3
De omtrek is π × 67 = 210,48... (mm) 
De afstand is 210,48... : 44 = 4,78... (mm) 
Het antwoord: 4,8 (mm)
18
maximumscore 3
De straal is(67:2=)33,5(mm) 
Dit is 3,35 cm 
De oppervlakte is π × 3,352 = 35 (cm2) (of nauwkeuriger)
19
maximumscore 3
Een gat en de tussenruimte is samen (6,7 + 4 =) 10,7 (cm) breed
(98 – 4) : 10,7 = 8,7...
Het antwoord: 8 gaten 
of
Een gat en de tussenruimte is samen (6,7 + 4 =) 10,7 (cm) breed 
9 × 10,7 = 96,3 (cm), dus dan heb je nog maar 1,7 cm over tot de rand 
Het antwoord: 8 gaten

20

Slide 8 - Tekstslide

maximumscore 1

A = 4^3 = 64 (en dat is al meer dan 50)

21

maximumscore 2

A = 4^5 = 1024 (e-mails)

Het antwoord: in ronde 5


22

maximumscore 3

Ronde 5: 40 + 160 + 640 + 2560 + 10 240 = 13 640 (euro)

Ronde 6: 13 640 + 40 960 = 54 600 (euro)

Het antwoord: na ronde 6


23

Slide 9 - Tekstslide

klik op het plaatje naast de vraag voor het antwoord

24

Slide 10 - Tekstslide

klik op het plaatje voor het juist antwoord

25

klik op het plaatje naast de vraag voor het antwoord

26

B

27

Slide 11 - Tekstslide