Donderdag 6 april (4.2)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Leerdoelen & opbouw les

* Vragen over 4.1 of de opgaven?

* Uitleg paragraaf 4.2

* Maak 12 - 13 - 15 - 16

* Klaar? verder met 4.3 (18 - 20 - 21 - 22 - 24 - 25 - 26)

Doel: Je kunt uitleggen wat we bedoelen met:  weerstand / geleidbaarheid

Je kent de formules van deze grootheden en kunt ermee werken.

Schrijf in je eigen woorden op wat bedoeld wordt met "stroomsterkte".

Schrijf in je eigen woorden op wat bedoeld wordt met "spanning".

Wat bedoelen we met weerstand?

Weerstand

Hoe groter de spanning --> hoe groter de stroomsterkte

Hoe groter de weerstand --> hoe kleiner de stroomsterkte

In een formule: I = U/R

Wet van Ohm

R = U / I

eenheden: Ω = V / A

Geleidbaarheid

Het omgekeerde van weerstand:

hoe groter de geleidbaarheid, hoe groter de stroomsterkte

afkorting: G

eenheid: Siemens (Sm)

formule: G = 1/R = I/U

Formules combineren

R = U / I  en P = U * I

P = U^2 / R

En wat wordt de formule met
P, I en R?

Weerstand en temperatuur

Weerstand hangt vaak af van temperatuur.

Meestal: hoe hoger de T, hoe groter de R (PTC)

Soms is de weerstand constant (Ohmse weerstand)

Leerdoelen & opbouw les

* Vragen over 4.1 of de opgaven?

* Uitleg paragraaf 4.2

* Maak 12 - 13 - 15 - 16

* Klaar? verder met 4.3 (18 - 20 - 21 - 22 - 24 - 25 - 26)

Doel: Je kunt uitleggen wat we bedoelen met:  weerstand / geleidbaarheid

Je kent de formules van deze grootheden en kunt ermee werken.

Hoe goed heb je de leerdoelen bereikt?

1. Helemaal
2. Grotendeels
3. Een beetje
4. Niet