Het Interbellum

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Veertienpuntenplan van Woodrow Wilson had als bedoeling...
A
Duitsland sterk te verzwakken
B
Een blijvende vrede te bekomen
C
De Amerikaanse economie te versterken
D
De opkomst van Hitler tegen te houden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeschikkingsrecht der volkeren betekent
A
dat mensen vrij mogen verhuizen naar het land waar ze willen wonen
B
dat mensen hun eigen lot in handen mogen nemen
C
dat slavernij verboden is
D
dat elk volk mag kiezen onder welke staat het valt.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er met de kolonies van Duitsland in Afrika?
A
Zelfbeschikkingsrecht: deze gebieden werden onafhankelijk.
B
De gebieden bleven bij Duitsland.
C
De kolonies werden als"mandaatgebieden" aan de overwinnaars gegeven.
D
Frankrijk had alle gebieden veroverd.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke straf lijkt je zelf de ergste voor Duitsland?
A
Herstelbetalingen
B
Land en kolonies afstaan
C
Schuld van de oorlog
D
Het leger wordt sterk beperkt

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Italië behoorde tot de overwinnaars van de oorlog en was tevreden over het resultaat van het Verdrag van Versailles.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Volkenbond
Welk antwoord is fout? De Volkenbond mislukte omdat
A
de VS zelf geen lid werd
B
Duitsland en USSR eerst niet toegelaten werden
C
het geen echte macht had.
D
het Verdrag van Versailles alle problemen had opgelost.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Volkenbond was een idee van de Amerikaanse president.
De Amerikanen beslissen zelf niet mee te doen met de Volkenbond. 
De Volkenbond was daardoor al van bij het begin verzwakt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies



Beurscrash 1929

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoe heet het devalueren van de waarde van geld?
A
Hyperinflatie
B
Stagflatie
C
Recessie
D
Devaluatie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de belangrijkste oorzaak van de beurscrash?
A
Amerikanen kochten massaal aandelen.
B
Amerikanen verkochten massaal aandelen.
C
Amerikanen leenden teveel geld.
D
Duitsland kon geen herstelbetalingen meer betalen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De New Deal
President Roosevelt (1933-1945) greep wel in, in de economie. Zijn politiek noemen we de New Deal. 

Hij bestreed werkeloosheid met o.a.:
  • Verhoging overheidsuitgaven
  • Werkverschaffingsprojecten
  • Afspraken over minimumlonen
  • Sociale wetgeving



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen  van de 'New Deal'
1 de werkloosheid daalde
2 de lonen stegen weer
3 Minder bedrijven gingen failliet
4 Stijgende belastingen (om de overheidsuitgaven te betalen)


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was geen onderdeel van de New Deal?
A
Oorlog voeren met Nazi-Duitsland om economie te herlanceren.
B
Staatsinvesteringen in economie.
C
Regulering van financiële sector.
D
Uitkeringen voor werklozen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Roosevelt pompt steeds meer belastinggeld in de economie
De New Deal heeft volgens deze cartoon maar weinig effect.
Volgens deze cartoon treft de New Deal vooral de belastingbetaler.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Benito Mussolini
  • Charismatische speeches


  • Toont dat er een alternatief bestaat voor de democratie

  • Wordt populair in heel Europa

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mussolini (Italië)
Adolf Hitler (Duitsland)
Mustafa Kemal Atatürk (Turkije)
Franco (Spanje)
Oswald Mosley (Groot-Brittannië)
Ioannis Metaxas (Griekenland)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen onderdeel van het fascisme van Mussolini?
A
Nationalisme
B
Communisme
C
Geen democratie, wel één sterke leider
D
Geweld is goed

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hitler begon vooral verkiezingen te winnen door...
A
Een dreigende communistische revolutie
B
Een dreigende joodse machtsovername
C
De economische crisis in Duitsland
D
De publicatie van "Mein Kampf"

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt deel uit van het nazisme, maar niet noodzakelijk van het fascisme?
A
Geweld is goed
B
Democratie werkt niet
C
Anti-communisme
D
Jodenhaat

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sovjet-Unie
Italië
Nazi-Duitsland
Communisme

Anti-semitisme
Grote Zuivering
Nacht van de Lange Messen
Collectivisatie van de landbouw
Mare nostrum
Corporatisme
Autarkie

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze