Thema 6 - Ecologie

PO ecologie
Oefentoets Ecologie
Volgende week: toets ecologie!
Ecologie
1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PO ecologie
Oefentoets Ecologie
Volgende week: toets ecologie!
Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 1: Eten en gegeten worden
Basisstof 2: Piramiden
Basisstof 3: Koolstofkringloop en stikstofkringloop
Basisstof 4: Biologisch evenwicht
Basisstof 5: Aanpassingen bij dieren
Basisstof 6: Aanpassingen bij planten
Thema 6 Ecologie

Slide 2 - Tekstslide

Basisstof 1
Eten en gegeten worden

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
Je kunt beschrijven dat bij fotosynthese energierijke stoffen worden gevormd uit energiearme stoffen, 
en hoe bij verbranding die energie weer vrijkomt.

Je kunt de voedselrelaties tussen organismen beschrijven.
Dieren moeten overleven in de natuur. Ze zoeken voedsel in hun omgeving en moeten voorkomen dat ze zelf worden opgegeten. Om te overleven hebben dieren planten nodig.

Slide 4 - Tekstslide

Voedselketen
Een reeks soorten, waarbij elke soort wordt gegeten door de volgende soort
De pijl geeft aan 
'wordt gegeten door'
Schakel = 1 organisme

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening 1
Iedere voedselketen begint met een plant, een producent.

Daarna komen de consumenten. Eerst planteneters en daarna vleeseters.

Als laatste een roofdier die weinig of geen vijanden heeft.

Alleseters kunnen overal staan, want die eten planten en dieren.

Slide 6 - Tekstslide

Voedselweb = meerdere voedselketens door elkaar
Opdracht: noem een voedselketen van 5 schakels

Slide 7 - Tekstslide

Energie maken = fotosynthese
- Fotosynthese vindt plaats in bladgroenkorrels
- Zonder licht geen fotosynthese

Slide 8 - Tekstslide

Organismen
Eten energie 
Koolhydraten, eiwitten, vetten

Verbranden energie 

Slide 9 - Tekstslide

Producenten 

Slide 10 - Tekstslide

consumenten 1ste orde= planteneters

Slide 11 - Tekstslide

 Alleseters  consumenten 1e orde of hoger

Alleseters zijn dieren die planten en dieren eten.


Slide 12 - Tekstslide

Consumenten 2e orde of hoger = vleeseters

Slide 13 - Tekstslide

Reducenten
Bacteriën & schimmels

Slide 14 - Tekstslide

De voedselkringloop

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een voedselketen?
A
Laat precies zien welke dieren er worden opgegeten in de natuur.
B
De volgorde waarin dieren en planten gegeten worden.
C
De volgorde waarin dieren gegeten worden.
D
Laat precies zien welke planten er worden opgegeten.

Slide 16 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 17 - Quizvraag

Wat zit er niet in een voedselweb?
A
planteneters
B
vleeseters
C
afvaleters
D
bacteriën

Slide 18 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is fotosynthese?
A
Het maken van voedsel
B
Het omzetten van water en koolstofdioxide
C
Het omzetten van glucose en zuurstof
D
Het omzetten van water + CO2 in glucose en zuurstof

Slide 20 - Quizvraag

Basisstof 1 : Eten en gegeten worden
Basisstof 2: Piramiden
Basisstof 3: Koolstofkringloop en stikstofkringloop
Basisstof 4: Biologisch evenwicht
Basisstof 5: Aanpassingen bij dieren
Basisstof 6: Aanpassingen bij planten
Thema 6 Ecologie

Slide 21 - Tekstslide

Piramide van aantallen
  • Een piramide van aantallen geeft aan hoeveel individuen van een soort er in een voedselketen zijn. 
  • Een piramide van aantallen heeft
    niet altijd een piramidevorm.

Slide 22 - Tekstslide

Biomassa
Biomassa: totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme

Piramide van biomassa:
  • Altijd in een piramidevorm
  • In een voedselketen wordt de biomassa in elke volgende schakel kleiner

Slide 23 - Tekstslide

Energie in de voedselketen
De energie van de zon die via de producenten in de voedselketen komt, gaat niet allemaal naar de volgende schakel in de voedselketen. Een deel verdwijnt door verbranding en een deel wordt afgebroken door reducenten. Voor elke volgende schakel in de voedselketen blijft dus minder energie over. 
. door verbranding
• door uitscheiding
. ze sterven 

Energie verdwijnt uit de voedselketen

Slide 24 - Tekstslide

Energie in een voedselketen

Slide 25 - Tekstslide

Energierijke stoffen uit fotosynthese worden door producenten voor een deel voor groei gebruikt en voor een deel voor verbranding.

De biomassa van de consumenten is kleiner dan de biomassa van de planten. Als producenten sterven worden de energierijke stoffen gebruikt door reducenten en niet door de planteneters.

Slide 26 - Tekstslide

Basisstof 1 : Eten en gegeten worden
Basisstof 2: Piramiden
Basisstof 3: Koolstofkringloop en stikstofkringloop
Basisstof 4: Biologisch evenwicht
Basisstof 5: Aanpassingen bij dieren
Basisstof 6: Aanpassingen bij planten
Thema 6 Ecologie

Slide 27 - Tekstslide

Koolstofkringloop
De verschillende stoffen waarin koolstof kan voorkomen en van 
het ene organisme naar het andere gaat

- planten maken glucose met koolstof uit CO2 uit de lucht
- planten en dieren zetten glucose om in andere organische stoffen
- planten en dieren gebruiken de energierijke stoffen als brandstof
- reducenten gebruiken de energierijke stoffen uit dode resten van organismen en uitwerpselen als brandstof
- bij verbranding komt CO2 vrij, hierin zit de koolstof uit de energierijke stoffen
- CO2 wordt afgegeven aan de lucht 

Slide 28 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 29 - Tekstslide

Stikstofkringloop
De verschillende stoffen waarin stikstof kan voorkomen en van
het ene organisme naar het andere gaat
- planten nemen nitraat uit de bodem op
- planten zetten nitraat en glucose om in plantaardige eiwitten
- dieren zetten plantaardige eiwitten om in dierlijke eiwitten
- rottingsbacteriën zetten eiwitten uit dode resten van planten en dieren en uitwerpselen van dieren om --> ammoniakgas (in  de lucht) en ammonium (in de bodem)
- speciale bacteriën in de bodem zetten ammonium om in nitraat (voedingszout)
- stikstofbindende bacteriën zetten stikstof uit de lucht om waarbij o.a. nitraat ontstaat
(stikstofbindende bacteriën komen o.a. voor in wortelknolletjes 
van planten, zoals klaver en lupine)

Slide 30 - Tekstslide


Stikstofkringloop

De stikstofkringloop

Slide 31 - Tekstslide

Basisstof 1 : Eten en gegeten worden
Basisstof 2: Piramiden
Basisstof 3: Koolstofkringloop en stikstofkringloop
Basisstof 4: Biologisch evenwicht
Basisstof 5: Aanpassingen bij dieren
Basisstof 6: Aanpassingen bij planten
Thema 6 Ecologie

Slide 32 - Tekstslide

Biotische factoren
Biotische factoren zijn invloeden van de levende natuur op een organisme.
Belangrijke biotische factoren zijn vaak:
  • soortgenoten
  • concurrenten
  • predatoren
  • voedsel
  • ziekteverwekkers.

Slide 33 - Tekstslide

Abiotische factoren
Abiotisch factoren horen bij de levenloze natuur.
Belangrijke abiotische factoren zijn vaak:
  • Bodem
  • Licht
  • Temperatuur

Slide 34 - Tekstslide

Wind is een abiotische factor
Water is ook een abiotische factor

Slide 35 - Tekstslide

Niveaus ecologie
  • Individu: 1 enkel organisme
  • Populatie: een groep individuen van hetzelfde soort in een bepaald gebied
  • Levensgemeenschap: alle populaties samen in een gebied
  • Ecosysteem: Biotische en abiotische factoren

Slide 36 - Tekstslide

Populatiegrootte
De populatiegrootte = het aantal organismen in een populatie. 

