Les 4: Spelling van de zelfstandige naamwoorden: aaneenschrijven

Woordvorming: aaneenschrijven
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordvorming: aaneenschrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan het verschil uitleggen tussen een woordgroep, een samenstelling en een afleiding.
Je kan de hoofdregels toepassen om woorden correct los, aaneen of met koppelteken te schrijven.
Je kan samenstellingen met woordgroepen correct aaneenschrijven.
Je kan het koppelteken gebruiken om de leesbaarheid te verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

Woordgroep, samenstelling en afleiding
- Een woordgroep is een opeenvolging van woorden die bij elkaar horen, maar niet samen één woord vormen. (soep met witte bonen)
- Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen  (grondwoorden) die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (keukentafel = keuken en tafel).
- Een afleiding is een woord dat bestaat uit een grondwoord en een of meer voor- of achtervoegsels (onschuldig).
Voor- en achtervoegsels bestaan niet als afzonderlijk woord (on- en -ig).

Slide 3 - Tekstslide

Basisregels
- Schrijf een spatie tussen de woorden van een woordgroep. (een heel mooi boek)
- Schrijf samenstellingen en afleidingen aaneen. (designkeukentafel, vergeetachtig) 
- Schrijf samenstellingen met een woordgroep aaneen als die woordgroep bestaat uit een bijvoeglijk naamwoord/telwoord en een zelfstandig naamwoord. (grotemensenpraat) 




Slide 4 - Tekstslide

Woordgroep, afleiding of samenstelling?
- plastische chirurgie -

Slide 5 - Open vraag

Woordgroep, afleiding of samenstelling?
- hogesnelheidstrein-

Slide 6 - Open vraag

Woordgroep, afleiding of samenstelling?
- ziektekostenverzekering -

Slide 7 - Open vraag

Woordgroep, afleiding of samenstelling?
- onwaarschijnlijkheid -

Slide 8 - Open vraag

Woordgroep, afleiding of samenstelling?
- internationale samenwerking -

Slide 9 - Open vraag

Woordgroep, afleiding of samenstelling?
- werkeloosheid-

Slide 10 - Open vraag

Afleiding
Samenstelling
Woordgroep
zwaar werk
 eerste klas
 cultureel bepaald
belastingvoordeel
studiekosten
privacygevoelig
ondoorzichtig
emotioneel
onbetrouwbaarheid

Slide 11 - Sleepvraag

Maak met het woord onderwijs
een samenstelling

Slide 12 - Open vraag

Maak met het woord onderwijs
een afleiding

Slide 13 - Open vraag

Maak met het woord onderwijs
een woordgroep

Slide 14 - Open vraag

Betekenisverschil
Sommige woorden hebben twee verschillende schrijfwijzen, volgens de betekenis of de functie in de zin.


Niet aaneengeschreven hebben deze woorden een letterlijke betekenis (ten slotte = als laatste) ; de aaneengeschreven vorm heeft meestal een afgeleide betekenis (tenslotte = immers) .

Slide 15 - Tekstslide

Ik was … een kei in wiskunde. ('helemaal niet')
A
allesbehalve
B
alles, behalve

Slide 16 - Quizvraag

Het … aan ijzer wordt opgeslagen in de lever. ('overschot')
A
teveel
B
te veel

Slide 17 - Quizvraag

Het regende de hele tijd in Toscane, we hadden … naar Schotland kunnen gaan! ('ook, zonder dat het verschil uitmaakt')
A
evengoed
B
even goed

Slide 18 - Quizvraag

Die opmerking kwam hard aan, …? ('is het niet?')
A
nietwaar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

... bedank ik mijn vrouw, omdat ze mij mijn merkwaardige hobby's gunt. ('tot slot')
A
tenslotte
B
ten slotte

Slide 20 - Quizvraag

Het was niet allemaal ..., maar we waren toch tevreden. ('van dezelfde kwaliteit')
A
evengoed
B
even goed

