Ontdek de Wondere Wereld van Diersoorten

Wat weet je al over verschillende diersoorten?
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weet je al over verschillende diersoorten?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ontdek de Wondere Wereld van Diersoorten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les zul je in staat zijn om verschillende diersoorten te herkennen en begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn diersoorten?
Diersoorten zijn groepen van dieren die op elkaar lijken en zich met elkaar kunnen voortplanten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoogdieren
Zoogdieren zijn warmbloedige dieren die hun jongen zogen met melk. Voorbeelden zijn honden, katten en olifanten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vogels
Vogels hebben veren, leggen eieren en kunnen vliegen. Voorbeelden zijn papegaaien, adelaars en pinguïns.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reptielen
Reptielen hebben schubben, leggen eieren en zijn koudbloedig. Voorbeelden zijn slangen, krokodillen en schildpadden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amfibieën
Amfibieën leven zowel op het land als in het water en leggen eieren in het water. Voorbeelden zijn kikkers en salamanders.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vissen
Vissen leven in het water, hebben kieuwen om te ademen en leggen eieren. Voorbeelden zijn goudvissen, haaien en zalm.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insecten
Insecten hebben een exoskelet, zes poten en vaak vleugels. Voorbeelden zijn bijen, vlinders en mieren.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.