Spelling G.O. 2 - les 3: cat. 6: aai, ooi, oei - cat. 7: eeuw, ieuw - cat. 14: komma -s- woord

G.O. 2.3 - les 3
Spelling
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

G.O. 2.3 - les 3
Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat is Staal?

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we straks?
Wat weten we van vorige weken?
11. Verkleinwoord

4. Plankwoord
3. Luchtwoord
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten we straks?
Wat weten we van vorige weken?
26. garagewoord

5. eer-oor-eur
ei-ij
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weten we straks?
Wat leren we vandaag?
14. komma -s- woord

7. eeuw-ieuw woord
6. aai-ooi-oei woord
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 5 - Tekstslide

Categorie 6: 
aai-ooi-oei woord
Regel:
Aai-ooi-oei: Ik hoor de /j/, maar ik schrijf de i.

Voorbeeld:
aai: haai, maai
ooi: strooi, mooi
oei: loei, roei

Filmpjes
Link naar: Nederlandse School in Bethesda
Link naar: Meester Jasper

Slide 6 - Tekstslide

Categorie 7: 
eeuw-ieuw woord
Regel:
Eeuw-ieuw woord: Ik denk aan de u

Voorbeelden: 
eeuw: sneeuw, geeuw
ieuw: nieuw, kieuw

Filmpjes:
Link naar: Nederlandse School in Bethesda
Link naar: Meester Jasper

Slide 7 - Tekstslide

Categorie 14: 
komma -s- woord 
Regel:
Komma-s woord: Eerst de komma, dan de s
’s avonds

Voorbeelden: 
  • ’s avonds, 's middags, 's winters

Filmpjes:
Link naar: Nederlandse School in Bethesda
Link naar: Meester Jasper

Slide 8 - Tekstslide

Spel 1: Schrijf je rot!
  1. Maak groepjes van 3.
  2. Kom met je groepje naar mij.
  3. Ga met je groepje aan een tafel zitten. 
  4. Verdeel het blad in 3 delen.
  5. Juf zegt start: schrijf zoveel mogelijk woorden op die bij de categorie horen (1,5 min.). 
  6. Na 1,5 min:  een andere categorie.
Regels
  1. Gebruik je groepjesstem.
  2. Iedereen moet 1x geschreven hebben. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2: Dictee buddy's
  1. Loop langs de tafels met bladen.
  2. Lees de woorden. Onthoudt woorden die jij moeilijk vindt.
  3. Schrijf een dictee voor je buddy. Van elke categorie 5 woorden (totaal 15).  
  4. Dictee klaar? Vraag aan je buddy of je het mag afnemen. 
  5. Kijk het dictee van je buddy na. De fouten leg je uit. Vertel hoe het WEL moet.
  6. Lever de gemaakte dictees in bij het vak Nederlands.
Regels
  1. Als je langs de tafels loopt, is je mond dicht!! Zo niet, consequenties.
  2. Op je dictee komt je eigen naam, de naam van je buddy en het leerplein.
  • Mijn naam: ....
  • Naam buddy: .....
  • Leerplein:.....
  3. Als je het dictee doet lees je zachtjes voor. 
  4. Ik wil niets anders horen dan het dictee of uitleg.
Tip: Gebruik de PowerPoint voor de regels.

Slide 10 - Tekstslide