inleiding en slot

inleiding en slot
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

inleiding en slot

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van de inleiding?
A
introductie van het verhaal
B
samenvatten
C
vooruitblikken
D
een probleem aanstippen

Slide 2 - Quizvraag

een inleiding heeft maar één functie
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Sleep de inleiding naar de juiste beschrijving.
De beste inleiding komt als laatst.
Er wordt in de inleiding geen standpunt genoemd.
Het onderwerp wordt niet geïntroduceerd.
Het onderwerp wordt geïntroduceerd én het standpunt wordt genoemd.
Waarom zijn havo-5 leerlingen niet succesvol op het hbo?
Een groot deel van de leerlingen die van de havo naar het hbo gaan is niet succesvol
Verschillende autoriteiten hebben hier wat over te melden, hoe kan de stap naar het hbo makkelijker gemaakt worden. Een zesde jaar op de havo kan misschien helpen.
Een havo 6-jaar op onze school, is dat de oplossing?
Havo 6 zou op geen enkele manier werken. Havo 4-gangers, ‘t zijn stukken tuig. Tenminste, zo staan ze wel bekend. Ze zouden het niet goed doen in het hoger beroepsonderwijs en vaak blijven zitten. Maar lost een havo 6 dat op? Ik weet bijna zeker van niet. Waarom dan niet?
Havisten doen het slecht op het hbo, dat blijkt uit het onderzoek van de Trouw. Ze switchen te veel van opleiding en hebben het moeilijk om goede cijfers te halen op het hbo. De vraag is: is een extra jaar havo goed om je voor te bereiden voor het hbo? Ik zeg van wel.

Slide 4 - Sleepvraag

Een schrijver kan een tekst op verschillende manieren afsluiten: (1) door een aanbeveling te doen, (2) door een conclusie te trekken, (3) door een samenvatting te geven en (4) door een toekomstverwachting te geven.
Welke twee manieren vind je terug in alinea 11 van deze tekst?
A
Manier 1 en 2.
B
Manier 1 en 3.
C
Manier 2 en 4.
D
Manier 3 en 4.

Slide 5 - Quizvraag

In de inleiding staat meestal:
A
achtergrondinformatie over het onderwerp
B
een inleiding op het onderwerp
C
de conclusie van een onderwerp

Slide 6 - Quizvraag

Geef aan op welke manier de schrijver zijn tekst afsluit.
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Advies of waarschuwing
D
Toekomstverwachting

Slide 7 - Quizvraag

Wat schrijf je in de inleiding?
A
Aan wie je schrijft
B
Wat er allemaal is gebeurd
C
Waar het verslag over gaat

Slide 8 - Quizvraag

Geef aan op welke manier de schrijver zijn tekst afsluit.
A
Samenvatting
B
Conclusie
C
Advies of waarschuwing
D
Toekomstverwachting

Slide 9 - Quizvraag

Welke functies kan een inleiding hebben?
A
De aandacht van de lezer trekken.
B
Het onderwerp introduceren.
C
Antwoord A en B zijn allebei juist.

Slide 10 - Quizvraag

Op welke manieren kun je een tekst afsluiten?
A
samenvatting
B
conclusie
C
advies
D
anekdote

Slide 11 - Quizvraag

Noem vier verschillende soorten afsluitingen.

Slide 12 - Open vraag

Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag

Slide 13 - Quizvraag

Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor soort afsluiting heeft deze tekst?
A
een samenvatting en een conclusie
B
een advies of waarschuwing
C
een toekomstverwachting
D
een vraag

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de zinnen die bij de inleiding horen naar de juiste soort inleiding.
Een verhaaltje
Een vraag
Het onderwerp vertellen
Heb jij weleens geprobeerd wat gezonder te eten?
In deze paragraaf leer je hoe je je haar kleurt met permanente haarkleuring.
We stonden in de rij bij de kassa, met onze zakjes chips en blikjes drinken. De kassière keek niet bepaald vrolijk toen we allemaal apart wilden afrekenen. 

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep de zinnen die bij de inleiding horen naar de juiste soort inleiding.
Een verhaaltje
Een vraag
Het onderwerp vertellen
Weleens een oude kaart of liefdesbrief van je (groot)ouders gevonden?
In deze paragraaf leer je hoe de motor van een auto werkt.
Pling! Een bericht op je telefoon van je zakje sla: "Hallo! Ik moet vandaag nog worden opgegeten, anders is het te laat!"

Slide 17 - Sleepvraag

Vraag 8 Wat doet de schrijver in de afsluiting
A
samenvatten
B
conclusie trekken
C
advies geven
D
verwachting uitspreken

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van de inleiding van een tekst?
A
De inleiding introduceert het onderwerp en wekt de interesse van de lezer.
B
De inleiding bevat de conclusie van de tekst.
C
De inleiding bevat alleen achtergrondinformatie.

Slide 19 - Quizvraag


Inleiding?
A
alinea 1
B
alinea 1 en 2
C
alinea 1, 2 en 3

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn functies die een inleiding kan hebben?
A
het onderwerp noemen
B
de aanleiding noemen
C
de centrale vraag stellen
D
de mening van de schrijver geven

Slide 21 - Quizvraag

Wat staat in de inleiding?
A
waar de tekst over gaat
B
het doel van de schrijver
C
een conclusie
D
een samenvatting

Slide 22 - Quizvraag

Functies van de inleiding
Functies van het slot
De aandacht trekken
Het onderwerp noemen of beschrijven
De aanleiding noemen
Een conclusie geven
De centrale vraag stellen
Een samenvatting geven
Een advies geven
De mening van de schrijver geven
Een samenvatting geven

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is de manier van inleiden?
A
Het onderwerp aankondigen
B
Een kort, grappig verhaaltje vertellen
C
Vragen stellen
D
De aanleiding voor het schrijven noemen

Slide 24 - Quizvraag