De populatiegrootte hangt af van de invloeden uit de omgeving, dus van biotische en abiotische factoren.

Slide 37 - Tekstslide

Biologisch evenwicht

Biologisch evenwicht schommelen van populatiedichtheid om een evenwichtswaarde

Slide 38 - Tekstslide

Niveaus Ecologie 
individu
populatie
Levensgemeenschap
ecosysteem
biosfeer

Slide 39 - Tekstslide

Optimumkromme
De invloed van abiotische factoren kan worden weergegeven in een optimumkromme.
Hieruit kan je:
  • Minimum afleiden
  • Optimum afleiden
  • Maximum afleiden

Slide 40 - Tekstslide

Optimumkromme

Slide 41 - Tekstslide

Basisstof 1 : Eten en gegeten worden
Basisstof 2: Piramiden
Basisstof 3: Koolstofkringloop en stikstofkringloop
Basisstof 4: Biologisch evenwicht
Basisstof 5: Aanpassingen bij dieren
Basisstof 6: Aanpassingen bij planten
Thema 6 Ecologie

Slide 42 - Tekstslide

Aanpassingen bij dieren 

Slide 43 - Tekstslide

Gestroomlijnd en schutkleur

Slide 44 - Tekstslide

Aanpassingen bij dieren

Slide 45 - Tekstslide

Schutkleur

Slide 46 - Tekstslide

Aanpassingen bij dieren

Slide 47 - Tekstslide

Aanpassingen bij dieren

Slide 48 - Tekstslide

Aanpassingen bij dieren

Slide 49 - Tekstslide

Basisstof 1 : Eten en gegeten worden
Basisstof 2: Piramiden
Basisstof 3: Koolstofkringloop en stikstofkringloop
Basisstof 4: Biologisch evenwicht
Basisstof 5: Aanpassingen bij dieren
Basisstof 6: Aanpassingen bij planten
Thema 6 Ecologie

Slide 50 - Tekstslide

Aanpassingen bij planten

Slide 51 - Tekstslide

Huidmondjes
Water verdampt uit de plant via de huidmondjes
Warm en droog? -> huidmondjes dicht

Slide 52 - Tekstslide

Water opslaan en opnemen

  1.  Vetplanten slaan water op in dikke kleine bladeren en cactussen in hun stengel
  2. De wortels van woestijnplanten zijn meestal lang, daarmee kunnen ze bij diepere waterlagen komen OF heel breed waardoor ze snel veel water kunnen opvangen als het een keer regent

Slide 53 - Tekstslide

Plant in droog milieu:


  • Weinig huidmondjes
  • Dikke waslaag
  • Klein bladoppervlak

Plant in vochtig milieu:


  • Veel huidmondjes
  • Dunne bladeren
  • Grote bladeren

Slide 54 - Tekstslide

Waterplanten
Luchtkanalen in stengels


Slide 55 - Tekstslide

Waterplanten in vochtige omgeving
Waterplanten geheel in water:
  • geen huidmondjes
  • water, mineralen, CO2 via bladeren
waterpest

Slide 56 - Tekstslide

Klimplanten

Klimplanten houden zich met hechtwortels vast aan muren en andere planten.

 Sommige klimplanten nemen voedingsstoffen op uit de plant waarop ze groeien. 

Klimplanten groeien snel.

Slide 57 - Tekstslide

Aanpassingen aan licht

Zonneplanten : Groeien bij veel licht

Schaduwplanten: Groeien het best bij weinig licht
Voorjaarsbloeiers: schaduwplanten die vroeg bloeien

Slide 58 - Tekstslide