Examenkatern Pluriforme samenleving

Pluriforme samenleving
Samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pluriforme samenleving
Samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.

Slide 1 - Tekstslide

1. Cultuur en identiteit
Cultuur zijn alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken van een groep.

Elke samenleving heeft een dominante cultuur, maar ook allerlei subculturen.

Cultuurverschillen hebben te maken met verschillende factoren zoals;
  • stad/platteland
  • inkomen en maatschappelijke positie
  • land van herkomst
  • leeftijd
  • mannen en vrouwen en bijhorende rolpatronen
  • godsdienst

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke identiteit
Wie je bent wordt gevormd door 
  • socialisatie en internalisatie
  • identificatie
  • karakter en ervaringen

bestaat dus uit dingen die je hebt geleerd, bewust of onbewust overgenomen, ervaringen en aangeboren eigenschappen.
Groepsidentiteit
de groep mensen met wie je je verbonden voelt
Saamhorigheidsgevoel / het wij-gevoel
Wij - Zij gevoel / uitsluiting

De meeste mensen horen bij meerdere groepen.

Slide 3 - Tekstslide

Maak de begrippen en de samenvatting op bladzijde 14 en 15

Slide 4 - Tekstslide

2. Culturele diversiteit
In Nederland veel ruimte voor culturele diversiteit door de Grondwet; artikel 1: het gelijkheidsbeginsel. Maar ook artikel 6: godsdienstvrijheid en artikel 7: vrije meningsuiting

In Nederland zijn veel mensen met een migratie-achtergrond, een multiculturele of multi-etnische samenleving. Maar de verschillen gaan niet alleen met etniciteit, maar ook met leeftijd, geloof en gender te maken. 

Vandaar het begrip pluriforme samenleving.

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken pluriforme samenleving
Bevolkingsgroepen hebben verschillende
  • waarden en normen
  • leefstijlen en gewoonten (collectivistisch-individualistisch)
  • geloofsrichtingen
  • geschiedenis
Deze verschillen kunnen voor maatschappelijke problemen zorgen, denk aan bv. de Zwarte Piet discussie.
Ook zien we in Nederland discriminatie en racisme.

Slide 6 - Tekstslide

Ontwikkelingen in Nederland
Hoeveelheid mensen met migratie-achtergrond is de afgelopen jaren toegenomen.
Oorzaken:
  • mensen met (niet-westerse) migratie achtergrond hebben vaak meer kinderen.
  • steeds meer migranten naar ons land.

Slide 7 - Tekstslide

Maak de begrippen en de samenvatting op bladzijde 24 en 25

Slide 8 - Tekstslide

3. Migratie naar Nederland
Emigratie: weggaan uit eigen land.

Immigratie: een land binnenkomen.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom verhuizen?
Politieke motieven; vaak te maken met oorlog en geweld. Politieke vluchtelingen.

Economische motieven; verhuizen vanwege werk en carrièremogelijkheden. Economische vluchtelingen.

Sociale motieven; verhuizen vanwege een relatie. 
gezinsvorming/gezinshereniging

Slide 10 - Tekstslide

Waar komen de immigranten in Nederland vandaan?
Mensen uit vroegere kolonien: 
  • Indische Nederlanders
  • Molukkers
  • Surinamers
  • Nederlandse Antillen
Arbeidsmigranten
  • ItaIië/Spanje/Griekenland
  • Marokko/Turkije
Asielzoekers
  • Asielzoeker/vluchteling

Tegenwoordig vooral uit EU-landen.

Slide 11 - Tekstslide

Het Nederlandse toelatingsbeleid
Nederland heeft een streng toelatingsbeleid, rekening houdend met internationale afspraken.
  • Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
  • Vluchtelingenverdrag van Genève
  • Verdrag van Schengen
Rechten en vrijheden van alle mensen nakomen.
Mogelijkheid tot gezinshereniging en vorming.

Slide 12 - Tekstslide

https://nos.nl/op3/video/2479238-hoe-europa-de-grenzen-probeert-te-sluiten

Slide 13 - Tekstslide

Asielprocedure








Kennismigranten: hoogopgeleide migranten van buiten de EU. Toelatingsbeleid voor hen niet zo streng.

Slide 14 - Tekstslide

Maak de begrippen en de samenvatting op bladzijde 38 en 39

Slide 15 - Tekstslide

4. Samenleven
Er zijn verschillende manieren om met cultuurverschillen om te gaan:
  • segregatie; bevolkingsgroepen leven gescheiden van elkaar.
  • assimilatie; bevolkingsgroep past zich volledig aan.
  • integratie; uitwisseling tussen subculturen van nieuwkomers en de dominante cultuur.

Slide 16 - Tekstslide

Integratie en de politiek
De Nederlandse overheid vindt integratie belangrijk en passend bij de open Nederlandse samenleving.
De meningen in de samenleving en de politiek verschillen wel.

  • Christendemocraten; christendom hoort bij Nederland, ook de vrije dagen.
  • Liberalen; eigen verantwoordelijkheid nieuwkomers om zich aan te passen.
  • Sociaaldemocraten; gelijke kansen voor iedereen.
  • Populisten; geen pluriforme samenleving.

Slide 17 - Tekstslide

Tweedeling in Europa
  • protectionisten: bang voor het verlies eigen dominante cultuur. Oplossing: immigranten stoppen en het liefst ook uit de EU.
  • internationalisten: immigratie hoort bij de wereld en is niet te stoppen. Vluchtelingen moeten worden opgevangen en we moeten allemaal omgaan met een diverse samenleving. Europese landen moeten samenwerken.

Slide 18 - Tekstslide

Maak de begrippen en de samenvatting op bladzijde 48 en 49

Slide 19 - Tekstslide

5. Integratie gaat niet vanzelf
Het proces van integratie kent drie fasen:
fase 1; vermijding. Beide groepen kunnen een gevoel van verlies ervaren.
fase 2; conflict. Cultuurverschillen kunnen leiden tot conflicten.
fase 3; acceptatie. Wederzijds respect en tolerantie.

Deze fasen zijn ook vaak te herkennen bij de verschillende generaties nieuwkomers.
  • eerste generatie
  • tweede generatie
  • derde generatie

Slide 20 - Tekstslide

Botsende waarden, normen en gewoonten
Verschillende culturele achtergronden kunnen leiden tot spanningen. In Nederland is er veel ruimte voor deze verschillen, maar er zijn grenzen. Een aantal voorbeelden:

  • Boerkaverbod; sinds 2019 in het OV, scholen en zorg.
  • Meisjesbesnijdenis; strafbaar zoals bepaald in de Grondwet (baas over je eigen lichaam)
  • Homoseksualiteit; geaccepteerd, maar botst soms met strenggelovigen. Artikel
  • Inenten; overheid roept op om het wel te doen, maar niet verplicht. Artikel
  • Uithuwelijken; verboden in Nederland.

Slide 21 - Tekstslide

Invloed van geschiedenis
Excuses koning
Slavernij in het verleden?

Slide 22 - Tekstslide

Wat is discriminatie?
Discriminatie: mensen in eenzelfde situatie worden anders behandeld op grond van kenmerken die in die situatie niet van belang zijn.
  • Op grond van afkomst of huidskleur (racisme)
  • Uiterlijk
  • Sekse / seksuele geaardheid
  • Leeftijd
  • Geloof
  • Fysieke conditie

Stereotypen en vooroordelen

Slide 23 - Tekstslide

Oorzaken discriminatie

  • Zondebok
  • Xenofobie
  • Superioriteitsgevoel

Polarisatie

Sociale cohesie neemt af
Discriminatie voorkomen

Artikel 1 van de Grondwet
Wet gelijke behandeling

Wat kun jij doen?

Slide 24 - Tekstslide

Maak de begrippen en de samenvatting op bladzijde 62 en 63

Slide 25 - Tekstslide

6. Hoe verklaar je verschillen in maatschappelijke positie?
Je maatschappelijke, of sociaal-economische, positie wordt vooral bepaald door je baan en het salaris dat je verdient.
Stand van zaken: Mensen met niet-westerse migratie achtergrond vaak een lager opleidingsniveau. Maar stijgt wel!
Mensen met een migratie-achtergrond vaker werkloos. Onder jongeren zelfs dubbel zo hoog.

Verklaringen: 
  • discriminatie
  • taalachterstand
  • opleidingsniveau ouders
  • segregatie

Slide 26 - Tekstslide

Visies op burgerschap
 Je kunt op verschillende manieren kijken naar burgerschap.
Juridisch; burger van een land op het moment dat je de nationaliteit hebt van dat land.
Sociologisch; wat vinden we als samenleving belangrijk voor onze burgers.

Slide 27 - Tekstslide

Visies op burgerschap
Visie 1: dezelfde waarden en normen. "Integratie is je aanpassen en erbij willen horen." => houding Nederlandse overheid.
Visie 2: Kleurrijk Nederland. "Integratie komt van twee kanten: iedereen past zich aan."
Visie 3: Wereldburgerschap. "De wereld is onze woonplaats."

Nederland heeft een participatiesamenleving. Er wordt actief burgerschap verwacht, ook van nieuwkomers (inburgering)

Slide 28 - Tekstslide

Maak de begrippen en de samenvatting op bladzijde 72 en 73

Slide 29 - Tekstslide

Examenopgaven
We maken samen de opgaven op bladzijde 74

Slide 30 - Tekstslide