Kleding maken de mens

Kleding maken de mens
Een les over passende kleding 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kleding maken de mens
Een les over passende kleding 

Slide 1 - Tekstslide

Welke soorten
kleding ken jij?

Slide 2 - Woordweb

kleding 
om je te beschermen
kleding om herkenbaar te zijn als personeel
uniform (herkenbaar)
Sportkleding 
kleding voor hygiene
Reflecterende kleding
(zichtbaarheid)

Slide 3 - Sleepvraag

De eerste indruk

Slide 4 - Tekstslide


Op welk moment vindt de eerste indruk plaats?
A
Als je elkaar voor de eerste keer ziet
B
Als je elkaar voor de derde keer ziet

Slide 5 - Quizvraag


Wat is belangrijk bij een eerste indruk? (meerdere antwoorden)
A
Dat je op tijd bent
B
Dat je veel makeup op hebt
C
Dat je schone kleren aan hebt
D
Dat je veel sieraden draagt

Slide 6 - Quizvraag


Een eerste indruk.....
A
Duurt uren
B
Duurt enkele seconden

Slide 7 - Quizvraag

Een verzorgd uiterlijk!

Slide 8 - Tekstslide


Wat betekent:
er verzorgd uit zien?
A
Dat je een ander goed verzorgd
B
Dat je jezelf goed verzorgd

Slide 9 - Quizvraag


Welk antwoord zegt iets over een verzorgd uiterlijk?
A
Op tijd zijn
B
Glimlachen
C
Nette kleding
D
Een hand geven

Slide 10 - Quizvraag

Een sollicitatiegesprek.
Waar let je op?

Slide 11 - Woordweb

Zoek op internet naar een geschikte outfit voor je sollicitatie gesprek

Slide 12 - Open vraag

Een feest

Slide 13 - Woordweb

Zoek op internet naar een leuke outfit voor een feestje

Slide 14 - Open vraag

Een begrafenis

Slide 15 - Woordweb

Zoek op internet naar een geschikte outfit

Slide 16 - Open vraag

Een gewone schooldag
in de winter

Slide 17 - Woordweb

Zoek op internet naar een geschikte outfit

Slide 18 - Open vraag

Een gewone schooldag
in de zomer

Slide 19 - Woordweb

Zoek op internet naar een leuke zomerse outfit om aan te trekken naar school.

Slide 20 - Open vraag

Een dagje strand

Slide 21 - Woordweb

In welke outfit zie jij jezelf al lekker op het strand liggen?

Slide 22 - Open vraag

De zomer om de hoek
Zodra de zon begint te schijnen worden de jurkjes, naveltruitjes  en korte broeken worden weer uit de kast gehaald.
Trek aan waar je je goed bij voelt, maar het is wel belangrijk rekening te houden met de situatie waar je in zit
EN
De indruk die je graag achter wil laten!

Slide 23 - Tekstslide

Erik is een verlegen jongen. Hij wil er graag onopvallend uitzien. Hoe kleedt hij zich?
A
Een knalgele broek met een rood -shirt
B
Met een smerig shirt.
C
Een grijze trui met capuchon
D
Een broek met grote gaten

Slide 24 - Quizvraag

Marloes is een meisje met flinke borsten. Zij wil liever niet dat anderen daar naar kijken. Wat trekt ze aan
A
Een naveltruitje
B
Een blouse met diep uitgesneden decolleté
C
Een zwarte blouse met jasje eroverheen
D
een t-shirt

Slide 25 - Quizvraag

Hanna vindt het wel leuk om er sexy uit te zien. Wat trekt ze aan?
A
een kort rokje en een naveltruitje

Slide 26 - Quizvraag

Stel dat je na een dagje strand nog boodschappen moet doen. Wat trek je aan?

Slide 27 - Tekstslide

Je haalt op het strand een ijsje bij een ijskar. Trek je iets aan over je zwemkleding?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Je haalt na een dagje strand een doos ijs in de supermarkt. Trek je iets aan over je zwemkleding?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag



In veel andere landen is het verboden om met een blote buik of in bikini de winkel in te gaan. 

Hoe zit dat in Nederland?

Slide 30 - Tekstslide

Na schooltijd wil je met je vrienden naar het strand, trek je je strandkleding alvast aan?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Voordat je naar het strand kan, heb je eerst nog met je stagebegeleider een kennismakingsafspraak voor je nieuwe stage? Hou je rekening met je kleding voor die dag?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Je loopt stage in een winkel. Je stagebegeleider vertelt dat je geen spijkerbroek met gaten aan mag naar je stage. Wat vind jij hiervan?
A
Dat slaat nergens op. Ik ga er tegenin.
B
Natuurlijk hou ik hier rekening mee.
C
Dan ga ik daar geen stage lopen.
D
Met veel tegenzin ga ik akkoord.

Slide 33 - Quizvraag


Schoolkleding of niet?

Slide 34 - Tekstslide


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 35 - Quizvraag


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 36 - Quizvraag


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 37 - Quizvraag


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 38 - Quizvraag


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 39 - Quizvraag


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 40 - Quizvraag


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 41 - Quizvraag


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 42 - Quizvraag


A
Ja
B
nee
C
twijfelachtig

Slide 43 - Quizvraag

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 44 - Tekstslide