Les 3 hormoonstelsel

Les 3: Geslachtsorganen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3: Geslachtsorganen

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Planning
  • Lesdoelen
  • Terugblik vorige les 
  • Geslachtsorganen 
  • Deelopdracht 4

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les geslachtshormonen benoemen en hun werking beschrijven.
  • Aan het einde kan je de geslachtsorganen benoemen van de vrouw en de man.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van 
vorige week?

Slide 4 - Tekstslide

x
x
x
x
x
x
x
T3 + T4
TRH
TSH
Hypofyse
Hypothalamus
Schildklier
Negatieve terugkoppeling

Slide 5 - Sleepvraag

De geslachtskenmerken
Mannen en vrouwen hebben verschillende kenmerkende eigenschappen: 
de geslachtskenmerken.

Primaire geslachtskenmerken: Dit zijn geslachtskenmerken die vanaf de geboorte aanwezig zijn.
Secundaire geslachtskenmerken : Dit zijn geslachtskenmerken die zich tijdens de puberteit ontwikkelen.


Slide 6 - Tekstslide

De mannelijke geslachtskenmerken
De primaire mannelijke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte bij een jongen aanwezig. Dit zijn:

  • de penis;
  • de zaadballen;
  • de prostaat;
  • de bijballen;
  • de zaadleiders.

Slide 7 - Tekstslide

De mannelijke geslachtskenmerken
Dan zijn er ook nog de secundaire mannelijke geslachtskenmerken. 

  • een volgroeide penis en zaadballen;
  • een lager klinkende stem vanaf het moment dat mannen de ‘baard in de keel’ krijgen;
  • beharing onder de oksels, in de schaamstreek, in het gezicht, op de borst, schouders, rug, armen en benen;
  • meer spierontwikkeling.

Slide 8 - Tekstslide

De vrouwelijke geslachtskenmerken
De primaire vrouwelijke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte bij een meisje aanwezig. Dit zijn:

  • de vulva;
  • de vagina;
  • de baarmoeder;
  • de eierstokken;
  • de eileiders.

Slide 9 - Tekstslide

De vrouwelijke geslachtskenmerken
Dan zijn er ook nog de secundaire vrouwelijke geslachtskenmerken

  • een volgroeide vulva, baarmoeder en eierstokken;
  • de ongesteldheidscyclus (menstruatiecyclus);
  • borsten;
  • beharing onder de oksels en in de schaamstreek;
  • een breder wordend bekken;
  • meer onderhuids vet op plaatsen als de heupen en bovenbenen.

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je al van de geslachtsorganen?

- Vouw het blad dubbel
- Teken aan de ene kant het mannelijke geslachtsorgaan en aan de andere kant het vrouwelijke geslachtsorgaan?

Telefoon weg en laptop dicht

Slide 11 - Tekstslide

Pak de laptop erbij en zoek op:
Vul je tekening aan met de juiste informatie (alle mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen).
Benoem bij elk geslachtsorgaan het volgende:
Wat is het?
Heeft het meerdere lagen/onderdelen? 
Zo ja, waar bestaat het uit?
Wat is de functie óf welke processen vinden er plaats?
 

Slide 12 - Tekstslide

De penis
De penis kan worden onderverdeeld in drie delen:
  • De wortel
  • De schacht
  • De eikel

De penis bestaat uit drie zwellichamen. 

Slide 13 - Tekstslide

De balzak en de zaadballen
 In de balzak liggen de zaadballen, de bijballen, de bloedvaten en de zenuwen. 

De zaadballen zijn de mannelijke geslachtsklieren.

In de zaadballen liggen gekronkelde buisjes: de zaadbuisjes. 

Slide 14 - Tekstslide

De bijbal
De bijbal heeft een aantal functies:
  • zaadcellen beschermen en bewaren
  • ontwikkeling en groei
  • zaadcellen vervoeren naar de zaadleider


Het proces van spermarijping en beweeglijk worden duurt ongeveer 72 dagen. Het sperma brengt de eerste 50 dagen door in de teelballen en de laatste 22 tot 24 dagen in de bijbal, waar het rijpt en beweeglijk wordt

Slide 15 - Tekstslide

De zaadleider
De zaadleider loopt vanaf de balzak tot boven de prostaat

De zaadleider vervoert zaadcellen vanuit de bijbal naar de urinebuis.


Slide 16 - Tekstslide

De zaadblaasjes
Deze klieren produceren dik, doorzichtig vocht. 

Het sperma dat tijdens de zaadlozing uit de penis komt, bevat zaadvocht en zaadcellen.

Zaadvocht bevat ook fructose, en suiker.

Slide 17 - Tekstslide

De vulva
  • De venusheuvel
  • Buitenste schaamlippen
  • Binnenste schaamlippen
  • voorhof
  • Clitoris

Slide 18 - Tekstslide

De eierstokken
De eierstokken zijn de geslachtsklieren van de vrouw.

In de eierstokken vinden twee belangrijke processen plaats:
  1. de groei en rijping van een eiblaasje;
  2. de aanmaak van geslachtshormonen, onder andere oestrogeen en progesteron.

Slide 19 - Tekstslide

De eileiders
Het laatste stukje van de eileider is over de eierstok heen gebogen. 

De eicel komt dus gemakkelijk in de eileider terecht en wordt naar de baarmoeder vervoerd.

Slide 20 - Tekstslide

De baarmoeder
De baarmoeder bestaat uit:

  • de baarmoederhals;
  • het lichaam van de baarmoeder.

De baarmoederwand bestaat uit drie lagen.

  1. een dun laagje buikvlies, dat de baarmoeder aan de buitenkant bedekt;
  2. een dikke laag glad spierweefsel;
  3. een slijmvlieslaag, die de binnenkant van de baarmoederholte bedekt (baarmoederslijmvlies).


Slide 21 - Tekstslide

De vagina
Het is de verbinding tussen de baarmoeder en de buitenwereld. 

De vaginawand, die erg elastisch en rekbaar is, bestaat uit drie lagen. Van binnen naar buiten zijn dit:
  • een slijmvlieslaag;
  • een gladde spierlaag;
  • een laag elastisch bindweefsel.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe werken de hormonen:
 1: Menstruatiecyclus (welke hormonen hebben invloed en hoe gaat cyclus
2: De zwangerschap(welke hormonen zijn er en hoe werkt dat dan?)
3: Hoe worden de vrouwelijke geslachtshormonen aangestuurd en welke functies hebben ze naast de voortplanting?
Welke zijn er en wat doen ze? Benoem en laat zien hoe dit proces gaat.
4: Hoe worden de mannelijke geslachtshormonen aangestuurd en welke functies hebben ze naast de voortplanting? 
Welke zijn er en wat doen ze? Benoem en laat zien hoe dit proces gaat.
timer
25:00

Slide 23 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan je het verschil benoemen tussen primaire en geslachtskenmerken
  • Aan het einde van de les kan je minimaal 4 geslachtsorganen benoemen van de man
  • Aan het einde van de les kan je minimaal 4 geslachtsorganen benoemen van de vrouw

Slide 24 - Tekstslide