Herhaling 2023

Goederen ontvangen en opslaan

Helpende zorg en welzijn:
Goederen netjes opslaan in het magazijn van de zorgorganisatie.
Een doos eieren die het kortst houdbaar is vooraan zetten in de koelkast.
Medewerker facilitaire dienstverlening:
De inhoud van een bestelling kantoorartikelen controleren met behulp van de pakbon.
Dozen met papier voor de printer netjes opstapelen in het magazijn.









1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goederen ontvangen en opslaan

Helpende zorg en welzijn:
Goederen netjes opslaan in het magazijn van de zorgorganisatie.
Een doos eieren die het kortst houdbaar is vooraan zetten in de koelkast.
Medewerker facilitaire dienstverlening:
De inhoud van een bestelling kantoorartikelen controleren met behulp van de pakbon.
Dozen met papier voor de printer netjes opstapelen in het magazijn.









Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Controle pakbon
Pakbon in doos of 
in envelop op de doos.
Bestelbon of orderbevestiging nodig om te controleren.

Afwijkingen direct doorgeven aan je leidinggevende.
Melden bij de leverancier.
Zijn de goederen onbeschadigd?

Klopt de houdbaarheidsdatum?
Werken ze goed?

Zitten de juiste aantallen in de verpakking?

Zijn de juiste goederen geleverd?

Zijn alle onderdelen aanwezig? 

Slide 3 - Tekstslide

ONTVANGST
Je tekent voor ontvangst op de vrachtbrief als de leverancier de goederen heeft gebracht.

Wat doe je als er iets niet klopt? --> aantekening maken of goederen niet aannemen.

Slide 4 - Tekstslide

ONTVANGEN EN CONTROLEREN
Jan-Pieter ontvangt de bestelling van de leverancier en checkt deze. Dit is ook iets wat jij als helpende zou kunnen doen in een bedrijf. 

STEL: je hebt 5 dozen luiers besteld van het merk 'Pamper' en 7 dozen luiers van het merk 'Huggeys'. Bij levering kom je erachter dat je 12 dozen 'Pampers' hebt gekregen...

Slide 5 - Tekstslide

Vrachtbrief
Is gemaakt door de transporteur
Bijvoorbeeld: DHL, PostNL of een andere pakketdienst 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

CONTROLE VRACHTBRIEF
Controleren met aanwezigheid chauffeur 
Als het niet klopt, weigeren.
In orde, tekenen voor ontvangst
Of een aantekening op de vrachtbrief en accepteren 

Slide 9 - Tekstslide

Fifo

First in, first out
Let op de datum!
Levensmiddelen die als eerste zijn binnen gekomen, moeten als eerste weer weg.

Lifo

Last in, last out 

Zware goederen niet onnodig verplaatsen

Slide 10 - Tekstslide

Bij het opslaan let je op:
Waar moet je de goederen opslaan droog of koel bewaren?
Zet goederen niet op de vloer (kan nat worden)
Gebruik een stellingskast of pallet
Maak stapels niet te hoog
Zorg ervoor dat etiketten te lezen zijn
Houd het magazijn schoon en opgeruimd

Slide 11 - Tekstslide

Koelkast max. 7 graden
- Rauw vlees, vleeswaren, gebak, kaas en eieren en gesneden groenten waar op staat 'koel bewaren'
- Of producten die je na openen koel moet bewaren
- Product dat in de winkel in de koeling ligt, bewaar je thuis ook in de koeling

Slide 12 - Tekstslide

Koeling 
Geen levensmiddelen in blik in de koelkast 
Ordelijk en overzichtelijk 
Zet geen goederen op de grond of tegen de wand
Doe de deur dicht als je er weer uit gaat koelkast 
Ordelijk en overzichtelijk 
Zet geen goederen op de grond of tegen de want
Doe de deur dicht als je er weer uit gaatin de koelkast 
Ordelijk en overzichtelijk 
Zet geen goederen op de grond of tegen de want
Doe de deur dicht als je er weer uit gaat slagruimte waar je in kan lopen

Slide 13 - Tekstslide

Vriezer of het vriesvak
Hoelang je producten kan bewaren staat op de verpakking 
Zet geen warme producten in de vriezer

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk
Theorie eerst goed lezen en markeren daarna pas de opdrachten!!:
• 19.1 Inleiding
• 19.2 Ontvangen en controleren
• 19.3 Opslaan
• 19.4 Levensmiddelen

Thieme Meulenhoff Dienstverlenende werkzaamheden:
Hoofdstuk 7 onderdeel 19 alle opdrachten


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Op een ......... staat wat er in de verpakking zit
A
Pakbon
B
Bestelbon

Slide 17 - Quizvraag

Het overzicht van de bestelling van de klant, heet een
A
Pakbon
B
Orderbevestiging

Slide 18 - Quizvraag

Op een ..........staat een overzicht van goederen die besteld moeten worden.
A
Bestelbon
B
Pakbon

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een bestelbon en een orderbevestiging?
A
Een bestelbon vult de medewerker zelf in
B
Een bestelbon wordt door de leverancier ingevuld
C
Een orderbevestiging stuurt een medewerker naar de leverancier
D
Op een bestelbon staan de goederen die je gaat ontvangen

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noemen we artikelen zoals koffie, luiers, medicijnen die op voorraad liggen?
A
Producten
B
Spullen
C
Goederen
D
Dozen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we het tellen van de voorraad ook wel?
A
Uitrekenen
B
Inventariseren
C
Verzamelen

Slide 22 - Quizvraag

Op welke datum was de
minimumvoorraad
bereikt
bij dit bedrijf?
A
5 januari
B
1 februari
C
15 maart
D
1 maart

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een bestelbon en een orderbevestiging
A
Een bestelbon vul je zelf in
B
Een bestelbon wordt door de leverancier ingevuld
C
Een orderbevestiging stuur je zelf naar de leverancier
D
Op een bestelbon staan de goederen die je gaat ontvangen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een WMS?
A
online voorraadsysteem
B
een warenhuisverkoper
C
de supermarkt voorraad
D
een magazijnmedewerker

Slide 25 - Quizvraag

BARCODE

Slide 26 - Sleepvraag

Je kunt het product nog gebruiken na deze datum als het nog goed proeft/ruikt
Je kunt het product tot en met deze datum gebruiken

Slide 27 - Sleepvraag

DE UVD van het brood in de winkel staat op 25 september. Mag een winkel het brood nog verkopen op 26 september?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een barcode en een SKU-code?
A
Barcode wordt gelezen door een mens, SKU door machine
B
Barcode wordt gelezen door een machine, SKU door een mens
C
Barcode is een cijfer/lettercode
D
SKU is alleen een cijfercode

Slide 29 - Quizvraag

T.G.T.
Te Gebruiken Tot wordt vooral gebruikt bij lang houdbare producten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Producten met T.H.T. kunnen na de datum nog gegeten worden als je kijkt, ruikt, en proeft
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Hoe noemen we het document waarmee je een levering kan controleren op volledigheid?
A
Orderbevestiging
B
Pakbon
C
Bestelbon
D
Kassabon

Slide 32 - Quizvraag

FIFO
LIFO

Slide 33 - Sleepvraag

Voorraadadministratie
Voorraadadministratie = bijhouden in een systeem welke goederen er op voorraad liggen

Bijgehouden in een WMS = warehouse management system. (digitaal systeem) Vertaling: Magazijn Management Systeem)

Dit systeem geeft een signaal wanneer er goederen bij besteld moeten worden


Slide 34 - Tekstslide