tekststructuren 3 hv

Schrijven volgens tekststructuren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Schrijven volgens tekststructuren

Slide 1 - Tekstslide

     Waarom?


Een tekst is beter te begrijpen als de schrijver een duidelijk plan heeft. Kortom: je boodschap komt beter over!

Slide 2 - Tekstslide

Lees deze theorie nu nog een keer:

Slide 3 - Tekstslide

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

Ontstaan van een regenboog

A
verschijnsel-en-verklaringstructuur
B
verschijnsel-en-besprekingstructuur
C
voordelen en nadelenstructuur

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Link

De titel van deze tekst is 'GGD: Drie mogelijke oorzaken uitbraak in Maassluis, ventilatie niet uitgesloten'

Welke tekststructuur kun je verwachten?
A
verschijnsel-en-verklaringstructuur
B
verschijnsel-en-besprekingstructuur
C
voor- en nadelenstructuur

Slide 6 - Quizvraag

De titel van deze tekst is 'GGD: Drie mogelijke oorzaken uitbraak in Maassluis, ventilatie niet uitgesloten'

Welke 3 oorzaken worden genoemd in de tekst?

Slide 7 - Open vraag

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?

De werking van je hersenen
A
verschijnsel-en-verklaringstructuur
B
verschijnsel-en-besprekingstructuur
C
voor- en nadelenstructuur

Slide 8 - Quizvraag

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Het Coronavirus in Nederland
A
voor-en-nadelenstructuur
B
verschijnsel-en-verklaringstructuur
C
verschijnsel-en-besprekingstructuur

Slide 9 - Quizvraag

Welke tekststructuur past het beste bij het volgende onderwerp?
Onderwijs op afstand
A
voor- en -nadelenstructuur
B
verschijnsel-en-verklaringstructuur
C
verschijnsel-en-besprekingstructuur

Slide 10 - Quizvraag

Voorbeeld van een tekst door een leeftijdsgenoot geschreven


Lees de tekst eerst helemaal door

Slide 11 - Tekstslide

timer
7:00

Slide 12 - Tekstslide



De kern: verschillende verklaringen voor het verschijnsel of een bespreking van de verschillende kanten van het verschijnsel?

Slide 13 - Tekstslide

De inleiding; een beschrijving van het probleem of een verschijnsel?

Slide 14 - Open vraag

De kern: verschillende verklaringen voor het verschijnsel of een bespreking van de verschillende kanten van het verschijnsel?

Slide 15 - Open vraag

Het slot: een samenvatting of een aanbeveling?

Slide 16 - Tekstslide

Het slot: samenvatting of een aanbeveling?

Slide 17 - Open vraag

Conclusie:
Vooraf schatten we in dat de over dit onderwerp een verschijnsel-en-verklaringstructuur het meest logisch zou zijn. Deze schrijver heeft een andere tekststructuur gebruikt. Het is een duidelijke en goede tekst geworden! Prima keuze dus.

Slide 18 - Tekstslide

Dus… welke tekststructuur heeft deze schrijver gebruikt?
A
voordelen- en nadelenstructuur
B
verschijnsel-en-verklaringstructuur
C
verschijnsel-en-besprekingstructuur

Slide 19 - Quizvraag

Lesdoel behaald?
Ik kan de tekststructuren herkennen en benoemen
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag