In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Havo3 H9 9.5 kansen berekenen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen:
- Ik kan uitleggen wat een kans is
- Ik kan de kans berekenen van een bepaalde gebeurtenis
Slide 2 - Tekstslide
KANS
Hoe groot is de kans dat je overgaat naar HAVO4?
Hoe groot is de kans dat je voor dit proefwerk een voldoende haalt?
Er is een kleine kans dat je een prijs wint in de loterij.
Er is veel kans op neerslag vandaag.
Hoe groot is de kans dat ik met 2 dobbelstenen het getal 7 gooi?
§9.5 - Kans
Slide 3 - Tekstslide
Hoe groot is de kans dat ik met 2 dobbelstenen het getal 7 gooi?
§9.5 - Kans
Slide 4 - Tekstslide
§9.5 - Kans
Hoe groot is de kans dat ik met 2 dobbelstenen opgeteld het getal 7 gooi?
Slide 5 - Tekstslide
Voorbeeld
Niek gooit met 2 dobbelstenen
Bereken de kans dat hij 5 ogen gooit. Rond af op 3 decimalen.
§9.5 - Kans
Slide 6 - Tekstslide
Niek gooit met 2 dobbelstenen
Bereken de kans dat hij meer dan 9 ogen gooit.
Rond af op 3 decimalen.
§9.5 - Kans
Voorbeeld
Slide 7 - Tekstslide
Wat is kans en hoe bereken je dit?
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de kans dat hij op een oneven cijfer? komt? (
A
0,3
B
0,5
C
0,6
D
0,7
Slide 9 - Quizvraag
De kans dat je opgeteld 6 gooit is?
A
365
B
255=51
C
366=61
Slide 10 - Quizvraag
Hoe groot is de kans dat je opgeteld 10 gooit?
A
365
B
255=51
C
366=61
D
363=121
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Naima laat de 3 schijven hiernaast draaien. Elke schijf wijst één cijfer aan, dit vormt samen een driecijferig getal. Hoeveel getallen kan ze hiermee draaien?
A
4 + 3 + 5 = 12 getallen
B
5 x 6 x 7 = 210 getallen
C
4 x 3 x 5 = 60 getallen
D
2 x 4 x 3 = 24 getallen
Slide 13 - Quizvraag
Naima laat de 3 schijven hiernaast draaien. Elke schijf wijst één cijfer aan, dit vormt samen een driecijferig getal. Hoeveel oneven getallen kan ze hiermee draaien?
A
4 x 3 x 3 = 36 oneven getallen
B
2 x 1 x 3 = 6 oneven getallen
C
4 x 3 x 5 = 60 getallen
D
3 x 5 x 7 = 105 oneven getallen
Slide 14 - Quizvraag
Naima laat de 3 schijven hiernaast draaien. Elke schijf wijst één cijfer aan, dit vormt samen een driecijferig getal. Hoe groot is de kans dat dit getal oneven is?
A
P = 36 : 60 = 0,6
B
P = 36
C
P = 6
D
P = 6 : 60 = 0,1
Slide 15 - Quizvraag
Naima laat de 3 schijven hiernaast draaien. Elke schijf wijst één cijfer aan, dit vormt samen een driecijferig getal. Hoeveel getallen kleiner dan 400 kan zij draaien?
A
2 x 1 x 2 = 4 getallen
B
4 x 3 x 5 = 60 getallen
C
2 x 4 x 3 = 24 getallen
D
2 x 3 x 5 = 30 getallen
Slide 16 - Quizvraag
Naima laat de 3 schijven hiernaast draaien. Elke schijf wijst één cijfer aan, dit vormt samen een driecijferig getal. Hoe groot is de kans dat zij een getal kleiner dan 400 draait?
A
P = 30 : 60 = 0,5
B
P = 24 : 60 = 0,4
C
P = 30
Slide 17 - Quizvraag
Bij een bordspel zitten 8 rode, 4 blauwe en 2 gele stenen in een zak. Hoe groot is de kans dat je als je twee stenen pakt en voor je neerlegt, dat je 2 blauwe stenen pakt?
In totaal zijn er 14 stenen (8 + 4 + 2), er zijn dus 14 x 13 = 182 manieren om hieruit twee stenen te pakken.
Er zijn 4 x 3 = 12 verschillende manieren om 2 blauwe stenen te pakken
Dus de kans op 2 blauwe stenen is P = 12 : 182 = 0,066
Slide 18 - Tekstslide
Bij een bordspel zitten 8 rode, 4 blauwe en 2 gele stenen in een zak. Hoe groot is de kans dat je als je twee stenen pakt en voor je neerlegt, dat je 2 rode stenen pakt