Wero: Buideldieren

Welkom bij de les wero. Tijdens deze les leren we iets bi j over de buideldieren en meer specifiek over de kangoeroe.

Kangoeroes zijn buideldieren maar er zijn ook nog andere buideldieren zoals de wombat of de buideleikelmuis. Ook over de kangoeroe of wallaby gaan jullie nu heel veel te weten komen.
Neem nu leesboek 3 pagina 1 t.e.m. 4 en dat lezen jullie heel aandachtig. Let op straks komt een quiz. Kijk nadien ook naar het filmpje over de kangoeroe op de volgende slide.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij de les wero. Tijdens deze les leren we iets bi j over de buideldieren en meer specifiek over de kangoeroe.

Kangoeroes zijn buideldieren maar er zijn ook nog andere buideldieren zoals de wombat of de buideleikelmuis. Ook over de kangoeroe of wallaby gaan jullie nu heel veel te weten komen.
Neem nu leesboek 3 pagina 1 t.e.m. 4 en dat lezen jullie heel aandachtig. Let op straks komt een quiz. Kijk nadien ook naar het filmpje over de kangoeroe op de volgende slide.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waar leven heel veel kangoeroes?
A
België
B
Australië
C
Afrika
D
Duitsland

Slide 3 - Quizvraag

Hoe koelen kangoeroes af?
A
Ze zweten, net zoals wij
B
Ze kruipen in de koelkast
C
Ze zwemmen in koud water
D
Ze likken aan hun voorpoten

Slide 4 - Quizvraag

Waar zijn kangoeroes minder goed in?
A
zien
B
voelen
C
ruiken
D
smaken

Slide 5 - Quizvraag

Waar zijn kangoeroes goed in?
A
zien
B
voelen
C
ruiken
D
smaken

Slide 6 - Quizvraag

Waarvoor dient de staart?

A
evenwicht bewaren
B
om vijanden af te schrikken
C
om af te koelen
D
om voedsel te zoeken

Slide 7 - Quizvraag

Waarom jagen mensen op kangoeroes?

A
voor hun huid -> leder
B
voor hun vacht -> trui
C
voor hun vlees -> biefstuk
D
voor hun klauwen

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is de kangoeroe een echte kampioen

A
ze kunnen vlug lopen
B
ze kunnen ver springen
C
ze kunnen goed jagen
D
ze kunnen goed zwemmen

Slide 9 - Quizvraag

Wat eten ze?

A
snoepjes
B
grassen
C
planten
D
vlees (kleinere dieren en insecten)

Slide 10 - Quizvraag

Klaar!

Slide 11 - Tekstslide