Toets hoofdstuk 4: Monniken en Ridders

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herhaling hoofdstuk 5: Monniken en Ridders

Planning

• Toetsstof doornemen
• Herhalingsvragen maken via LessonUp
• Tijd om te leren / te herhalen voor de toetsweek

Toetsstof toetsweek 3

• Hoofdstuk 4: alle paragrafen
• Hoofdstuk 5: 5.1, 5.2 en 5.3

Opdracht 1: 

Maak de juiste combinaties

Tijd van Monniken en Ridders

Tijd van Steden en Staten

Late Middeleeuwen

Vroege Middeleeuwen

500 - 1000

1000 - 1500

Opdracht 2:

Hieronder staan vijf kenmerkende aspecten (A-E). Sleep de kenmerkende aspecten naar de tijdvakken waar ze bij horen

A burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat

B de levenswijze van jager-verzamelaars

C de verspreiding van het christendom in Europa

D het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst

E hofstelsel en de horigheid

Bekijk de bron.
Koppel de afbeelding aan een begrip uit het hoofdstuk.
Doe het zo: Deze afbeelding past bij het begrip (noem het begrip), want ik zie op de afbeelding … (leg je keuze uit en laat zien dat je weet wat het begrip betekent

Bekijk de bron.
Koppel de afbeelding aan een begrip uit het hoofdstuk.
Doe het zo: Deze afbeelding past bij het begrip (noem het begrip), want ik zie op de afbeelding … (leg je keuze uit en laat zien dat je weet wat het begrip betekent

Bekijk de bron.
Koppel de afbeelding aan een begrip uit het hoofdstuk.
Doe het zo: Deze afbeelding past bij het begrip (noem het begrip), want ik zie op de afbeelding … (leg je keuze uit en laat zien dat je weet wat het begrip betekent

Bekijk de bron.
Welke zin past het beste bij deze bron?

1. Op deze afbeelding zie je boeren, edelen en geestelijken.
2. Op deze afbeelding zie je boeren en edelen.
3. Op deze afbeelding zie je boeren en geestelijken.
4. Op deze afbeelding zie je edelen en geestelijken.

In de tijd van monniken en ridders hadden edelen, geestelijken en boeren elk een aantal plichten. Bij welke groep horen elk van de volgende plichten? Sleep de juiste taken naar de juiste groep.

Edelen

Geestelijken

Boeren

a. Belasting betalen.

b. Herendiensten doen.

c. Beschermen.

d. Bidden.

e. Voedsel produceren.

f. Het land besturen.

Is dit een betrouwbare bron als je wil weten hoe keizer Karel de Kale zijn gebied bestuurde? Volg de stapjes die je geleerd hebt.

Is dit een primaire of een secundaire bron, leg je antwoord uit.

Is dit een primaire of een secundaire bron, leg je antwoord uit.

Welke taak van de kloosters zie je hier? Noem zelf nog 2 andere taken.

Trouw zweren aan de koning

stuk grond om namens de koning te besturen

gebied besturen en rechtspreken

belasting betalen

controleren of de leenman zich aan de regels houdt

meevechten met eigen soldaten in het leger van de koning bij oorlog

Akkers van de landheer

Het hof

Pacht

Akkers van de horigen

Bescherming

Herendiensten

Leerwerktijd

• Hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5
• In je werkboek: herhaling, verdieping of test jezelf maken
• Anders: leerdoelen uitwerken, begrippen leren, paragrafen doornemen 

Eerst in stilte, daarna tijd om elkaar te overhoren.