Foodmarketing les 2

Les 2 - foodmarketing
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 2 - foodmarketing

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Week 1 - Inleiding in foodmarketing en reclamecode

Week 2 - Doelgroep, positionering, consumentengedrag en winkelformule

Week 3 - Winkelformule bekijken

Week 4 -Voedingsclaims, wet- en regelgeving

Week 5 - Uitleg en maken marketingplan

Week 6 - Presentatie marketingplan

Week 7 - Herhaling lesstof

Week 8 - Eindtoets

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les:
  • Kun je de doelgroep omschrijven
  • Kun je het begrip positioneren omschrijven
  • Weet je hoe je kunt positioneren
  • Kun je het begrip consumentengedrag omschrijven
  • Weet je hoe het consumentengedrag beïnvloedt kan worden door winkeliers
  • Weet je hoe het consumentengedrag beïnvloedt wordt door sociale factoren

Slide 3 - Tekstslide

Misleiding
  • Het geven van een onjuiste indruk
  • Reclame is soms misleidend

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Sluikreclame
een marketingtactiek waarbij er in een toneelstuk, film, televisieserie of boek reclame wordt gemaakt voor een bestaand commercieel product terwijl er tegenover de kijker of lezer niet volledig duidelijk is gemaakt dat het om reclame gaat

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Doelgroep
  • Succes? Bereiken juiste doelgroep
  • Behoefte van potentiële klant in beeld?
  • Dan kun je je product hierop aanpassen!

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een doelgroep?

Slide 9 - Woordweb

Hoe bepaal je de juiste doelgroep?
  1. Durf te specificeren
  2. Segmenteer de markt
  3. Maak een klantenanalyse
  4. Voer een markt- of consumentenonderzoek uit

Slide 10 - Tekstslide

1. Durf te specificeren
  • Wie is je klant?
  • Durf te kiezen
  • Valkuil is een brede doelgroep
  • Specifieker=beter

Slide 11 - Tekstslide

2. Segmenteer de markt
  • Markt opdelen in herkenbare groepen?
  • Mannen of vrouwen?
  • Ouderen of jongeren?
  • Carrièremakers of middenklassers?
  • Inwoners van Twente of heel Nederland?
  • Opleiding, woonplaats, geloof, sociaal-economische achtergrond
  • Doelgroep moet groot genoeg zijn om winst te maken!

Slide 12 - Tekstslide

3. Maak een klantenanalyse
  • Inzicht doelgroep verder vergroten
  • Ontdekken wie de klant is en hoe je deze kunt bereiken
  • Wat zijn de algemene kenmerken van mijn doelgroep?
  • Welke behoeftes hebben mijn potentiële klanten?
  • Hoe waarderen bestaande klanten mijn product en service?
  • Hoe trouw zijn de klanten aan mijn product?

Slide 13 - Tekstslide

4. Voer een marktonderzoek uit
  • Welke spelers zijn er nog meer op de markt?
  • Wie zijn mijn belangrijkste concurrenten?
  • Wat speelt er in mijn branche?
  • Houden van enquetes en interviews
  • SWOT-analyse uitvoeren

Slide 14 - Tekstslide

Maar er zijn ook concurrenten...

...en daarom moet je je positioneren!


Positioneren is het kiezen van een onderscheidende, relevante en geloofwaardige positie in het hoofd van de (ideale) klant. Door een goede positionering krijg je een voorkeurspositie bij de doelgroep. De doelgroep zal de merken, producten, diensten en oplossingen als eerste overwegen en als beste waarderen.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zou jij "water" onder
de aandacht brengen van
jouw klant?

Slide 16 - Woordweb

Opdracht
  • Positioneer een gezonde snack
  • Hou rekening met de concurrentie in gezonde snacks


Slide 17 - Tekstslide

Invloed uitoefenen op de consument: Consumentengedrag
  • Communicatiegedrag -> afhankelijk van hoeveelheid info over product, dienst
  • Koopgedrag ->     afhankelijk van het artikel en jouw budget
  • Winkelgedrag ->  afhankelijk van het artikel en hoe leuk je winkelen vindt
  • Gebruiksgedrag -> afhankelijk van het doel waarvoor je iets koopt, de waarde van en kennis over het product

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Verkoopbevordering door winkeliers:

1. Reclameaanbiedingen

2. Goede displays maken

3. Goede ruilregels en service bieden

4. Een kinderspeelhoek hebben

5. Ruime betalingsmogelijkheden bieden

6. Een sfeervolle winkelinrichting

7. Ruimte winkeltijden

8. Aantrekkelijke artikelen inkopen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Koopgedrag door sociale invloeden:

1. De woonomgeving

2. De opvoeding

3. De groep

4. De leeftijd

5. De rollen die je vervult

Slide 25 - Tekstslide

Bij welke sociale invloed hoort jouw uitgaansgelegenheid?
A
Opvoeding
B
Woonomgeving
C
Leeftijd
D
Rollen

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke sociale invloed horen normen en waarden
A
Woonomgeving
B
Leeftijd
C
Groep
D
Opvoeding

Slide 27 - Quizvraag

Bij welke sociale invloed hoort het kopen van kniebeschermers?
A
Woonomgeving
B
Leeftijd
C
Groep
D
Opvoeding

Slide 28 - Quizvraag

Bij welke sociale invloed hoort het kopen van een schooltas?
A
Opvoeding
B
Leeftijd
C
Rollen
D
Groep

Slide 29 - Quizvraag

Bij welke sociale invloed hoort jouw bijbaan als vakkenvuller?
A
Rollen
B
Leeftijd
C
Opvoeding
D
Groep

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide