mon ma mes

Bonjour tout le monde



Programme:
- Herhaling Bezittelijk voornaamwoord
   via LessonUp (log vast in)
- Werkblad over het Bezittelijk
   voornaamwoord (huiswerk)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour tout le monde



Programme:
- Herhaling Bezittelijk voornaamwoord
   via LessonUp (log vast in)
- Werkblad over het Bezittelijk
   voornaamwoord (huiswerk)

Slide 1 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Leerdoel: 
- aan het einde van de les herken ik het bezittelijk voornaamwoord in een Franse zin
- aan het einde van de les kan ik een zin maken met het bezittelijk voornaamwoord in het Frans

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

CH3 bron H: het bezittelijk voornaamwoord (1)






Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  
BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 6 - Tekstslide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Tekstslide

tante
parents
père
mon
ma
mes

Slide 8 - Sleepvraag

C'est ... père.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 9 - Quizvraag

(hun) ... plage (v)
A
leurs
B
notre
C
votre
D
leur

Slide 10 - Quizvraag

(hun) ... chats sont très mignons.
A
vos
B
nos
C
leur
D
leurs

Slide 11 - Quizvraag

onze ouders
A
vos parents
B
ses parents
C
leurs parents
D
nos parents

Slide 12 - Quizvraag

Waar moet je opletten als je een bezittelijk voornaamwoord invult?
Vul 3 dingen in

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

mijn vriend
A
mon ami
B
mes ami
C
ma ami

Slide 17 - Quizvraag

mijn vriendin
A
mon amie
B
mes amie
C
ma amie

Slide 18 - Quizvraag

jouw tafel
A
ton table
B
tes tables
C
ta table

Slide 19 - Quizvraag

haar stoel
A
son chaise
B
ses chaises
C
sa chaise

Slide 20 - Quizvraag

zijn stoel
A
son chaise
B
ses chaises
C
sa chaise

Slide 21 - Quizvraag

haar kast ( v)
A
son armoire
B
ses armoires
C
sa armoire

Slide 22 - Quizvraag

uw bed

A
votre lit
B
vos lits
C
notre lit
D
nos lits

Slide 23 - Quizvraag

hun keukens
A
nos cuisines
B
leur cuisine
C
vos cuisines
D
leurs cuisines

Slide 24 - Quizvraag

haar tuin ( m)
A
son jardin
B
ses jardins
C
sa jardin

Slide 25 - Quizvraag

Les devoirs
Huiswerk: maak het uitgedeelde werkblad.
Gebruik het schema bij bron H (blz. 126).

Let op: je mag een online woordenboek gebruiken om op te zoeken of woorden mannelijk of vrouwelijk zijn!

Bijvoorbeeld "la table" = vrouwelijk

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide