10.3 Machines werken
1 / 32
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Dit hoofdstuk start met info over automaten. Deze afbeelding laat een aantal herkenbare automaten zien. Je stopt er geld in en maakt een keuze (= input), de automaat maakt je product gereed (proces) en presenteert het product (output).
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Bloedsomloop bestaat uit...
A
Hart en bloedvaten
B
Alleen het hart
C
Alleen de bloedvaten
D
Alleen bloedvaten
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke bloedsomloop
staat hier afgebeeld?
staat hier afgebeeld?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Zuurstofrijk bloedsomloop
D
Ademhaling bloedsomloop
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is dit een parallelschakeling of een serieschakeling?
A
Parallelschakeling
B
Serieschakeling
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kees wilt drie lampjes parallel schakelen. Hierbij wilt hij dat ieder lampje apart aan of uit te zetten is door een schakelaar. Welk schakelschema moet Kees gebruiken?
A
B
C
D
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
De definitie van het woord 'automaat' bepalen.
Slide 10 - Tekstslide
Enkele voorbeelden van automaten uit het huishouden.
Slide 11 - Tekstslide
Inleiding op begrippen input en output. Gebruik de woorden invoer en uitvoer bij de uitleg. Ter illustratie het voorbeeld van een computer die input krijgt, informatie verwerkt en daarna een output geeft.
Slide 12 - Tekstslide
Een automatisch systeem in blokschema. Het voorbeeld komt uit het leesboek p. 22.
Slide 13 - Tekstslide
Blokschema met feedback-loop. Verdieping van de vorige dia over blokschema's. Afbeelding komt uit het leesboek p. 23.
Slide 14 - Tekstslide
Even stilstaan bij het nut van deze kennis (relevantie).
Slide 15 - Tekstslide
Een beslisboom is een andere naam voor een stroomdiagram, het lijkt een beetje op een blokschema.
Je kan deze dia gebruiken om even kort stil te staan bij de verschillen en overeenkomsten tussen een stroomdiagram en een blokschema. Blokschema is vaak een sequentie (lineaire reeks). Een stroomdiagram is vaak complexer (neigt naar een algoritme).
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Dia voor het wisselmoment naar de opdracht.
Slide 18 - Tekstslide
Een opdracht om te checken of de leerlingen het begrijpen. Geef de opdracht om zelf een blokschema te tekenen over een automatisch systeem thuis. Feedback is een verdieping voor Havo.
Ga vooraf naar https://whiteboard.fi/ en zet een 'new class' klaar. Deel de link naar de class in de vergaderchat.
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Om de werking van een sensor te begrijpen moet de leerling het begrip 'regelbare weerstand' eerst begrijpen.
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 25 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 26 - Tekstslide
En er zijn nog veel meer sensoren...
Slide 27 - Tekstslide
Deze dia brengt de kennis over het blokschema samen met de nieuwe kennis over sensoren. In dit voorbeeld een blokschema van een thermometer (NTC).
Slide 28 - Tekstslide
Er volgen nu twee kennisvragen.
Een LDR is gevoelig voor
A
warmte
B
licht
C
beweging
D
geluid
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke weerstand wordt er gebruikt?
A
LDR
B
Ohmse weerstand
C
NTC
D
Magneet sensor
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 31 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 32 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
