H4 (2vwo): nwg met vzv

- Nakijken opdr. 5 (Gram. H4)

- Uitleg nwg met vzv

- Maken opdr. 6

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

- Nakijken opdr. 5 (Gram. H4)

- Uitleg nwg met vzv

- Maken opdr. 6

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Gram. H4:

- Je weet wat er twee soorten gezegdes zijn: het werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde.

- Je kunt het gezegde, onderwerp en voorzetselvoorwerp benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat heb je onthouden over een naamwoordelijk gezegde?

Slide 4 - Woordweb

Stappenplan naamwoordelijk gezegde 
1 Zoek het onderwerp van de zin op.
2 Zoek het belangrijkste werkwoord van de zin op.
3 Staat het werkwoord in het rijtje van de kww?
                                                           4  Doet of is het onderwerp iets?

Nee = wwg                                      Doet = wwg                       Is = nwg

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken opdr. 5 (blz. 171)
  • 1 ben geweest = wwg
  • 2 is een geweldige ervaring geworden = nwg
  • 3 worden bedankt = wwg
  • 4 is een grote opgave geweest = nwg
  • 5 is verdwenen = wwg
  • 6 schijnt een betere taal te zijn = nwg
  • 7 probeerden te voorkomen = wwg
  • 8 zal schijnen = wwg

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ontleed je zinnen met een wwg of nwg?

Slide 7 - Tekstslide

WWG
Morgen | zal | de zon | volgens de nieuwe weervrouw | niet |schijnen.

Wwg = zal schijnen
Ond = de zon
Bwb = morgen, volgens de nieuwe weervrouw, niet
--------------------------
Bvb = nieuwe --> weervrouw

NWG
Engels schijnt voor liedteksten een betere taal te zijn.

Nwg = schijnt een betere taal te zijn
Ond = Engels
Bwb = voor liedteksten
----------------------------------
Bvb = betere --> taal


Slide 8 - Tekstslide

Havo:
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-naamwoordelijk-gezegde/
Vwo:
- Uitleg naamwoordelijk gezegde i.c.m. voorzetselvoorwerp
- Maken Gram. H4: 6

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Madita is dol op haar zoontje.
In deze zin staat een voorzetselvoorwerp.
Welk zinsdeel is dat?

Slide 11 - Open vraag

Een nwg met een vzv
Een naamwoordelijk gezegde kan in combinatie met een voorzetselvoorwerp voorkomen (een vast voorzetsel hoort bij een bepaald naamwoordelijk gezegde).

Madita |  is dol | op haar zoontje.
Ond          nwg               vzv

Slide 12 - Tekstslide

Welk voorzetsel hoort op de open plek?
Ik ben nieuwsgierig ....... de afloop van die serie.

Slide 13 - Open vraag

Welk voorzetsel hoort op de open plek?
Hij is vol ......... het nieuwe PS4-spel.

Slide 14 - Open vraag

Voorbeelden nwg met vzv
Doortje is dol op koekjes.

Calvijn is erg nieuwsgierig naar de afloop van de inschrijvingen.

Geert Wilders is verantwoordelijk voor zijn eigen campagne.

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk

2 vwo: gram. H4: 6

- Noteer het gezegde: nwg of wwg

- Noteer het onderwerp

- Noteer evt. het voorzetselvoorwerp

2 havo: https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-naamwoordelijk-gezegde/

Slide 16 - Tekstslide