19-05-25

H13.1 Formules
Uitleg basis
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H13.1 Formules
Uitleg basis

Slide 1 - Tekstslide

H13.1 Formules
H13.1 Leerdoel:

  • ik kan bij een pijlenketting een (wiskundige) formule maken
  • ik kan rekenen met een (wiskundige) formule

Slide 2 - Tekstslide

H13.1 Formules
De pijlenketting: 




Pijlen weglaten en het = teken toevoegen
Dus: Niets uitrekenen! Alleen maar omschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

13.1     Maak:
Opdracht 1 t/m 11
blz 126 t/m 129

Slide 5 - Tekstslide

13.1 Lijnsymmetrie

Uitleg kader

Slide 6 - Tekstslide

Lijnsymmetrie
Aan het eind van deze les 
  • weet je wat lijnsymmetrie is
  • kun je in figuren lijnsymmetrie herkennen

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

- kan ik een lijnsymmetrisch figuur herkennen.
- kan ik noemen hoeveel symmetrieassen een figuur heeft.


Slide 8 - Tekstslide

Heb je al een idee?
Welk figuurtje is volgens jou lijnsymmetrisch?

Slide 9 - Open vraag

Lijnsymmetrie

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg 13.1


Een figuur is lijnsymmetrisch of spiegelsymmetrisch als deze uit 2 helften bestaat, die elkaars spiegelbeeld zijn.


De vouwlijn heet symmetrieas.

Slide 11 - Tekstslide

Basis
§13.1    
Maak:
Opdracht 1 t/m 11
blz 126 t/m 129
Kader
§13.1
Maak:
Opdracht 1 t/m 7
blz 192 t/m 194

Slide 12 - Tekstslide

Nederlands
Formuleren

Slide 13 - Tekstslide

§1  Volledige zinnen

Lesdoel:
Je leert volledige zinnen maken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Maken
Opdracht 1 t/m 3
blz 214-215

Slide 17 - Tekstslide

13.2 Van formule naar pijlenketting
Je hebt in 13.1 geleerd hoe je van een pijlenketting een formule moet maken.
Je liet de pijlen weg en zette er een =-teken tussen.

In 13.2 gaan we het andersom doen. Je moet van een formule een pijlenketting kunnen maken.

Slide 18 - Tekstslide

13.2 Van formule naar pijlenketting
In 13.2 gaan we het andersom doen. Je moet van een formule een pijlenketting kunnen maken.
vb:

dan wordt 
de pijlenketting:

formule
pijlenketting

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen op het bord

Slide 20 - Tekstslide

13.2 Gelijke formules
Je naam kun je op verschillende manieren schrijven, bv:
  • met hoofdletters
  • met kleine letters
  • aan elkaar
  • met een hoofdletter en kleine letters
  • dikke letters
  • schrijfletters
  • drukletters

En dat geldt ook voor formules!

Slide 21 - Tekstslide

13.2 Gelijke formules
Vraag: zijn beide formules gelijk?

Hoe?: een pijlenketting van beide formules te maken.


keer gaat voor plus of min
Als de pijlenkettingen hetzelfde zijn, dan zijn de formules gelijk. (ook al schrijf je de wiskundige formule verschillend).

Slide 22 - Tekstslide

13.2     Maak:
Opdracht 12 t/m 20
(blz. 132 t/m 135 uit boek 1C)

Als twee formules gelijk zijn, dan is hun pijlenketting ook gelijk.
De formules kun je op verschillende manieren schrijven, maar hun pijlenketting niet!

Slide 23 - Tekstslide