Slide 21 - Quizvraag

Ik vind haar jurkje toch echt ...! ('korter dan gewenst')
A
tekort
B
te kort

Slide 22 - Quizvraag

Luieren is het motto, we zijn ... op vakantie. ('per slot van rekening')
A
tenslotte
B
ten slotte

Slide 23 - Quizvraag

We zitten met een gigantisch ... op de begroting. ('gebrek')
A
tekort
B
te kort

Slide 24 - Quizvraag

Het wordt me allemaal een beetje ..., gun me wat rust. ('meer dan gewenst')
A
teveel
B
te veel

Slide 25 - Quizvraag

Tussenklanken
- Schrijf samenstellingen zonder tussenklank aan elkaar zoals je ze hoort. (lichtgroen, vijfendertig, rodekool)
- Je schrijft je een tussenklank s, als je ze hoort. Begint het rechtse deel met een sisklank, gebruik dan analogie.
(kunst + stof  vergelijk met kunstwerk, kunstboek  dus kunststof)


Slide 26 - Tekstslide

Tussenklanken
Schrijf tussenklank -en als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met alleen een meervoud op -en.  (poezenmand)

In alle andere gevallen schrijf je de tussenklank -e.

Slide 27 - Tekstslide

Tussenklanken
Uitzonderingen :
- Het eerste deel is enig in zijn soort.(zonneschijn,  hellevuur)
- Het eerste deel is versterkend (= heel) en bijvoeglijk gebruikt (de beresterk man)
- Het eerste deel is een bn dat versterkend is. (reuzekerel) 
- Het geheel is een versteende uitdrukking of de oorspronkelijke is betekenis niet meer herkenbaar. (flierefluiter, elleboog)


Slide 28 - Tekstslide

Welke tussenletters komen voor bij een samenstelling.
A
'en', 'n', 'te', 'z' of helemaal niets.
B
'n', 'e', 's', 't', 'ing' of helemaal niets.
C
‘en’, ‘s’, ‘e’ of helemaal niets.
D
Er zijn meerder mogelijkheden: het hangt af van de uitgang van het linker woord.

Slide 29 - Quizvraag

Waarom is het: 'douchegordijn'?

Slide 30 - Open vraag

Waarom is het:
'meerwaardezoeker'?
A
Er bestaat geen meervoud van meerwaarde
B
Het meervoud is meerwaardes, dus is er geen tussenletter
C
Het meervoud is zowel meerwaardes als meerwaarden en het woord eindigt met een doffe e

Slide 31 - Quizvraag

Waarom staat er bij 'spinnewiel' geen tussenletter 'en'?
A
Omdat het woord spin niet op -en eindigt in het meervoud.
B
Omdat het linker deel (spinne) een werkwoord is.
C
Omdat het woord 'spin' een uniek woord is.
D
Omdat het linker deel een bijvoeglijk naamwoord is.

Slide 32 - Quizvraag

Waarom schrijf je spinnenweb en spinnewiel anders?

Slide 33 - Open vraag

Waarom staat er bij 'hondenhok' een tussenletter 'en'?
A
Het is een versteende uitrdukking.
B
Het is een unieke entiteit.
C
Het linkerdeel bevat een zelfstandig naamwoord met een meervoud op -en.

Slide 34 - Quizvraag

Maak een samenstelling:
krant + koppen

Slide 35 - Open vraag

Maak een samenstelling:
bol + bozen

Slide 36 - Open vraag

Maak een samenstelling:
kip + ziekte

Slide 37 - Open vraag

Maak een samenstelling:
hart + wens

Slide 38 - Open vraag

Maak een samenstelling:
wieg + liedjes

Slide 39 - Open vraag

Maak een samenstelling:
dorp + centrum

Slide 40 - Open vraag

Maak een samenstelling:
leeuw + moed

Slide 41 - Open vraag

Maak een samenstelling:
schoonheid + salon

Slide 42 - Open vraag

Maak een samenstelling:
mode + show

Slide 43 - Open vraag

Maak een samenstelling:
paard + bloem

Slide 44 - Open vraag