7 Van observeren tot rapporteren (5BZO) Les 1

7 Van observeren tot rapporteren (5BZO)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch handelenSecundair onderwijs

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

7 Van observeren tot rapporteren (5BZO)

Slide 1 - Tekstslide

Zoek je match!

Slide 2 - Tekstslide

Noteer 3 situaties wanneer je in de zorg-en welzijnssector observeert.

Slide 3 - Open vraag

Lesdoelen
  • Ik kan het belang van observeren in de zorg uitleggen.
  • Ik ken het verschil tussen waarnemen en observeren.
  • Ik weet dat observeren beïnvloed kan worden door bepaalde factoren.
  • Ik kan de 5 criteria van observeren herkennen en zelf toepassen (stage)
  • Ik ken verschillende manieren van observeren.


Slide 4 - Tekstslide

Observeren
  • onmisbaar in zorg
  •  brengen zorgvrager volledig in beeld
  • herkennen van signalen
  • verduidelijking vragen
  • interpreteren (juiste betekenis geven) van wat je observeert
  • zorg hierop afstemmen

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Wat kunnen hier de wensen en behoeften zijn?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Observeren
  • niet alle observaties leiden tot onmiddellijke actie
  • meerdere observaties op verschillende tijdstippen   
               interpretatie betere kwaliteit!
  • observaties door verschillende zorgverleners: rapporteren!

Slide 9 - Tekstslide

7.1.1 Wat is observeren?
= waarnemen met een bepaald doel
Waarnemen = proces waarbij je via zintuigen jezelf en de wereld leert kennen, hersenen geven betekenis aan prikkels die je via de zintuigen binnenkrijgt.
Observeren = bewust en doelgericht in functie van gezondheid

Bij observatie heb je een aanleiding, doel, probleem of vraag

Slide 10 - Tekstslide

7.1.1 Wat is observeren?
  • Hoe beter je observeert, hoe beter de zorg/behandeling
  • Onvoldoende observeren zorgt voor minder goed zorg/behandeling + mindere samenwerking met collega's

Slide 11 - Tekstslide

7.1.1 Wat is observeren?
Waarnemen en observeren wordt door verschillende factoren beïnvloed.
  • te veel prikkel: selectie!
  • prikkel te zwak of duurt te kort
  • gewenning: als prikkel lang aanhoudt, gewenning bv. trein
  • Fysiologische factoren bv. vermoeidheid, verdovende middelen
  • psychologische factoren bv. wat je interesseert trekt je aandacht (honger)

Slide 12 - Tekstslide

7.1.2 Hoe observeren?
5 criteria:
  1. Doelgericht observeren: waarnemen met een doel (5 W's: Wie? Wat? Waar? Waarom? Wanneer?)
  2. Objectief observeren: geen mening, vooroordelen, gevoelens. De feiten!
  3. Nauwkeurig observeren: exact zeggen wat veel, vaak of weinig betekent
  4. Observatie moet representatief zijn: wat je waarneemt met overeenkomen met de werkelijkheid (regelmatig, lang genoeg, door verschillende mensen, tijdstippen en manieren observeren
  5. Systematisch observeren: op dezelfde manier observeren, zorgt ervoor dat je kan controleren.

Slide 13 - Tekstslide

7.1.2 Hoe observeren?
hoe?
  • zintuigen
  • anamnese: verzamelen van ziektegeschiedenis van de zorgvrager
  1. autoanamese: zorgvrager vertelt zelf
  2. heteroanamnese: anderen vertellen over zorgvrager
  • hulpmiddelen bv. thermometer
  • observeren volgens criteria bv. gezondheidspatronen van Gordon (holistische mensvisie)

Slide 14 - Tekstslide

opdracht
bookwidgets 5 criteria observeren

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd vandaag?

Slide 16 - Open vraag