Week 4 - 3 havo

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

Aan het einde van de les weet je wat je 

moet leren voor de toets in de toetsweek

....en we kijken al even of je dat al geleerd hebt...

Waarom doen we dit?

Voorbereiding op de toets

Wat weten we al?

Dit niet

Dit niet

Seite 118-119

Sterke ww met 'e' in stam

Bij du en er/sie/es:

'e' > 'i' of 'ie'

korte e: 

bv helfen: du hilfst

lange e: 

bv sehen: du siehst

uitzonderingen: 

geben, nehmen, treten

Sterke ww met 'a' in stam

Bij du en er/sie/es:

'a' > 'ä'

bv fallen: du fällst

Naamvallen

• alléén Dativ (3) en Akkusativ (4) 
• alléén i.c.m. voorzetsels
• denk aan je spiekbriefje!

De toets zelf

in totaal 46 punten

65% goed is een voldoende

dus bij 30 punten: 6

De toets zelf

Opgave 1 Lernecke D-N (6 Punkte)

Welches Wort passt nicht in die Reihe? Unterstreiche das Wort, das nicht passt und übersetze es ins Niederländische. 

Opgave 2 Lernecke N-D (10 Punkte)

Übersetze diese Wörter ins Deutsche.

Opgave 3 

Lernecke N-D (6 Punkte)

Welches der untenstehenden Wörter wird gesucht? Übersetze das passende Wort ins Deutsche.

Opgave 4

Grammatik: Verben (6 Punkte)

Lies den Text und ergänze die richtige Form des Verbs. 

Opgave 5

Grammatik: Fälle (6 Punkte)

Notiere in der Tabelle die Präposition und den dazugehörigen Fall. Schreibe dann die richtige Endung auf.

Es regnet seit ein___ Tag.

1: seit +3

2: einem

Opgave 6

Plauderecke (12 Punkte)

Übersetze die Fragen und Antworte auf Deutsch.

Breakout rooms

• check of duidelijk is wat je moet leren
• check of je weet hoe je de digitale hulpmiddelen moet gebruiken
• als je nog vragen hebt, stel ze als ik je digitaal bezoek