htv

Hoofdstuk 6 formeel strafrecht
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 formeel strafrecht

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer word iemand een verdachte?
A
Als er een redelijk vermoeden van schuld is
B
Bij concrete feiten of omstandigheden
C
Als er een strafbaar feit is gepleegd
D
Als je een voorgevoel hebt

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van ernstige bezwaren?
A
Als je een vermoeden hebt
B
Grote maten van Waarschijnlijk dat de verdachte het sf heeft gepleegd
C
Als je het hebt gehoord van een getuige
D
Naar objectieve maatstaven een redelijk vermoeden van schuld

Slide 3 - Quizvraag

Mag een burger bij overtreding aanhouden op heterdaad?
A
Ja
B
Nee
C
Ligt er aan wie het is
D
Mag alleen iemand boven de 18 jaar en jonger dan 40 jaar doen

Slide 4 - Quizvraag

Aan wie word de verdachte voorgeleid?
A
ovj
B
hovj
C
rechter commisaris
D
minister van justitie en veiligheid

Slide 5 - Quizvraag

Wat moet een burger doen zodra hij iemand heeft aangehouden?
A
Mee naar huis nemen en wachten tot de politie er is
B
Laten gaan hij mag geen niemand aanhouden
C
Naar een bevoegde ambtenaar brengen
D
Zijn identiteitsbewijs vorderen

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer is een aanhouding buiten heterdaad mogelijk?
A
Altijd
B
Alleen als het om valse identiteit gegevens opgeven gaat
C
Nooit
D
Misdrijven met een vh feit

Slide 7 - Quizvraag

Mag een boa aanhouden als hij niet bevoegd is?
A
Nee nooit hij is ten slotte niet bevoegd
B
Alleen als burger, hij heeft dan verder geen bevoegdheden
C
Ja als het heterdaad is
D
Ja, boa's zijn bevoegd daartoe

Slide 8 - Quizvraag

Wat is detournement de pouvoir?
A
Dat je iedereen eerlijk behandeld
B
Dat je misbruikt maakt van je bevoegdheden
C
Dat je een keer moet slaan ipv 2 keer
D
Met het minst ingrijpende middel handelen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Wat gebeurd er na een aanhouding?
A
Snel mogelijk na een plaats van verhoor
B
zsm overbrengen naar de rechtbank
C
zsm overbrengen naar tbs kliniek
D
Overbrengen naar de rechter commissaris

Slide 11 - Quizvraag

Hoelang is gevangenhouding?
A
14 dagen
B
110 dagen
C
6-9 uur ligt er aan of het een vh feit is
D
90 dagen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een proformazitting
A
Een zitting die inhoudelijk word behandeld
B
Een zitting waar de verdachte word veroordeeld
C
Een zitting die niet inhoudelijk word behandeld
D
Een ruimte met geluid en beeld voor het verhoor

Slide 13 - Quizvraag

Wat is onderzoek aan het lichaam?
A
Onderzoek is niet alleen het bekijken en betasten van de buiten zijde maar ook het uitwendig schouwen van de openingen en holten van het boven lichaam
B
Alleen het bekijken en het betasten van de buiten zijde
C
D
Dit weet niemand dit is geheim

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een beschermde plaats?
A
Museum
B
Kerk
C
Leidseplein
D
Albertheijn

Slide 15 - Quizvraag

Wat is in beslag namen?
A
Het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve aan strafvordering
B
Afpakken van voorwerpen
C
Stelen
D
Bij het fouilleren controleren van tassen en andere voorwerpen

Slide 16 - Quizvraag

Mag je zonder toestemming van een (h)ovj een huis binnentreden
A
Ja alleen als het niet ander kan
B
Nee, nooit dit is streng verboden

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een eigendom?
A
Meest omvattend recht wat een persoon op een zaak kan hebben
B
Als je iets leent van iemand en het even bewaard
C
Als je iets hebt gekocht samen met je man
D
Iets wat je bij je draagt

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer is iets vatbaar voor in beslag neming?
A
Waarheid aan de dag brengen
B
Wederrechtelijk verkregen voordeel
C
Ontrekken aan het verkeer
D
Verbeurd worden verklaard

Slide 19 - Quizvraag

Wat word niet gezien als een geldig identiteitsbewijs?
A
Vreemdelinge document
B
Geboorte akte
C
Bankpasje met je naam erop
D
Pasport

Slide 20 - Quizvraag

Vanaf wanneer mag je strafrechtelijk vervolgd worden?
A
Vanaf 16 jaar
B
Vanaf 12 jaar
C
Vanaf 18 jaar
D
Vanaf 21

Slide 21 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd heb je identificatie plicht
A
Altijd
B
Nooit
C
14
D
16

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video