GYM 2 - maandag 7-9 (gramm. vzv & dubbvb. bep)

Welkom!
Nodig: 
  • Grammaticaboekje.
  • iPad dicht op tafel.
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nodig: 
  • Grammaticaboekje.
  • iPad dicht op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Lesdoel
  2. Voorzetselvoorwerp
  3. Nakijken zinnen grammatica
  4. Dubbelverbonden bepaling
  5. Aan de slag!
  6. Huiswerk & taalvout!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
Je weet weer wat een voorzetselvoorwerp is.

Je weet na de les hoe je zinnen kunt ontleden t/m de dubbelverbonden bepaling.

Slide 3 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp: vul aan
denken....
houden...
omgaan...
het oog laten vallen...
bezorgd zijn...
blij zijn...

Slide 4 - Tekstslide

Bedenk een zin met een voorzetselvoorwerp.

Slide 5 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp: 
zinsdeel dat begint met zo'n vast voorzetsel
Maar let op!



Ik | reken | op het apparaat.
_O  ====     ________________B


Hij | wacht | op het perron. 
_O  =====    ______________B
Ik | reken | op je komst.
_O ====    _____________V


Hij | wacht | op zijn vriendin. 
_O =====      _____________V
Dit is letterlijk: 
geeft een plaats aan (bepaling).
Dit is niet letterlijk: 
je hebt het voorzetsel écht nodig.

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp: 
zinsdeel dat begint met zo'n vast voorzetsel
Let op!
Als worden of zijn als HWW worden gebruikt, is het zinsdeel met 'door' nooit voorzetselvoorwerp.




                    HWW                           ZWW
De deur | wordt | door Pietje | geschilderd.
_______O   ====    _________B    ;;;;;;;;;;;;;;;;;

Slide 7 - Tekstslide

Houdt u ook zo van verse maïs?

Slide 8 - Tekstslide

Kijk de gemaakte zinnen van grammatica na met het nakijkboekje.
  • Verbeter je fouten.
  • Zet een sterretje voor de zinnen die je niet begrijpt.

Slide 9 - Tekstslide

Dan hoeft u vanaf nu niet meer tegen

dat vervelende klaarmaken op te zien.

Slide 10 - Tekstslide

Het goede antwoord levert u drie 

punten op.

Slide 11 - Tekstslide

Challenge!
Je krijgt zometeen een werkblad.

  • Maak de opdrachten. Je mag overleggen met je buur.
  • Je krijgt 10 minuten de tijd. Daarna bespreken we de opdrachten.

Klaar? Pak iets uit de Talen-Ontdekdoos of lees een boekje!
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Zij lag wakker in bed.

Hij verft het hek groen.

Wij benoemen jou tot voorzitter.

Slide 13 - Tekstslide

Ga naar de APP van LessonUp
  • Wacht totdat je een uitnodiging krijgt voor de les.

  • Accepteer de uitnodiging!

Slide 14 - Tekstslide

De dubbelverbonden bepaling

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

‘Vervangt’ een naamwoordelijk deel / toestand in een zin met een werkwoordelijk gezegde.

Zegt iets over het gezegde + het OND óf het LV
 

Indeling in drie types:
  • Tijdens de handeling
  • Als gevolg van de handeling (gevolg)
  • Volgens de handeling (oordeel, volgens iemand)
Dubbelverbonden bepaling: _______D

Slide 16 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

Tijdens de handeling:

bijvoorbeeld:
                                              SD
Hongerig | kwam | ik | thuis.
_________D ======  __O ;;;;;;;;;;;;;;

 Zij | lag | wakker | in bed.
_O    ===   _______D  ______B
Dubbelverbonden bepaling: _______D

Slide 17 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

Als gevolg van de handeling: 
drukt het resultaat van de handeling uit. 

bijvoorbeeld:

Hij | verft | het hek | groen.
__O  ====    _______L   ______D
De vergadering | benoemde | haar | tot voorzitter.
______________O     =========     ____L  ______________D
Dubbelverbonden bepaling: _______D

Slide 18 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

Volgens de handeling:
het gezegde drukt een oordeel/mening uit.

bijvoorbeeld:

Ik | vind | jou | aardig. 
_O ====   ____L ______D
Dubbelverbonden bepaling: _______D

Slide 19 - Tekstslide

Tijdens de handeling. 
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.
Als gevolg van de handeling. 
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.
Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
 Die taart smaakt goed!
 Ik beschouw hem als een goed mens.

Tijdens de handeling.
 Vrolijk kwam hij binnen.
 Hongerig staarde hij naar de broodjes.

Als gevolg van de handeling (resultaat).
 Hij verfde het hek groen.
 Hij spoot zijn auto rood.

Volgens de handeling (drukt een mening uit)
 Ik vind hem aardig.
Dubbelverbonden bepaling

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de dubbelverbonden bepaling?
Ruben heeft gisteren het hek parelwit geschilderd.

Slide 21 - Open vraag

Wat is de dubbelverbonden bepaling?
Verwonderd keek Jens naar het meisje.

Slide 22 - Open vraag

Wat is de dubbelverbonden bepaling?
Mijn vader ging fanatiek te keer tijdens mijn voetbalwedstrijd.

Slide 23 - Open vraag

Maak een zin met een dubbelverbonden bepaling.

Slide 24 - Open vraag

Wat is het verschil tussen deze zinnen?
1. Mijn paard is ziek.
2. Mijn paard staat ziek in de wei.

Slide 25 - Open vraag

Samen ontleden

1. Bij het eten van een reep chocola verslikte hij zich behoorlijk 

in een te groot stuk.




Slide 26 - Tekstslide

Samen ontleden

5. De herten namen paniekerg de benen naar hun diep 

verborgen schuilplaats in het bos.


Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de zinnen 1 t/m 10 op blz 4.
(Herhaling grammatica leerjaar 1-alle functies blad 2/2)

Je mag overleggen op fluistertoon.

Klaar? Kijk de zinnen na. Oefen verder, kies iets uit de Talen-Ontdekdoos of pak een mooi boek uit de kast en ga lekker lezen.

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk & TaalVout

Grammatica:
Afmaken zin 1 t/m 10 op blz 4.

(Herhaling grammatica leerjaar 1-alle functies blad 2/2)

Slide 29 - Tekstslide