Tijdreisspel: partie A: l'auciliaire: la liste de zijn

TIJDREISSPEL 
Le passé composé
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

TIJDREISSPEL 
Le passé composé

Slide 1 - Tekstslide

TIJDREISSPEL 
Le passé composé
NU
Le passé composé
     LA LISTE DE ZIJN
Pour les verbes dans la liste de zijn (voire théorie) on va toujours utiliser 'zijn' comme auxiliaire. Dans ce défi tu vas les pratiquer. T'as besoin de la théorie, de la liste de vocabulaire et de la liste des verbes irréguliers (voire dia précédente). Bonne chance!
CONSIGNES
Te winnen: 30 jaar terug in de tijd!

Slide 2 - Tekstslide

Donne la traduction du verbe suivant:
Worden

Slide 3 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
Worden

Slide 4 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
zijn

Slide 5 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
zijn

Slide 6 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
gebeuren

Slide 7 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
gebeuren

Slide 8 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
komen

Slide 9 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
komen

Slide 10 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
gaan

Slide 11 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
gaan

Slide 12 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
lukken

Slide 13 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
lukken

Slide 14 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
blijven

Slide 15 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
blijven

Slide 16 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
slagen

Slide 17 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
slagen

Slide 18 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
vertrekken

Slide 19 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
vertrekken

Slide 20 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
vallen

Slide 21 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
vallen

Slide 22 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
opstaan

Slide 23 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
opstaan

Slide 24 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
vergeten

Slide 25 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
vergeten

Slide 26 - Open vraag

Donne la traduction du verbe suivant:
beginnen

Slide 27 - Open vraag

Donne 'het voltooid deelwoord' (= le participe passé) du verbe suivant:
beginnen

Slide 28 - Open vraag