12.2 Verhoudingstabel
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Dit een verhoudingstabel?
2
6
20
5
9
50
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Dit een verhoudingstabel?
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Dit een verhoudingstabel?
2
6
8
5
15
20
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Ilse heeft een tafel gekocht voor €425.
Ze krijgt 30% korting. Bereken de korting.
Ze krijgt 30% korting. Bereken de korting.
Slide 5 - Open vraag
Tijdens een enquête werden 4500 mensen ondervraagd met welk vervoersmiddel ze het liefst op vakantie gaan.
68% van 4500 mensen kiest voor de auto.
Bereken hoeveel mensen dit waren.
68% van 4500 mensen kiest voor de auto.
Bereken hoeveel mensen dit waren.
Slide 6 - Open vraag
Een televisie kost via internet €830.
Als je die televisie in de winkel koopt is deze 15% duurder.
Bereken hoeveel deze televisie in de winkel kost
Als je die televisie in de winkel koopt is deze 15% duurder.
Bereken hoeveel deze televisie in de winkel kost
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
A
Van Beek
B
De Groot
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
A
blauw
B
oranje
