Les 4 celdeling

2 minuten voordat de les begint

  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/agenda op tafel.
  • Blz. 76 handboek en blz. 70 werkboek
  • stilte
timer
2:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

2 minuten voordat de les begint

  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/agenda op tafel.
  • Blz. 76 handboek en blz. 70 werkboek
  • stilte
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide


Ga naar Lesson Up en wacht op de klascode.....

Slide 2 - Tekstslide


Celdeling

Slide 3 - Tekstslide

Tekst
Tekst
Verteringstelsel
Beenderenstelsel
Spierenstelsel
Bloedvatenstelstel
Ademhalingstelsel
Zenuwstelsel

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Leerdoel

1.  Je leert wat celdeling is 

2.  Je leert de stappen van de celdeling

3. Je weet wat chromosomen zijn








Tekst

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Mitose, gewone celdeling

Slide 11 - Tekstslide

Reductiedeling (meiose)

Gewone celdeling (mitose)

Het delen (kopieren) van gewone lichaamscellen

Na de deling zijn uit 1 cel 2 nieuwe cellen ontstaan

Elke celkern bevat weer 46 chromosomen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Aan het (huis)werk:
Basisstof 3.6 (blz . 76 handboek, opdracht 23 t/m 25 werkboek)

Niet af? Is Huiswerk. Schrijf dit  in je agenda!
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Worteltop
Opdracht 25 blz. 70

Slide 16 - Tekstslide

Basisstof 3.6
Antwoorden opdracht 23
1. Deze cellen zijn nodig om oude (dode) cellen te vervangen en om te groeien
2. Door plasmagroei
3. Chromosomen
4. Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA
5. De informatie voor erfelijke eigenschappen bevindt zich in het DNA
6. Dit komt doordat voor de celdeling van ieder chromosoom een kopie is gemaakt. 
Antwoorden opdracht 24

Slide 17 - Tekstslide


Pak je telefoon

Slide 18 - Tekstslide

Cytoplasma
Celmembraan
Kern

Slide 19 - Sleepvraag

Welke uitspraak klopt?
Na celdeling zijn er:
A
Twee kleine dochtercellen
B
Een grote moedercel en een kleine dochtercel

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel chromosomenparen heeft een zenuwcel? En hoeveel heeft een levercel?
A
Zenuwcel: 23 Levercel: 23
B
Zenuwcel: 23 Levercel: 46
C
Zenuwcel: 46 Levercel: 46
D
Zenuwcel: 46 Levercel: 23

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een mens?
A
23
B
92
C
46

Slide 22 - Quizvraag

Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?
A
23
B
19
C
46
D
76

Slide 23 - Quizvraag

Bij celdeling is de juiste volgorde:
A
celdeling - plasmagroei - kerndeling
B
plasmagroei - kerndeling - celdeling
C
kerndeling - celdeling - plasmagroei

Slide 24 - Quizvraag

Waardoor wordt elke dochtercel na afloop van de celdeling net zo groot als de moedercel?

A
veel eten
B
celdeling
C
kerndeling
D
plasmagroei

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?
A
Cel – orgaan – orgaanstelsel – organisme.
B
Orgaan – orgaanstelsel – organisme – cel.
C
Orgaanstelsel – cel – orgaan – organisme.
D
Organisme- orgaanstelsel - orgaan -cel

Slide 26 - Quizvraag

Wat kun je zeggen over de celdeling in je lichaam als je nog groeit?
A
Er ontstaan evenveel nieuwe cellen als dat er oude doodgaan.
B
Er ontstaan meer nieuwe cellen dan dat er oude doodgaan
C
Er ontstaan minder nieuwe cellen dan dat er oude doodgaan.

Slide 27 - Quizvraag

Waar behoort de lever bij?
A
Een cel
B
Een weefsel
C
Een orgaan
D
Een organenstelsel

Slide 28 - Quizvraag

Welke cel of cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel
C
Dierlijke en plantaardige cel
D
Geen van beide

Slide 29 - Quizvraag

Telefoons weg!

Slide 30 - Tekstslide

Klaar?
Ga verder met basisstof 3.7. blz 77 handboek en blz. 72 werkboek.  

Slide 31 - Tekstslide