oefen Toets H6

Welke woorden zijn weggelaten?

Door ………………… zijn mensen over de hele wereld steeds meer met elkaar verbonden.

A
Integratie
B
Globalisering
C
de EU
D
de afname van economische bindingen
1 / 24
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welke woorden zijn weggelaten?

Door ………………… zijn mensen over de hele wereld steeds meer met elkaar verbonden.

A
Integratie
B
Globalisering
C
de EU
D
de afname van economische bindingen

Slide 1 - Quizvraag

1. Wereldburgerschap heeft te maken met interesse in mensen in andere landen.
2. Door globalisering lijkt wat ver weg is toch dichtbij.

A
1 en 2 zijn juist
B
geen van beide is juist
C
alleen 1 is juist
D
alleen 2 is juist

Slide 2 - Quizvraag

Voordeel 1
Je kunt de hele wereld over reizen.
Voordeel 2
Wereldwijd informatie zoeken op internet.
Voordeel 3
Grote problemen gezamenlijk aanpakken.
Voordeel 4
Producten wereldwijd (ver)kopen.
Nadeel A
Landen kunnen niet meer alles zelf beslissen.
Nadeel B In lagelonenlanden worden arbeiders soms uitgebuit.
Nadeel C
Je weet niet altijd zeker of de informatie klopt of niet.
Nadeel D
Ziektes kunnen zich gemakkelijk verspreiden.

Slide 3 - Sleepvraag

Verenigde Naties (VN)
Europese Unie (EU)
Noord Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO)
Doel: Eenwording, oorlog voorkomen
Meer welvaart

Doel: de vrijheid en veiligheid van haar lidstaten garanderen met politieke en militaire middelen.

Doel: een organisatie voor vrede, veiligheid en samenwerking. 
bijna ieder land ter wereld is lid 
Wie is lid: 31 lidstaten, (bijna) alle landen ten Westen van het voormalig ijzeren gordijn + de VS.

meeste Europese landen zijn lid 
opgericht na 2e Wereldoorlog 
opgericht na de 2e wereldoorlog 
opgericht in 1993
samenwerking op het gebied van mensenrechten, internationaal recht, mondiale veiligheid, ontwikkeling van de wereldeconomie en wetenschappelijk onderzoek naar maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.
wederzijdse verdediging en samenwerking van de legers van de aangesloten landen
Vrij verkeer goederen en diensten
Vrij verkeer van personen
Euro
Exclusief economische zone

Slide 4 - Sleepvraag

Welke cultuur is niet de dominante cultuur:
A
Fries in Friesland
B
Hollands in Nederland
C
Afrikaans in Zuid-Afrika
D
Spaans in Rome

Slide 5 - Quizvraag

Welk van de volgende voorbeelden is een subcultuur op basis van geloof?
A
Jehova Getuigen
B
Skaters
C
Syriërs
D
Liberalen

Slide 6 - Quizvraag

Waar of niet waar. Docenten zijn hun eigen subcultuur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar of niet waar. Een subcultuur past NIET bij de dominante cultuur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Horen de afbeeldingen bij de dominante cultuur van Nederland of bij een subcultuur?
Dominante cultuur
Subcultuur

Slide 9 - Sleepvraag

Kan je bij verschillende subculturen tegelijk horen?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Welk van deze voorbeelden is een voorbeeld van discriminatie van religie
A
"Ik werk nooit met moslims"
B
"Antilianen laat ik niet binnen"
C
"Tieners moet ik niet in mijn winkel die stelen altijd"
D
"leraren zijn altijd zo streng"

Slide 11 - Quizvraag

Hoe heet discriminatie op basis van ras
A
Racisme
B
Seksisme

Slide 12 - Quizvraag

Discriminatie van vrouwen
Discriminatie wegens huidskleur of achtergrond
Discriminatie op basis van seksuele geaardheid
Leeftijdsdiscriminatie
Discriminatie vanwege een handicap of ziekte

Slide 13 - Sleepvraag

Tolerantie betekent:
A
Je laat anderen in hun waarden
B
Je accepteert dat mensen anders zijn
C
Je laat mensen niet zichzelf zijn
D
Mensen moeten net zo doen als jij

Slide 14 - Quizvraag

Immigranten zijn:
A
Mensen die in een ander land aankomen om daar te wonen
B
Mensen die voor hun werk heen en weer reizen
C
Mensen die in een land aankomen voor vakantie
D
Mensen die uit hun land weggaan om ergens anders te wonen

Slide 15 - Quizvraag

Mensen die voor hun veiligheid ergens weggaan zijn:
A
Vluchtelingen
B
Emmigranten
C
Gelukszoekers
D
Immigranten

Slide 16 - Quizvraag

Verbind de landen met de reden voor migratie
Werkgelegenheid (Economisch)
Oorlog (Vluchtelingen)
Voormalige kolonies van NL
Marokko
Polen
Indonesië
Turkije
Antillen
Suriname
België
Somalië
Syrië
Irak

Slide 17 - Sleepvraag

Vorige week: Migratie
Verhuizen naar Nederland
Verhuizen uit Nederland naar het buitenland
Mensen vertrekken naar een ander land of regio om daar te gaan wonen
Immigratie
Emigratie
Migratie

Slide 18 - Sleepvraag

Iedere nieuwkomer in Nederland moet:
A
Eerste 2 jaar op de proef
B
In het leger
C
Een inburgeringsexamen doen
D
Nederlands spreken

Slide 19 - Quizvraag

Wat is segregatie?
A
Uitwisseling tussen cultuur van de nieuwkomers en de dominante cultuur
B
Je vervangt bijna alles van je cultuur met de dominante cultuur van het land waar je gaat wonen
C
Je past je niet aan, er is een sterke scheiding tussen je eigen cultuur en de dominante cultuur

Slide 20 - Quizvraag

Wat is integratie?
A
Uitwisseling tussen cultuur van de nieuwkomers en de dominante cultuur
B
Je vervangt bijna alles van je cultuur met de dominante cultuur van het land waar je gaat wonen
C
Je past je niet aan, er is een sterke scheiding tussen je eigen cultuur en de dominante cultuur

Slide 21 - Quizvraag

Wat is assimilatie?
A
Uitwisseling tussen cultuur van de nieuwkomers en de dominante cultuur
B
Je vervangt bijna alles van je cultuur met de dominante cultuur van het land waar je gaat wonen
C
Je past je niet aan, er is een sterke scheiding tussen je eigen cultuur en de dominante cultuur

Slide 22 - Quizvraag

In deze periode is er geen sprake van een integratiebeleid. Nieuwkomers werden niet of nauwelijks gestimuleerd om Nederlands te leren of aan te passen aan de Nederlandse cultuur.
In deze periode is het beleid erop gericht om bij allochtonen achterstanden op het gebied van taal en opleiding weg te werken. Een veel gehoorde uitspraak: "integratie met behoud van de eigen identiteit"
Het beleid in deze periode is bedoeld om de allochtoon sneller en beter te laten integreren in de Nederlandse samenleving. De noodzaak van het leren van de Nederlandse taal staat centraal in dit integratiebeleid.

Slide 23 - Sleepvraag

Integratie
Segregatie

Slide 24 - Sleepvraag