Les 11 Zelfstandig naamwoord en lidwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Les 11:

Zet alvast klaar:  boek - schrift - pen

              Lesdoel: ik kan een zelfstandig naamwoord (rood woord)herkennen en weet welke lidwoorden er zijn.

PL gr1-L2

Kun je aanraken

Kun je niet aanraken

zomer

karretjes

achtbaan

adrenaline

tent

Het zijn namen van dingen die je kunt aanraken..

1. juist
2. onjuist

Het zijn namen van dingen die je niet kunt aanraken.

1. juist
2. onjuist

Het zijn doewoorden / werkwoorden.

1. juist
2. onjuist

Je kunt er vaak de, het, een voorzetten.

1. juist
2. onjuist

Je kunt er vaak meer of minder van hebben.

1. juist
2. onjuist

Je kunt er een verkleinwoord van maken.

1. juist
2. onjuist

Ze zijn zelfstandig: ze hebben in hun eentje al veel betekenis.

1. juist
2. onjuist

Eigennaam

Zelfstandig naamwoord eigennaam (zn-e)

Echte namen van mensen, dieren en merken.

Frank

Minoes

Facebook

Lidwoorden  (LW)

DE, HET, EEN

Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord.

DE, HET zijn bepaald lidwoord (blw)

EEN is een onbepaald lidwoord (olw)

Aan de slag

Opdr. 1-2-3    (r. Pl. o.8)

202

HW Planning les 11

                    Lesdoel: ik kan een zelfstandig naamwoord herkennen en weet welke lidwoorden er zijn

Aan de slag

$2   Opdr. 1 - 2    (r. Pl. o.8)

206

Nakijken + start HW Planning les 11

                    Lesdoel: ik kan een zelfstandig naamwoord herkennen en weet welke lidwoorden er zijn

zelfstandig naamwoord (zn) – eigennaam (zn-e) – bepaald lidwoord (blw) – onbepaald lidwoord (olw).

Het Nederlands elftal speelt in oranje shirts.

1. lidwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. zelfstandig naamwoord

Het Nederlands elftal speelt in oranje shirts.

1. lidwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. werkwoord
4. zelfstandig naamwoord

Het Nederlands elftal speelt in oranje shirts.

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord

      Terugblik en vooruitblik

Terugblik

Je hebt geleerd wat zelfstandige naamwoorden zijn en welke 3 lidwoorden we hebben.

Vooruitblik

In een volgende les ga je aan de slag met het werkwoord (1HB1) of met de persoonsvorm en zinsdelen.