Bloed

Basisstof 1: BLOED
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 1: BLOED

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat bloed? 
Bloed bestaat uit:
  1. Bloedplasma (55%)
  2. Bloedcellen & bloedplaatjes (45%)

Als bloed 'bezinkt' splitst het zich.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplasma
Bloedplasma bestaat uit:
  1. Plasma- eiwitten (7%) 
  2. Water (91%)
  3. Opgeloste stoffen (2%)
o.a
Hormonen, antistoffen, enzymen, voedingsstoffen, afvalstoffen.
Fibrogeen
een plasma-eiwit dat zorgt voor bloedstolling, bijvoorbeeld als je een wondje hebt. 
onder andere, vetten, eiwitten, mineralen koolhydraten
Koolstofdioxide

Slide 5 - Tekstslide

We gaan nu kijken naar bloedplasma, dit het doorzichtige gedeelte van bezonken bloed. het bestaat voor het grootste gedeelte uit water. Hierin zijn een aantal stoffen opgelost. Je kan het een beetje vergelijken met thee, een hoop water met wat andere stofjes er in. 7% daarvan zijn plasma eiwitten. Je moet er hier 1 van kennen. Dit is firbogeen en deze helpt als je een wondje hebt om te zorgen dat het dichtgaat. 

Dan zijn er nog opgeloste stoffen in het bloedplasma. Dit kunnen een aantal verschillende dingen zijn. zoals antistoffen, enzymen, voedingstoffen en afvalstoffen. Belangrijk is dat je weet dat voedingsstoffen uit je voeding komen (glucose, vetten, vitamine etc.) en afvalstoffen ontstaan bij verbranding dus dit is koolstofdioxide. 
Bloedplasma
Vervoeren stoffen
  • voedingsstoffen
  • eiwitten: bijvoorbeeld antistoffen
  • zuurstof
  • afvalstoffen: bijvoorbeeld koolstofdioxide 
  • warmte 
  • opgeloste stoffen: medicijnen en hormonen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet je bloed?
Bloed zorgt voor transport, brengt stoffen van de ene plek naar de andere in je lichaam. 
Bijvoorbeeld:
  1. Zuurstof & Koolstofdioxide
  2. Voedingstoffen & afvalstoffen
  3. Verspreid warmte

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In de zwart gekleurde delen van 
het skelet zit rood beenmerg.
Bloedcellen ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg.
Bloedcellen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rode bloedcellen
  • Ronde schijfjes
  • Geen celkern
  • Zuurstof transport
  • Bevat rode kleurstof hemoglobine
  • Zorgt voor transport van zuurstof en koolstofdioxide 
  • Komen veel voor: 1 druppel bloed bevat 5 miljoen rode bloedcellen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen
  • Hebben een celkern
  • Hebben geen vaste vorm,    kunnen daardoor overal komen.
  • Zoeken naar indringers vernietigen deze.
  • Vaak gaat witte bloedcel hierbij dood (= pus).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen ....
  1. Per druppel ongeveer 7000 witte bloedcellen.
  2. Hebben geen vaste vorm en kunnen daardoor door de wanden van de bloedvaten.
  3. Bestrijden ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen.
  4. Als ze veel bacteriën en virussen doden ontstaat er pus of etter.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben witte bloedcellen geen vaste vorm?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedplaatjes ...
  1.  zijn geen bloedcellen maar stukjes daarvan 
  2. hebben geen celkern.
  3. Ongeveer 300.000 per druppel
  4. kleven aan beschadigde bloedvaten, en activeren dan fibrogeen. Fibrinogeen wordt dan  fibrine. Dit maakt draden waardoor als het droogt een korstje ontstaat.



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedstolling
De bloedplaatjes kleven vast aan de wand en vormen een bloedpropje.

Uit het beschadigde weefsel en uit de bloedplaatjes komen stoffen vrij. 

Uiteindelijk leidt dit ertoe dat fibrinogeen wordt omgezet in fibrine.

Fibrine vormt een netwerk van draden dat de wond afsluiten (bloedstolsels).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak de opdrachten van 7.1
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies