Les 7: §5.2

H5 Licht
§5.1 Licht, schaduw en spiegels
§5.2 Van infrarood tot ultraviolet
§5.3 Beelden maken met een lens
§5.4 Oog en bril

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5 Licht
§5.1 Licht, schaduw en spiegels
§5.2 Van infrarood tot ultraviolet
§5.3 Beelden maken met een lens
§5.4 Oog en bril

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen - vorige les 
  • Wat het verschil tussen direct en indirect licht is
  • Wat diffuus licht
  • Wat de spiegelwet is
  • Wat een virtueel beeld is

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen - deze les
  • Wat een kleurenspectrum is en hoe het is opgebouwd
  • Wat de spectraalkleuren zijn
  • Hoe wij kleuren kunnen zien
  • De soorten straling van de zon benoemen
  • Wat de toepassing van de straling is

Slide 3 - Tekstslide

Kleurenspectrum
Licht is opgebouwd uit verschillende kleuren:
rood, oranje, geel, groen, blauw en violet
Een regenboog is in deze kleurvolgorde opgebouwd. 


Slide 4 - Tekstslide

Spectraal kleuren op een rij
Nog eens alle 6 kleuren op een rij: 
rood, oranje, geel, groen, blauw violet (roggbl)
Een regenboog wordt
gemaakt door 
waterdruppels in de 
lucht waar de zon 
door schijnt

Slide 5 - Tekstslide

Hoe wij kleuren zien
Alle zes kleuren worden op een object (bijvoorbeeld een muur) geprojecteerd. Enkele kleuren worden geabsorbeerd en de kleur die het object heeft wordt teruggekaatst. 
Dit is de kleur die het object voor ons heeft. 

Voorbeeld:
Rode muur, primaire kleur: de muur absorbeert alle kleur behalve rood. Rood wordt weerkaatst en komt in onze ogen. Wij herkennen het als een rode muur.

Slide 6 - Tekstslide

Kleuren zien 
Als een kleur een spectrum kleur heeft dan zal de muur voornamelijk deze kleur weerkaatsen en de andere kleuren absorberen
Is een trui bijvoorbeeld zwart zal deze alle kleuren absorberen
Wat doen de kleuren
als de trui wit is?

Slide 7 - Tekstslide

Uitgebreid spectrum
De zon zendt naast kleuren ook UV straling uit, ook wel ultra violette straling. 
Dezen straling zit naast het violet en heet letterlijk 'naast het violet'
Dus het spectrum ziet er nu als volgt uit: 
rood, oranje, geel, groen, blauw, violet en ultra violet (roggbvuv)
Wij kunnen ultra violet licht niet zien, enkele dieren/insecten wel. 

Slide 8 - Tekstslide

UV licht
UV licht laat bepaalde stoffen oplichten, dit noemen we fluoresceren.
De stof absorbeert UV straling en geeft dan zichtbaar licht af. 
Dit zie je ook bij een blacklight.
In de zomer laat de UV straling van de zon jouw huid erg verkleuren. Dan heb je zonnebrandcreme nodig, die houdt een deel van de  UV straling tegen door de filter die het bevat.

Slide 9 - Tekstslide

Straling zon
Naast licht en uv straling zend de zon nog een derde soort straling uit: IR straling (infrarode straling).
Dezen zit in het spectrum naast het rood en betekent letterlijk 'voor het rood'
Deze straling wordt gebruikt om hitte te zien: een warmtebeeld of een thermogram maak je met een infraroodcamera.

Slide 10 - Tekstslide

Inbraakalarmsysteem
IR licht gebruiken we ook bij een alarmsysteem. 
Met IR sensoren beveiligd men het huis. 
Als de IR straling verbroken wordt gaat het alarm af
Een afstandbediening werkt ook met IR straling.

Slide 11 - Tekstslide

Volledige spectrum
En dan sluiten we met het volledige spectrum af:
infra rood, rood, oranje, geel, groen, blauw, violet en ultra violet (irroggbvuv)

Slide 12 - Tekstslide

Doelen
Tijdens deze les heb je het volgende geleerd:
  • Wat een kleurenspectrum is en hoe het is opgebouwd
  • Wat de spectraalkleuren zijn
  • Hoe wij kleuren kunnen zien
  • De soorten straling van de zon benoemen
  • Wat de toepassing van de straling is

Slide 13 - Tekstslide

Wat is diffuus licht?
A
Licht dat direct van de bron in jouw ogen komt
B
Licht dat in een ruit weerkaatst en dan in jouw ogen komt
C
Licht dat door een object verspreid wordt
D
Geen flauw idee, moesten we dat leren?

Slide 14 - Quizvraag

Welke kleur absorbeert alle kleuren?
A
Wit
B
Infra rood, rood, oranje, geel, groen, blauw, violet en ultra violet
C
Zwart
D
Rood, oranje, geel, groen, blauw en violet

Slide 15 - Quizvraag

Waaruit bestaat het kleurenspectrum?
A
Alle kleuren van de regenboog
B
Alle kleuren die er bestaan
C
Alle primaire kleuren
D
Alle primaire, secundaire en tertiaire kleuren

Slide 16 - Quizvraag

Hoe luidt de spiegelwet
A
Hoek van terugkaatsing is hoek van inval + 90 graden
B
Hoek van terugkaatsing is hoek van inval + 45 graden
C
Hoek van inval is hoek van terugkaatsing + 90 graden
D
Hoek van inval is hoek van terugkaatsing

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet een spiegelbeeld?
A
Weerspiegeling
B
Weerkaatsing
C
Asbeeld
D
Virtueel beeld

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet het als licht via een ruit in jouw ogen schijnt?
A
Direct licht
B
Indirect licht
C
Diffuus licht
D
Geconjugeerd licht

Slide 19 - Quizvraag

Hoe zien we een kleur?
A
Alle kleuren worden op een object geschenen, de kleur die het heeft wordt geabsorbeerd
B
Alle kleuren worden op een object geschenen, de kleur die het heeft wordt weerkaatst
C
Alle kleuren worden op een beschenen, onze ogen nemen maar een kleur waar
D
Een kleur wordt op een object geschenen, dit wordt weerkaatst en nemen we waar

Slide 20 - Quizvraag

Waaruit bestaat het kleurenspectrum uit?
A
Ultra rood, rood, oranje, geel, groen, blauw, violet en infra violet
B
rood, oranje, geel groen, blauw en paars
C
infra rood, rood, oranje, geel, groen, blauw, paars en ultra paars
D
infra rood, rood, oranje, geel, groen, blauw, violet en ultra violet

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we het als je bepaalde stoffen met UV licht laat oplichten?
A
Fluoresceren
B
Blacklighten
C
Warmtebeeld vastleggen
D
Blocken

Slide 22 - Quizvraag

Waar gebruiken we IR licht voor?
A
Warmtebeeld
B
Alarmsystemen
C
Afstandsbediening
D
Alle drie zijn juist

Slide 23 - Quizvraag

Vind je het makkelijk? 
  • Maken: §5.2 (14 t/m 23, -17, -22)
  • Help anderen
Vind je het moeilijk?
  • Lees: §5.2
  • Kijk: https://www.youtube.com/watch?v=895JSiEEErE
  • Practicum: vraag een practicum aan en voer het uit
  • Maken: §5.2 (12 t/m 16, 20)

Slide 24 - Tekstslide