H5 P1 Reacties en reactie producten







Theodore Rooseveld (President VS 1901-1909)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les







Theodore Rooseveld (President VS 1901-1909)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt aan de hand van de molecuulformule van een brandstof voorspellen welke verbrandingsproducten ontstaan.
5.1.2 Je kunt zuurstof en waterstof aantonen met aantoningsreacties.
5.1.3 Je kunt de reactieproducten koolstofdioxide en water aantonen met reagentia.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al
Reactie schema
Reactei vergelijking
Beginproducten
Reactie producten
Kloppend maken van reactievergelijking

Slide 3 - Tekstslide

Verbrandingen
Koolwaterstoffen (Verbindingen die bestaan uit alleen maar Koolstof en Waterstof atomen) verbranden met voldoende zuurstof altijd tot Koolstofdioxide en water

Slide 4 - Tekstslide

Aantonen
Om de reactei producten te kunnen aantonen bestaan er (soms) specifieke reacties

Helder kalkwater om CO2 te kunnen aantonen
Watervrij kopersulfaat om H2O te kunnen aantonen

Slide 5 - Tekstslide

Andere aantoningsreacties
Als je een vlammetje bij waterstof houdt dan hoor je pjieuw

Als je een gloeiende spaander bij zuurstof houdt zie je het opvlammen

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht :


Maak een kloppende reactie vergelijking van de reactie van koolstofdioxide met kalkwater waarbij marmer ontstaat

Zoek in je binas de verschillende stoffen op.

Slide 7 - Tekstslide

Namen
Verbindingen met zuurstof noem je oxide
bijvoorbeeld Zwaveloxide

SO2 
Omdat er 2 zuurstofatomen aan het zwavelztoom vast zitten noem je dat di
Dus Zwaveldioxide

Slide 8 - Tekstslide

Andere oxiden
Naast zwaveldioxide kan er ook stikstofdioxide ontstaan uit zwavel en stikstofverbindingen

Deze zwavel en sikstof verbindingen zitten vaak in aardolieproducten ze ontstaan bij de verbranding van aardolieproducten.

Slide 9 - Tekstslide

Namen
De voorvoegsels zijn:

Mono voor 1
Di voor 2
Tri voor 3

Slide 10 - Tekstslide

Metaaloxide
De reactie van een metaal met een oxide noem je ook wel oxideren (bij ijzer heet dat ook roesten)


Slide 11 - Tekstslide

Namen
Als er maar 1 soort van bestaat worden de voorvoegsels ook vaak weggelaten. De laatste quiz vraag ging over Al2O3, dat wordt daarom ook wel aluminiumoxide genoemt

Ijzer bestaat uit 2 vormen en roest dus ook
FeO en Fe2O3
Kijk in Binas tabel 35

Slide 12 - Tekstslide

Welke stoffen ontstaan er bij een onvolledige verbranding van koolwaterstoffen
A
C + CO
B
C + H2O + CO
C
CO2 + H2O
D
C + CO + CO2 + H2O

Slide 13 - Quizvraag

De volledige naam voor water is
A
diwaterstofmono-oxide
B
monowaterstofdioxide
C
monowaterstof mono-oxide
D
diwaterstofdioxide

Slide 14 - Quizvraag

De formule voor di-ijzertrioxide is
A
Fe3O2
B
Fe2O3
C
FeO
D
2Fe3O

Slide 15 - Quizvraag

wat is de formule voor Tinoxide
A
TiO
B
SnO
C
Sn2O
D
Ti2O

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de naam van Al2O3
A
dialuminiumtrioxide
B
Aluminiumtrioxide
C
dialuminiumoxide
D
Aluminium sulfide

Slide 17 - Quizvraag

Opdrachten
Maak nu de opdrachten behorende bij hoofdstuk 5 paragraaf 1

Slide 18 - Tekstslide

Ken je al je leerdoelen?
5.1.1 Je kunt aan de hand van de molecuulformule van een brandstof voorspellen welke verbrandingsproducten ontstaan.
5.1.2 Je kunt zuurstof en waterstof aantonen met aantoningsreacties.
5.1.3 Je kunt de reactieproducten koolstofdioxide en water aantonen met reagentia.

Slide 19 - Tekstslide