6.4 Klimaatgebieden en plantenzones

6.4 Klimaatgebieden en plantenzones
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.4 Klimaatgebieden en plantenzones

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een klimaat?
A
Een klimaat is het weer in de hele wereld.
B
Een klimaat is het weer op een bepaald moment.
C
Een klimaat is het gemiddelde weer in een gebied in 30 jaar.

Slide 2 - Quizvraag

Welke twee uitspraken over klimaatgrafieken zijn juist?
A
Rode lijn = temperatuur
B
Blauwe staafjes = temperatuur
C
Rode lijn = neerslag
D
Blauwe staafjes = neerslag

Slide 3 - Quizvraag

Gebieden dichtbij de evenaar liggen op
A
hoge breedte
B
lage breedte

Slide 4 - Quizvraag

leerdoelen deze les
- Ik kan uitleggen wat een klimaatgebied is en welke er op lage breedte liggen;
- Ik weet welke klimaatgebieden er op hoge breedte liggen;
- Ik weet elke klimaatgebieden er op gematigde breedte liggen;



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Klimaatgebied = gebied waar het gemiddelde weer ongeveer hetzelfde is  

Slide 7 - Tekstslide

De indeling van de aarde

Slide 8 - Tekstslide

De 5 klimaten
- Tropisch klimaat
- Woestijn klimaat.
- Zeeklimaat.
- Landklimaat.
- Koud klimaat.

Slide 9 - Tekstslide

Klimaat op lage breedte

Slide 10 - Tekstslide

Tropisch klimaat
In sommige delen van het regenwoud wonen nog jagers en verzamelaars. 

-Het weer is het hele jaar door hetzelfde.
-Nooit kouder dan 18 graden.
-Veel neerslag

Slide 11 - Tekstslide

Woestijn klimaat
- De zandbergen zijn enorm hoog
- Wonen heel weinig mensen omdat het droog is.
Hoge temperaturen en koude nachten. 
- Weinig tot geen regen, nauwelijks plantengroei. 

Slide 12 - Tekstslide

Welk klimaat vind je vooral op lage breedte?
A
Woestijn- en landklimaat
B
Tropisch- en landklimaat
C
Woestijn- en zeeklimaat
D
Tropisch- en woestijnklimaat

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk klimaat is het nooit kouder dan 18 graden en valt er veel regen?
A
Woestijnklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 14 - Quizvraag

Bij welk klimaat is het overdag heel warm en 's nachts heel koud?
A
Woestijnklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Zeeklimaat
D
Landklimaat

Slide 15 - Quizvraag

Klimaat op gematigde breedte

Slide 16 - Tekstslide

Zeeklimaat

  • Duidelijke seizoenen
  • Hele jaar veel neerslag
  • Vochtig
  • Koele zomers. Zachte winters

Slide 17 - Tekstslide

Landklimaat
  • Warme zomer.
  • Koude winter.
  • Minder neerslag dan in zeeklimaat. 

Slide 18 - Tekstslide

Klimaat op hoge breedte

Slide 19 - Tekstslide

Poolklimaat
Het vriest hier het grootste deel van het jaar.

Toendra en ijs

Slide 20 - Tekstslide

Een klimaat waarbij er duidelijke seizoenen zijn noem je een
A
Landklimaat
B
Woestijnklimaat
C
Tropisch klimaat
D
Zeeklimaat

Slide 21 - Quizvraag

Een landschap met veel toendra's en ijs past bij een
A
Landklimaat
B
Zeeklimaat
C
Poolklimaat
D
Koud klimaat

Slide 22 - Quizvraag

Bij welk klimaat past een warme zomer en een koude winter?
A
Tropisch klimaat
B
Landklimaat
C
Zeeklimaat
D
Woestijnklimaat

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een zeeklimaat en landklimaat?
A
Bij een landklimaat valt er meer neerslag dan bij een zeeklimaat
B
Een landklimaat heeft koele zomers en zachte winters en een zeeklimaat heeft warme zomers en koude winters
C
Bij een landklimaat valt er minder neerslag dan bij een zeeklimaat
D
Een landklimaat heeft warme zomers en koude winters en een zeeklimaat heeft koude zomers en zachte winters

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Antwoorden
Landklimaat: 1-D
Tropisch klimaat: 2-C
Woestijnklimaat 3-B
Poolklimaat 4-A
Zeeklimaat 5-E

Slide 26 - Tekstslide

Zeeklimaat
Landklimaat
Tropisch klimaat
Woestijnklimaat

Slide 27 - Sleepvraag

Aan de slag!  H6.4
Maken KGT 2 t/m 7 + 9
Maken BK 2 t/m 4 + 6,7 en 9
Klaar?
Maak herhaling en verdieping.
TOPO (teams of magister)

Slide 28 - Tekstslide