Les prehistorie (Drenthe)

Geschiedenis: De tien tijdvakken
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis: De tien tijdvakken

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak: Jagers en boeren

Slide 2 - Tekstslide




Jagers 
en Verzamelaars

Slide 3 - Tekstslide

Prehistorie
  • Historie = geschreven geschiedenis

  • Pre = voor 


  • Tijd vóór dat mensen konden schrijven 

Slide 4 - Tekstslide

Nederland toen
Nederland nu

Slide 5 - Tekstslide

Gletsjers in Nederland, in Saale ijstijd, 
150.000 jr
geleden

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Saale-ijstijd
Het landschap van Drenthe is ontstaan aan het einde van de Saale-ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden. Toen ploegde een ijsstroom door de Noord-Nederlandse bodem, met de kaarsrechte en evenwijdige ruggen (‘megaflutes’) van De Hondsrug als resultaat. Je vindt er ook pingoruïnes. Dit zijn kraters die zijn ontstaan in de ijstijd. De Hondsrug telt er honderden, inmiddels staan ze vol water en zijn het vennetjes.

Neanderthalers en mammoeten
De eerste ‘menselijke’ sporen gaan óók terug tot de ijstijd. Bij Drouwen en Anderen zijn vuistbijlen gevonden van neanderthalers, de voorlopers van de mens. Zij jaagden op mammoeten en wolharige neushoorns. De bijlen zijn vermoedelijk 120.000 jaar oud. Mammoetbotten zijn gevonden bij het Oranjekanaal, Orvelte en de Wapserveense Aa (bij Nijensleek).

De moderne mens
Na de laatste ijstijd (10.000 voor Christus) kwamen rendierjagers naar het Hondsruggebied. Net als wij behoorden ze tot de moderne mens. Deze rendierjagers lieten haardplaatsen en van allerlei gereedschappen achter, die je allemaal nog kunt bekijken. Rond 3.400 voor Christus kwamen de eerste ‘vaste’ bewoners in het gebied: het Trechterbekervolk. Dit volk werd het bekendst om de manier waarop ze hun doden begroeven. Dit deden ze namelijk in grafkelders, ofwel hunebedden.


Slide 8 - Tekstslide

Prehistorie wordt verdeeld in drie tijdvakken.
Jagers en verzamelaars leefden in de steentijd

Slide 9 - Tekstslide

Hoe leefden jagers en verzamelaars?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

De hunebedden in Drenthe zijn tussen 3350 en 3030 vr. Chr. gebouwd door landbouwers die behoorden tot de Trechterbekercultuur. Deze naam verwijst naar trechtervormige bekers van aardewerk die in de hunebedden zijn gevonden. Zij gebruikten hiervoor de reusachtige zwerfkeien, van soms wel 20.000 kilo, die tijdens de ijstijden door het landijs vanuit Scandinavië naar Nederland zijn vervoerd.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Karakteristiek voor het Drentse zandlandschap zijn de vele grafheuvels. Deze glooiingen in het landschap van tussen de 5 tot 25 meter breed en maximaal 2,5 meter hoog, stammen uit de late Steentijd, vroege Bronstijd en IJzertijd. Ze zijn opgeworpen van zand en plaggen, om het graf van één of meerdere personen te bedekken. De met mos en gras overgroeide heuveltjes vind je vaak in groepen bij elkaar: een grafveld. 

Afhankelijk van de tijdsperiode, bedekte een grafheuvel asresten van een lijkverbranding, een grafkist met begraving of een urn met crematieresten. Oorspronkelijk waren veel grafheuvels omgeven door een of meer ringsloten, paalkransen, steenkransen of ringwalletjes. Sommige heuvels werden slechts eenmaal gebruikt, andere werden hergebruikt. Een grafheuvel kan dus een of meer begravingen bevatten.

Rituele plekken
De doden konden in het graf vergezeld zijn van grafgiften. Waarschijnlijk werden deze meegegeven voor het leven in het hiernamaals. Mannen hadden hun wapens en gereedschappen bij zich. Vrouwen werden vergezeld door sieraden van goud, brons of barnsteen. Beide graven bevatten ook aardenwerken potten waarin waarschijnlijk voedsel heeft gezeten. De laatste jaren worden er steeds meer aanwijzingen gevonden dat de grafheuvels niet alleen dienden als laatste rustplaats, maar dat het belangrijke rituele plekken waren binnen de prehistorische gemeenschappen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De kano van Pesse (ook wel boot van Pesse) is voor zover bekend de oudste ontdekte boot ter wereld. C14-datering heeft aangetoond dat deze boomstamkano dateert tussen 8200 en 7600 v.Chr.

