Hassan Pannenkoeken
1 / 45
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Wie komt op bezoek bij Hassan?
A
De buurvrouw
B
Zijn dochter
C
Zijn vriendin Sofie en haar dochter Eefje
Slide 6 - Quizvraag
Wat gaat hij maken?
A
Frieten
B
Pannenkoeken
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Heeft Hassan een mandje mee in de winkel?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Wat zoekt hij eerst in de winkel?
A
De kaas
B
De melk
C
De boter
D
De eieren
Slide 16 - Quizvraag
Hoe vraagt Hassan iets aan de werknemer?
A
Dag meneer, mag ik u iets vragen?
B
Dag meneer, waar zijn de eieren?
C
Hey, waar zijn de eieren?
D
Dag meneer, ik mag u iets vragen?
Slide 17 - Quizvraag
Waar ligt de melk?
A
Links naast de eieren
B
Boven de eieren
C
Rechts naast de eieren
D
Onder de eieren
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Video
Slide 20 - Tekstslide
Waar is de bal?
A
De bal is IN de doos
B
De bal is VOOR de doos
C
De bal is ACHTER de doos
D
De bal is NAAST de doos
Slide 21 - Quizvraag
Waar is de bal?
A
De bal is IN de doos
B
De bal is VOOR de doos
C
De bal is ACHTER de doos
D
De bal is NAAST de doos
Slide 22 - Quizvraag
Waar is de bal?
A
De bal is IN de doos
B
De bal is VOOR de doos
C
De bal is ACHTER de doos
D
De bal is NAAST de doos
Slide 23 - Quizvraag
Waar is de bal?
A
De bal is ONDER de doos
B
De bal is VOOR de doos
C
De bal is OP de doos
D
De bal is NAAST de doos
Slide 24 - Quizvraag
Waar is de bal?
A
De bal is ONDER de doos
B
De bal is VOOR de doos
C
De bal is OP de doos
D
De bal is NAAST de doos
Slide 25 - Quizvraag
Waar is de bal?
A
De bal is IN de doos
B
De bal is VOOR de doos
C
De bal is ACHTER de doos
D
De bal is NAAST de doos
Slide 26 - Quizvraag
De kat zit op het bed
Slide 27 - Sleepvraag
De kat zit onder de salontafel
Slide 28 - Sleepvraag
De kat zit voor het bed
Slide 29 - Sleepvraag
De kat zit links naast de lamp
Slide 30 - Sleepvraag
De kat zit
op de tafel
op de tafel
Slide 31 - Sleepvraag
De kat zit
in de zetel.
in de zetel.
Slide 32 - Sleepvraag
De kat zit op
de lamp
de lamp
Slide 33 - Sleepvraag
Slide 34 - Video
Slide 35 - Tekstslide
Hoeveel betaalt hij?
A
10 euro
B
22 euro
C
10 euro 20
D
10,22 euro
Slide 36 - Quizvraag
Slide 37 - Video
.............. een kom.
A
Meng
B
Neem
C
Doe
D
Zet
Slide 38 - Quizvraag
.............. de bloem in de kom.
A
Doe
B
Voeg toe
C
Zet
D
Meng
Slide 39 - Quizvraag
................. de bloem en de ................
A
Meng, boter
B
Voeg, melk
C
Meng, eieren
D
Doe, boter
Slide 40 - Quizvraag
...................de melk ..............
A
Zet, toe
B
Meng, met
C
Doe, bij
D
Voeg, toe
Slide 41 - Quizvraag
.............. een pan op het vuur.
A
Zet
B
Pak
C
Neem
D
Doe
