Krachten 4e klas

Krachten
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Krachten

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Teken of schets een krachtendiagram als krachten in verschillende richtingen werken.
  • Bereken de richting van de 
        resultante kracht met goniometrie.

Slide 2 - Tekstslide

Vektor
Een vektor heeft grootte, 
richting en een aangrijpingspunt.

We tekenen een vektor met een pijl:
  • De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.
  • De richting van de pijl geeft de richting van de kracht aan.
  • De beginpunt van de pijl is de aangrijpingspunt.

    Slide 3 - Tekstslide

    Resultante kracht
    De optelsom van alle krachten samen.
    Ook wel genoemd: resulterende kracht, netto kracht of somkracht.
    (Fr)

    Slide 4 - Tekstslide

    Stappen voor vectordiagram
    Stap 1 – Kies een krachtenschaal 
                             (b.v. 1 cm = 5N, dus 15 N = 3 cm)
    Stap 2 – Denk goed na over het aangrijpingspunt, en richting.
    Stap 3 – Teken de kracht 
                      Voorbeeld: Teken een kracht van 60N naar rechts. 
                      Schaal 1cm = 10 N

    Slide 5 - Tekstslide

    Krachten in tegenovergestelde richtingen...

    worden van elkaar afgetrokken.
    Krachten
    Resultante kracht

    Slide 6 - Tekstslide

    Evenwicht
    Als twee evengrootte krachten in tegenovergestelde richtingen werken. B.v. een boek op tafel.
    Normaalkracht
    Zwaartekracht
    Als krachten in evenwicht zijn dan zeggen we de resultante kracht 
    is 0 N
    (Fr)

    Slide 7 - Tekstslide

    Krachten samenstellen
    • Soms heb je krachten die in 
          verschillende richtingen werken.
    • Om dan de resultante te vinden 
          moet je de krachten samenstellen. 
    • Beide de grootte en richting van de resultante kracht zijn hier van belang.

      Slide 8 - Tekstslide

      Parallelogram
      1. Kies een geschikte schaal.
      2. Teken de krachten op schaal onder de juiste hoek (net als twee zijden van een parallelogram).
      3. Maak de parallelogram af.
      4. Teken een pijl van het beginpunt naar het tegenoverliggende hoekpunt.
      5. Meet de lengte van de pijl, en bereken de grootte.

      Slide 9 - Tekstslide

      Vragen....
      Bella Ciao!

      Slide 10 - Tekstslide

      Maken paragraaf 1.3 en 1.4

      Slide 11 - Tekstslide