Les 5 - Molecuul binding

Thema - Bindingen
H2.3 + H2.4
& H6

Deze les: Leerdoel 9 & 10
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema - Bindingen
H2.3 + H2.4
& H6

Deze les: Leerdoel 9 & 10

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Vragen stellen
  • Leerdoelen

  • Voorkennis
  • Uitleg

  • Evaluatie
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen (over opdrachten...)??
  • Je mag ook via Teams vragen stellen!

  • Op elk moment van de dag 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke binding heeft
dit molecuul?
A
Covalente atoombinding
B
Polaire covalente atoombinding
C
Ionbinding
D
Metaalbinding

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke binding heeft
dit molecuul?
A
Covalente atoombinding
B
Polaire covalente atoombinding
C
Ionbinding
D
Metaalbinding

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke binding heeft
dit molecuul?
A
Covalente atoombinding
B
Polaire covalente atoombinding
C
Ionbinding
D
Metaalbinding

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke binding heeft
dit molecuul?
A
Covalente atoombinding
B
Polaire covalente atoombinding
C
Ionbinding
D
Metaalbinding

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
□ 9. Je kunt op microniveau uitleggen hoe de moleculen met alleen covalente bindingen                           (moleculaire stof) elkaar aantrekken;
     o a. Je weet dat moleculen in een moleculaire stof bij elkaar gehouden worden door de                              molecuulbinding,
     o b. Je weet wat de Vanderwaalsbinding is,
     o c. Je weet dat tussen moleculen in een moleculaire stof altijd de Vanderwaalsbinding                            aanwezig is.
□ 10. Je kunt de grootte van een moleculair molecuul in verbrand brengen met het kookpunt                     van de stof;
     o a. Je weet hoe groter het molecuul, hoe krachtiger de Vanderwaalsbinding.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculaire stoffen
  • Geleiden géén stroom...
  • Elektronen zitten 'vast' (worden door atomen gedeelt)

  • Atoombinding tussen atomen IN het molecuul

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Covalente binding tussen twee H atomen (H - H)
bestaat uit een elektronenpaar
De covalente binding 
bestaat uit een elektronenpaar

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Covalente binding
Tussen atomen 

  • Atomen trekken even hard aan elektronen
  • Elektronen paar bevindt zich in het midden
Polair covalente binding
Alleen tussen H - O & H - N

  • Ene atoom trekt harder aan de elektronen
  • Elektronen bevinden zich dichter naar 1 atoomsoort

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculaire stoffen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Molecuulbinding
  • De aantrekkingskracht tussen moleculen, noemen we:  
  • => VanderWaalskrachten.

  • Dit noemen we ookwel de VanderWaalsbinding

  • VanderWaalsbinding is een zwakke binding
  • => vandaar zijn moleculaire stoffen veelal vloeibaar of gas
  • => lagere smelt- en kookpunten in vergelijking met zouten en metalen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Molecuulbinding
  • De moleculen die meer aantrekken, hebben een sterkere vanderwaalsbinding (molecuulbinding)

  • Vanderwaalsbindingen breken wanneer een stof naar gas-fase gaat

  • Grotere molecuulmassa = sterkere Vanderwaalsbinding = hoger kookpunt

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Molecuulrooster
  • Het patroon van het molecuulrooster hangt af van de stof.


Slide 15 - Tekstslide

hoe groter de molecuul hoe sterker de vanderwaalsbinding

H-bruggen sterkste binding 


Welke binding verbreekt bij het ontleden van een moleculaire stof?
A
Atoombinding
B
Ionbinding
C
Metaalbinding
D
Vanderwaalsbinding

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke binding(en) worden verbroken wanneer water kookt?
A
De atoombinding
B
De molecuulbinding
C
De vanderwaalsbinding
D
De waterstofbrug

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet de binding tussen de deeltjes in een zout?
A
Zoutbinding
B
VanderWaalsbinding
C
Atoombinding
D
Ionbinding

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke binding bevindt zich tussen de moleculen van zuurstof (gas)
A
vdWaals binding
B
molecuulbinding
C
apolaire atoombinding
D
geen binding

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De binding tussen atomen in een molecuul wordt vaak weergegeven met een streepje of een stokje. Deze binding heet:
A
Atoombinding
B
VanderWaalsbinding

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort binding geeft de rode pijl aan?
A
Covalente binding
B
Molecuulbinding
C
Polair covalente binding
D
ionbinding

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diamant bestaat uit koolstofatomen die via bindingen aan elkaar verbonden zijn.
Om welk type binding gaat het hier?
A
Atoombinding
B
Ionbinding
C
Metaalbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke molecuul heeft het hoogste kookpunt verwacht je?


C3H8
C3H6
C4H8
C2H6
A
C2H6
B
C3H6
C
C3H8
D
C4H8

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
□ 9. Je kunt op microniveau uitleggen hoe de moleculen met alleen covalente bindingen                           (moleculaire stof) elkaar aantrekken;
     o a. Je weet dat moleculen in een moleculaire stof bij elkaar gehouden worden door de                              molecuulbinding,
     o b. Je weet wat de Vanderwaalsbinding is,
     o c. Je weet dat tussen moleculen in een moleculaire stof altijd de Vanderwaalsbinding                            aanwezig is.
□ 10. Je kunt de grootte van een moleculair molecuul in verbrand brengen met het kookpunt                     van de stof;
     o a. Je weet hoe groter het molecuul, hoe krachtiger de Vanderwaalsbinding.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk(e) leerdoel(en) beheers je nu al?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk(e) leerdoel(en) beheers je (nog) niet?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga ik eraan doen om ervoor te zorgen dat ik het wel begrijp / kan?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje 1
VanderWaaldbinding (kort)

Leerdoel 9 (+ 10)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje 2
VanderWaaldbinding (uitgebreid)

Leerdoel 9 + 10

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies