De wondere wereld van de Dementie

Mijn kennis over dementie en hersenen.
0100
1 / 25
volgende
Slide 1: Poll
OGK les 4 DementieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mijn kennis over dementie en hersenen.
0100

Slide 1 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:38
Welk soort brein bevind zich in het onderbrein?
A
emotioneel brein
B
rationeel brein
C
Geen idee
D
Beiden

Slide 3 - Quizvraag

In het onderbrein zit het emotioneel brein.
Hiermee reageren we vanuit de emotie. Honger, boos, na apen. 

In het bovenbrein het rationeel brein.
Hiermee overdenken we en nemen we beslissingen.
01:23
Wat zijn dynamische prikkels?
A
Lezen
B
Geluiden
C
Geuren
D
Stil staande beelden

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:33
Wat zijn statische prikkels?
A
Lawaai
B
Geluidloos
C
Bewegende beelden
D
Stil staande beelden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:07
Wat gebeurd er met de hersenen bij dementie?
A
Het bovenbrein functioneert minder goed
B
Het onderbrein functioneert minder goed
C
Het boven en Onderbrein functioneren beiden nog goed
D
Het boven en Onderbrein functioneren beiden niet goed

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen
hersencentra

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er mee bedoeld als automatisch beweegpatronen niet met goed verlopen?
A
Het verrichten van handelingen verloopt erg langzaam
B
Het verrichten van de volgorde van handelingen gaat niet goed.
C
Men herkend een nieuwe omgeving niet meer
D
Men herkend oude dingen in een nieuwe omgeving niet meer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak zelfstandig de opdrachten in deze les.
Lever je uitwerking in op teams.
Opdrachten worden volgende week woensdag besproken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8 inzichten 
1. er is een indeling van hersenen mogelijk naar vier niveaus en de bijhorende functies
2. een gunstige omgeving
3. Het doseren van prikkels is belangrijk
4. het is ongunstig om mensen met dementie te laten falen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.  Het geheugen bestaat uit plaatjes
6. externe prikkels kunnen doelgerichte bewegingen bevorderen
7.  Mensen met dementie kunnen impulsen, emoties en stemmingen niet meer bedwingen
8. minder behoefte aan slaap en meer behoeften aan dutten en veel licht overdag

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. indeling van hersenen, 4 niveaus
Het eerste en meest simpele niveau in de hersenen is het niveau van de ongerichte
bewegingen en van de enkelvoudige prikkel die binnenkomt. Op dit niveau kunnen
neurologische stoornissen ontstaan: de verlammingen, het wel of niet voelen van een
aanrakingsprikkel, de reflexen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.

Kijk het filmpje van 0 – 3.15 minuten.
Maak daarna onderstaande vragen
Vraag 1. Beschrijf een situatie waarin je angst hebt ervaren en jij zelf vluchtte, ging vechten of bevroor.
Vraag 2: Hoe heb jij deze situatie ervaren? 

Vraag 3: Had je iets anders willen doen? 

Vraag 4: Had je iets anders kunnen doen?  

Vraag 5: Denk je dat situaties waarin je lichaam wil vluchten, vechten of bevriezen vaak voorkomt in je werk als verpleegkundige?  

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Open de onderstaande hyperlink  en lees de tekst op de website. Lees het niet helemaal, maar scrol een beetje naar beneden en begin bij het hoofdstuk ‘Over dementie en de amygdala (amandelvormige kern).  

De amandelkern scant dus voortdurend bij alles wat op ons afkomt of het gevaar vormt. Als hij gevaar signaleert komt het mechanisme vechten, vluchten of bevriezen in werking.
Vraag 1: Beschrijf drie situaties waarin je zorgvrager ging vechten, vluchten of bevriezen. 
Vraag 2: Wat was de aanleiding? 
Vraag 3: Wat was het gedrag van de zorgvrager?  
Vraag 4: Hoe had het aanslaan van de amandelkern voorkomen kunnen worden?  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
Open de link en lees blz. 14 en 15 van het boek en maak onderstaande vragen. 
Vraag 1: Waarom is het goed dat we (gezonde mensen) laag 3 en 4 van ons brein niet nodig hebben bij het aan laten slaan van de amandelkern?

Vraag 2: Wat is het verschil tussen de werking van de amandelkern bij gezonde mensen en mensen met dementie?  

Vraag 3: Hoe kun je het aanslaan van de amandelkern bij een dementerende zorgvrager voorkomen?  

Vraag 4: Als de amandelkern al is aangeslagen, wat kun je dan doen om deze weer te kalmeren? 

https://academievoorzorgendnederland.nl/wp-content/uploads/2017/09/Inleiding-DE-WONDERE-WERELD-VAN-DE-DEMENTIE.pdf

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies