17-09 Transformator practicum

Vandaag
  • Online toetsje maken over paragraaf 1.2
  • Transformator practicum 
  • Terugblik vorige week: 1.3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Online toetsje maken over paragraaf 1.2
  • Transformator practicum 
  • Terugblik vorige week: 1.3

Slide 1 - Tekstslide

Wekelijkse toetsjes
  • Elke week een kort toetsje over één paragraaf (Volgende week is de 1e over paragraaf 1!!)
  • Meerkeuzevragen of korte open vragen
  • Niet voor een cijfer, MAAR je verdient er wel al toetspunten mee
  • >50% goed = 1 toetspunt
  • >75% goed = 2 toetspunten
  • 100% goed = JOKER --> De joker kan je op de hoofdstuktoets bij 1 deelvraag inzetten om alle punten van die vraag te krijgen
  • LET OP: 4 paragrafen, dus maximaal 8 toetspunten te behalen
  • Deze 8 toetspunten zijn géén bonus, dus zonder kan je geen 10 halen
  • Stel: om een 10 te halen heb je 80 punten nodig, dan kan je er 72 halen op de hoofdstuktoets en de overige 8 kan je halen bij de wekelijkse paragraaftoetsjes

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week: Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom er verschillende spanningen worden gebruikt op het elektriciteitsnet
  • Je kunt uitleggen hoe een transformator werkt
  • Je kunt berekeningen doen omtrent transformatoren

Slide 3 - Tekstslide

DEMO: Werking van een transformator

Slide 4 - Tekstslide

Omhoog en omlaag transformeren
  • Met een transformator kan je de spanning zowel omhoog als omlaag transformeren
  • Hoe de spanning verandert, hangt af vaan het aantal windingen van de twee spoelen

  • U = spanning in volt (V)
  • N = het aantal windingen van de spoel

Slide 5 - Tekstslide

Transformator practicum
  • Werken in tweetallen, MAAR de vragen vul je individueel in
  • Gemiddeld cijfer van alle PO's dit jaar telt mee voor je rapport

Slide 6 - Tekstslide

Huisinstallatie
  • = Het netwerk van elektriciteitsdraden wat door de muren en plafonds lopen
  • Meerdere groepen parallel
    geschakeld  

Slide 7 - Tekstslide

De spanning U is overal in de groep
even groot (U1 = U2 = U3 = U4)

De totale stroomsterkte I in een
groep is een optelsom van de 
vertakkingen (Itot = I1 + I2 + I3 + I4)


Slide 8 - Tekstslide

Stopcontact
Bruine fasedraad: 230 V (wisselspanning)

Blauwe nuldraad: geen spanning

Schakeldraad: alleen spanning als de 
schakelaar in de AAN-stand staat 

Slide 9 - Tekstslide

Vermogen (P)
P = U x I
P = vermogen in Watt (W)
U = Spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampère (A)

Ptot = U x Itot

Slide 10 - Tekstslide

Het kilowattuur (kWh)
Verouderde eenheid die nog altijd gebruikt wordt om het energieverbruik van een huis te meten

E = P x t
E = energie in J of kWh
P = vermogen in W of kW
t = tijd in s of h
1 kWh = 3,6 MJ (=3.600.000 J)


Slide 11 - Tekstslide

Oefenen!
Op een bepaalde groep zijn 5 apparaten aangesloten op het lichtnet met de volgende vermogens: 500 W, 650 W, 800 W, 950 W en 1100 W

Bereken de totale stroomsterkte in de groep.

Slide 12 - Tekstslide