Woordsoorten:
1. Zelfstandig naamwoord (zn): mens, dier, plant, ding of gevoel
2. Lidwoord (lw): de, het, een
3. Zelfstandig werkwoord (zww): belangrijkste werkwoord in de zin
4. Hulpwerkwoord (hww): komen voor in een zin met meerdere werkwoorden
5. Bijvoeglijk naamwoord (bn): zegt iets over het zelfstandig naamwoord
6. Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw): wijst iets aan
7. Vragend voornaamwoord (vr.vnw): stellen een vraag
8. Onbepaald voornaamwoord (onbep.vnw):
9. Voorzetsel (vz):
10. Bijwoord (bw):