In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Hoe was jullie vakantie?
Good!
Wel oké
Niet boeiend
te korttttt
Slide 1 - Poll
Slide 2 - Tekstslide
Je sympathicus is je "vecht-en-vlucht" zenuwstelsel. Adrenaline speelt hierbij een belangrijke rol
waar
niet waar
Slide 3 - Poll
Welk van de volgende geneesmiddelen is een langwerkend parasympathicolyticum?
A
tiotropium (spiriva)
B
Salmeterol (serevent)
C
formoterol (atimos)
D
Beclomethason
Slide 4 - Quizvraag
Ipratropium is een parasympaticolyticum. Op welke manier werkt dit?
A
Een luchtwegverwijder die het sympatische zenuwstelsel nabootst
B
Een ontstekingsremmer die het sympatische zenuwstelsel nabootst.
C
Een luchtwegverwijder die het parasympatische zenuwstelsel remt.
D
Een ontstekingsremmer die het parasympatische zenuwstelsel remt.
Slide 5 - Quizvraag
Hoe werkt een symphaticomimeticum?
A
Het stimuleert je parasympathicus en daardoor verwijden je longblaajes
B
Het remt je parasympathicus en daardoor vernauwen je longblaasjes
C
Het stimuleert je sympathicus en daardoor verwijden je longenblaasjes
D
Het remt je sympathicus en daardoor verwijden je longblaasjes
Slide 6 - Quizvraag
Welk van de volgende geneesmiddelen is een kortwerkende beta2-sympathicomimeticum?
A
Salbutamol (ventolin)
B
ipratropium (atrovent)
C
fluticason (flixotide)
D
Salmeterol (serevent)
Slide 7 - Quizvraag
Fluticason wordt onder andere bij astma gebruikt. Hoe werkt dit middel?
A
Het is een luchtwegverwijder die het sympatische zenuwstelsel nabootst
B
Het is een luchtwegverwijder die het parasympatische zenuwstelsel remt.
C
Het is een ontstekingsremmer die valt onder de groep inhalatiecorticosteroïden
D
Het is een onstekingsremmer die zowel de sympathische als parasympatische zenuwstelsel blokkeert.
Slide 8 - Quizvraag
Een patiënt gebruikt vier inhalatoren. Welk middel is een inhalatie corticosteroïde?
A
fluticason
B
formoterol
C
salbutamol
D
tiotropium
Slide 9 - Quizvraag
Het gebruiken van niet-selectieve bètablokkers is gecontra-indiceerd bij astma en COPD. Waarom?
A
Niet-selectieve bètablokkers zorgen voor bronchoconstrictie waardoor benauwdheid kan optreden.
B
Niet-selectieve bètablokkers hebben als bijwerking hoesten. Patiënten met astma en COPD hebben hier al last van en dit kan dus verergeren.
C
Niet-selectieve bètablokkers hebben een interactie met inhalatiecorticosteroïden. Deze middelen kunnen niet meer worden gebruikt bij astma en COPD.
D
Niet-selectieve bètablokkers lokken een allergische reactie uit bij astma en COPD waardoor de patiënt meer last krijgt van benauwdheid, piepen en hoesten.
Slide 10 - Quizvraag
Hoe werken inhalatiecorticosteroïden?
A
Ze zijn luchtwegverwijdend.
B
Ze remmen de stof leukotrieën die verantwoordelijk zijn voor allergische klachten.
C
Ze onderdrukken ontstekingsreacties.
D
Ze gaan de afbraak van longblaasjes tegen.
Slide 11 - Quizvraag
Inhalatiecorticoteroïd
Beta2-sympathicomimeticum
Parasympathicolyticum
Combinatie preparaat bèta2-sympathicomimeticum en een ICS
Combinatie preparaat bèta2-sympathicomimeticum en een parasympathicolyticum
Salbutamol (ventolin)
Tiotropium (spiriva)
Formoterol/Beclomethason (foster)
Salmetorol/fluticason (seretide)
Fluticason (flixotide)
Ipratropium (atrovent)
Fenoterol/ipratropium (berodual)
Slide 12 - Sleepvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Hoe werken histamineafgifteremmers?
Slide 19 - Open vraag
Hoe werken antihistaminica?
Slide 20 - Open vraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Noem 2 dingen die van belang zijn bij instructie gebruik neusspray
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
xylometazoline moet voor kinderen onder de 2 jaar op recept.
Waar
Niet waar
Slide 26 - Poll
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Wat is het meest bekende bijwerking van inhalatiecorticosteroïden? Wat kan je hiertegen doen?
Slide 37 - Open vraag
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
(Niet-selectieve) bèta-blokkers zijn gecontra-indiceerd bij astma. Waarom?