taal les 11

tijd
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

tijd

Slide 1 - Woordweb

hoe lang is een kwartier?
A
30 minuten
B
15 seconden
C
15 minuten
D
3 maanden

Slide 2 - Quizvraag

hoe noem je 30 minuten?
A
uur
B
half uur
C
jaar
D
kwartier

Slide 3 - Quizvraag

hoe lang duurt 1 minuut?
A
30 tellen
B
60 minuten
C
een half uur
D
60 tellen

Slide 4 - Quizvraag

het wordt bijna weer zomertijd.
Wat moet papa of mama dan doen?
A
de klok een uur verzetten
B
vroeger opstaan
C
het terras schoonmaken
D
zomerkleren kopen

Slide 5 - Quizvraag

hoe noem je het als iets niet de hele tijd duurt?
A
tijdstip
B
tijdelijk
C
verstrijken
D
tijdsduur

Slide 6 - Quizvraag

wat past er in de zin:

wat is de ............... van deze film?
A
tijdstip
B
tijdelijk
C
tijdsduur
D
verstrijken

Slide 7 - Quizvraag

wat betekent: voortdurend?

A
heel kort
B
de hele tijd
C
soms
D
af en toe

Slide 8 - Quizvraag

wat betekent: verstrijken
A
opletten
B
kleding glad maken
C
doorwerken
D
de tijd gaat langzaam voorbij

Slide 9 - Quizvraag

wat betekent:
in een mum van tijd
A
heel langzaam
B
heel snel
C
nooit
D
soms

Slide 10 - Quizvraag

wat betekent: tijdstip
A
een bepaalde tijd
B
een kort moment
C
een stip op papier
D
een lange tijd

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide