Paragraaf 4.1 Een eigen bedrijf?

Week 7 (vanaf 27 november)
Pincode Hoofdstuk 4. Hoe ondernemend ben je?
  1. Een eigen bedrijf?
  2. Een goed idee?
  3. Hoe verkoop is mijn idee?
  4. Wie doet wat?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 7 (vanaf 27 november)
Pincode Hoofdstuk 4. Hoe ondernemend ben je?
  1. Een eigen bedrijf?
  2. Een goed idee?
  3. Hoe verkoop is mijn idee?
  4. Wie doet wat?

Slide 1 - Tekstslide

Heb je thuis (je ouders of verzorgers) een eigen bedrijf?
ja
nee
weet ik niet

Slide 2 - Poll

Bedrijf starten
Je krijgt nu een filmpje van de KvK te zien over het starten van een bedrijf.
De kijkvraag is: wat moet je allemaal regelen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Bedrijf starten
De kijkvraag is: wat moet je allemaal regelen voor het starten van een bedrijf?
  • product
  • doelgroep (klant)
  • promotie (hoe bereik je ze?)
  • prijs (kosten)
  • regels
  • administratie (factuur)
  • ondernemingsplan
  • belastingdienst
  • kamer van koophandel

Slide 5 - Tekstslide

Motieven
Wat kunnen de Motieven zijn om te ondernemen:
  1. goed idee hebben
  2. eigen keuzes willen maken
  3. streven naar winst


Slide 6 - Tekstslide


In tweetallen: stel je zou een bedrijf starten:
 - Wat voor een soort bedrijf zou het zijn?
- Wat zou jouw belangrijkste motief zijn?

Slide 7 - Tekstslide

Een bedrijf starten
Een bedrijf starten:

  1. goed idee hebben
  2. houden aan regels en wetten
  3. ondernemersvorm kiezen
  4. inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK)
  5. melden bij de belastingdienst

Slide 8 - Tekstslide

Een bedrijf starten
Een bedrijf starten:

  1. goed idee hebben
  2. houden aan regels en wetten
  3. ondernemersvorm kiezen
  4. inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK)
  5. melden bij de belastingdienst

Slide 9 - Tekstslide

Ondernemingsvorm
Een ondernemingsvorm (of rechtsvorm):
  • wie is de eigenaar
  • wie is verantwoordelijk
  • welke belastingen worden betaald

1. Natuurlijke personen (je bent als ondernemer persoonlijk aansprakelijk voor de schulden)
  • Eenmanszaak
  • Vennootschap onder Firma (VoF)
2. Rechtspersonen (het bedrijf is aansprakelijk voor de schulden)
  • Besloten Vennootschap (BV)
  • Naamloze Vennootschap (NV)







Slide 10 - Tekstslide

Ondernemingsvormen

Slide 11 - Tekstslide

Ondernemingsvormen
Eenmanszaak
VoF
BV
NV
Rechtsvorm

natuurlijk persoon
natuurlijk persoon
rechtspersoon
rechtspersoon
Eigenaar

directeur (1 persoon)
vennoten (meerdere personen)
aandeelhouders
aandeelhouders
Aansprakelijk
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
persoonlijk (hoofdelijk) met privé vermogen
bedrijf, alleen inleg aandeel (verkopen / kopen alleen met toestemming)
bedrijf, alleen inleg aandeel (iedereen mag verkopen / kopen op de beurs)
Voordeel
- zelf baas
- alle winst voor jezelf
- taken verdelen
- vervanger bij ziekte
- meer geld
- niet privé aansprakelijk
- meer geld
- niet privé aansprakelijk
- meer geld
Nadeel
- privé aansprakelijk
- geen vervanger bij ziekte
- privé aansprakelijk
- winst moet je delen
- winst moet je delen
- winst moet je delen
Belasting
inkomsten belasting (IB)
inkomsten belasting (IB)
vennootschaps belasting (VpB)
vennootschaps belasting (VpB)

Slide 12 - Tekstslide

Maken

- Opgave 1,2 en 5 - 8 

Slide 13 - Tekstslide

Week 7 (vanaf 27 november)
Pincode Hoofdstuk 4. Hoe ondernemend ben je?
  1. Een eigen bedrijf?
  2. Een goed idee?
  3. Hoe verkoop is mijn idee?
  4. Wie doet wat?

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht (met punten)
- Stap 1: Wat is je bedrijfsidee? 
- Stap 2: Maak een financieel plan (p.111)
- Stap 3: Doe een marktonderzoek (p.111) = bijv. 1 interview.
- Stap 4: Maak een marketingplan (p.116)
- Stap 5: Persoonlijke gegevens (cv.)
- Stap 6: Lever het geheel in: max. 3 A4, in kopjes.
Elke stap levert je 0,1 punt op bij je volgende toets.
Het mag echt iets kleins zijn, een projectje of iets dergelijks

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Onderneming
Een ondernemer wordt een werkgever als hij mensen in loondienst heeft, de werknemers.

Een organisatie is een commerciële organisatie  als zij naar winst streeft.

Een organisatie is een niet commerciële
organisatie  als zij niet naar winst streeft,
maar een maatschappelijk doel (zoals
mensenrechten, milieu, natuur, kinderen)
heeft.

Slide 17 - Tekstslide

Maakwerk voor de volgende keer



Paragraaf 4.1 Een eigen bedrijf?
20 minuten
- opgaven 10, 11 en 13 
- Plusopdracht 3

Slide 18 - Tekstslide

Wat ben je niet verplicht als je een bedrijf start?
A
ondernemingsplan maken
B
ondernemingsvorm kiezen
C
inschrijven kamer van koophandel (KvK)
D
melden bij de belastingdienst

Slide 19 - Quizvraag

Bij welke rechtsvorm zijn de eigenaren persoonlijk aansprakelijk?
A
eenmanszaak
B
Vennootschap onder Firma (VoF)
C
Besloten Vennootschap (BV)
D
Naamloze Vennootschap (NV)

Slide 20 - Quizvraag

Wie is de eigenaar van een rechtspersoon (BV of NV)?
A
directeur
B
klanten
C
aandeelhouders
D
geldverstrekkers

Slide 21 - Quizvraag

Welke belasting moet een natuurlijk persoon (eenmanszaak of VoF) over de winst betalen?
A
Inkomsten Belasting (IB)
B
Vennootschap Belasting (VpB)
C
Dividend Belasting
D
Vermogens Belasting

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een rechtsvorm?
A
De juridische vorm van een bedrijf of organisatie. (regels)
B
een nieuwe rechtsvorm die je uit moet kiezen bij de belastingdienst
C
De manier waarop je rechter zou kunnen worden

Slide 23 - Quizvraag

Welke rechtsvormen hebben geen winstoogmerk?
A
Eenmanszaak en VOF
B
BV en NV
C
Instellingen: Stichtingen en Verenigingen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een rechtspersoon?
A
Een advocaat.
B
Een jurist.
C
Een organisatie die zelf bezittingen en schulden kan hebben.
D
Iemand met een sterk rechtvaardigheidsgevoel.

Slide 25 - Quizvraag

Bij een rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid ben je....
A
aansprakelijk met je privévermogen voor bedrijfsschulden.
B
niet aansprakelijk met je privévermogen voor bedrijfsschulden.

Slide 26 - Quizvraag