Kenmerken
De afmetingen van deze kano bedragen 298 cm × 44 cm. Het hout van de boot is van een grove den. Met behulp van een vuurstenen of hertshoornen bijl is de boom omgehakt en de boomstam uitgehold. De kano is zo lang bewaard gebleven omdat hij was weggezakt in een rivierbedding in een venige bodem.

Bij graafwerkzaamheden voor de A28 aan de zuidkant van het dorp Pesse, iets ten noorden van Hoogeveen, werd in 1955 de kleine boomstamkano gevonden.







Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

vuursteen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen
  • Ze trekken achter hun eten aan: je noemt ze ook wel nomaden
  • Wonen in hutten, grotten of simpele tenten
  • Weinig spullen
  • Maken bijlen van hout en steen
  • Maken grotschilderingen

Slide 24 - Tekstslide

Handige jagers-verzamelaars
De jagers-verzamelaars waren steeds aan het jagen op dieren. Ze verzamelden planten en vruchten.
Ze leefden van alles wat ze in de natuur konden vinden.
De jagers-verzamelaars gebruikten alles van de dieren! 
  • Het vlees om....
  • De huiden voor....
  • De botten voor....

Slide 25 - Tekstslide

Wat is géén overblijfsel van jagers-verzamelaars?
A
Een bijl van vuursteen
B
Een werpspeer
C
Glazen bekers
D
Pijl en boog

Slide 26 - Quizvraag

Waarvan maakten jagers/verzamelaars hun kleding?
A
Wol
B
Huiden van dieren.
C
Bladeren
D
Van niks want ze liepen in hun blootje.

Slide 27 - Quizvraag

Jagers en verzamelaars worden ook wel NOMADEN genoemd. Waar wonen nomaden?
A
In een huis.
B
Op hoge, droge berg.
C
Ze trekken achter hun eten aan, dus steeds ergens anders.
D
Op een vaste plek in de woestijn

Slide 28 - Quizvraag

Leven van de jagers en verzamelaars

Waar leven ze van:

  • Mannen gingen jagen.


  • Vrouwen en kinderen verzamelden

       eetbare planten, bessen, noten,

       knollen en wortels.

Slide 29 - Tekstslide

Celtic fields            
Op de akkers verbouwden de boeren vooral gerst en emmertarwe. De gewassen werden geoogst met vuurstenen sikkels. Het vee zorgde voor de bemesting van de schrale grond en de akkers lagen regelmatig braak. De akkertjes werden omwald met behulp van plaggen, veldkeien, stronken en oogstafval. Binnen de omwallingen of aan de rand van de velden lagen de boerderijen die meestal een generatie meegingen. Het gebruik van de Celtic fields stopte in de 2e eeuw na Chr.
Afbeelding: RAAP-rapport 3554 – Een actualisatie van de Drentse Celtic fields en een inventarisatie van Drentse karrensporen. S. van der Veen & T.J. ten Anscher

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

0

Slide 32 - Video

Bizon...bijzonder!
Een uitgestorven diersoort, waar je lekker van kon eten. 
Familie van de koe. Boezonder...
Samen sta je sterk!
De rondtrekkende volken, de nomaden, reisden in groepen rond. Dat is veiliger dan in je eentje. 
Uitgestorven diersoorten
Je ziet hier een sabeltandtijger en een mammoet. Beide zijn uitgestorven. Welke diersoorten zijn er over 50 jaar niet meer? 
Bijen? Walvissen? Olifanten?
Zoek ze allemaal
Kan jij de 6 diersoorten vinden?
Overleven
Je bent afhankelijk van de natuur. Is het winter, dan is er minder eten. Misschien ga je wel leren vissen. In de zomer is er juist meer eten. 
Je eet wat je kunt vinden, anders ga je dood. 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Wat weet jij nu van de jagers en verzamelaars?

Slide 37 - Open vraag