Herhaling

Salvete omnes!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Salvete omnes!

Slide 1 - Tekstslide

stijlfiguren + inhoud + clou 
Trikolon
Asyndeton
Polysyndeton 
Parallellisme
Alliteratie
Anafoor
Chiasme
Hyperbaton​
metonymie 

Slide 2 - Tekstslide

Het doel


 Laudat, amat, cantat nostros mea Roma libellos
(asyndeton)

 
meque sinus omnes, me manus omnis habet.
(parallelisme)

 
Ecce rubet quidam, pallet, stupet, oscitat, odit.
(trikola)

 
Hoc volo: nunc nobis carmina nostra placent.



Mijn Rome prijst, houdt van, bezingt mijn boekjes / epigrammen

en elke broekzak, elke hand houdt mij.

Kijk, iemand wordt rood, wordt bleek, is stomverbaasd, staat met de mond open, haat.

Dit wil ik: nu mij (ook) bevallen mijn gedichten. 

Slide 3 - Tekstslide

Martialis' doel is dus: provoceren
Houd hier rekening mee bij het vertalen van zijn gedichten.
Elke gedicht eindigt met een clou of pointe. 

Slide 4 - Tekstslide

Gedicht II

Das numquam, semper promittis, Galla, roganti.

 
si semper fallis, iam rogo, Galla, nega.

chiasme: tegenovergesteld. Ja zeggen, Nee doen. 
(poëzie is prachtig) 
repetitio ('altijd' benadrukken - het ja 'zeggen' benadrukken)

Slide 5 - Tekstslide

Laecania
 1 Thais habet nigros, niveos Laecania dentes.

 2 Quae ratio est? Emptos haec habet, illa suos.

Thais heeft zware, Laecania sneeuwwitte tanden.
Wat is (daarvoor) de verklaring? De een (Laecania) heeft haar (tanden) gekocht, de ander heeft haar eigen (tanden). 

Slide 6 - Tekstslide

VI. Paula

 1 Nubere Paula cupit nobis, ego ducere Paulam
 2 nolo: anus est. vellem, si magis esset anus.





Slide 7 - Tekstslide

VII



1 Aspicis incomptis illum, Deciane, capillis,

 2 cuius et ipse times triste supercilium,

 3 qui loquitur Curios adsertoresque Camillos?

 4 nolito fronti credere: nupsit heri.





Zie je hem, Decianus, met ongekamde haren
van wie ook jijzelf vreest de norse blik 
die spreekt over de Curii en de overwinnaars Camili?
Geloof zijn uiterlijk niet: hij is gisteren getrouwd 

Slide 8 - Tekstslide

V Telesilla
 Una nocte quater possum: sed quattuor annis

 si possum, peream, te, Telesilla, semel.


De meeste korte gedichtjes van Martialis zijn in 3 delen op te delen: een situatie, vervolgens een vraag of een toespeling op de situatie waarmee een verwachting gewekt wordt, tenslotte een clou. Hoe is dit gedicht op te delen in die 3 delen? 



Slide 9 - Tekstslide




1 Et voltu poteram tuo carere

 2 Et collo manibusque cruribusque

 3 Et mammis natibusque clunibusque,

 4 Et, ne singula persequi laborem,

 5 Tota te poteram, Chloe, carere.



en ik zou je gezicht kunnen missen
en je hals en je handen en je benen
en je borsten en billen en je kont
en, om me moeite te besparen alles afzonderlijk bijlangs te gaan (praeteritio - retorisch middel)
in je geheel zou ik jou, Chloe, kunnen missen 



Slide 10 - Tekstslide

VIII Sabidius

 


Non amo te, Sabidi, nec possum dicere quare:


       hoc tantum possum dicere, non amo te.






chiasme!

Slide 11 - Tekstslide

XI1 


Occurris quotiens, Luperce, nobis,

 2 'Vis [ut] mittam puerum' subinde dicis,

 3 'cui tradas (=ut ei tradas) επιγραμματων libellum,

4 lectum quem tibi protinus remittam?'




Elke keer wanneer je (L) ons (M) tegenkomt, Lupercus, 
‘Wil je (M) dat ik (L) een jongen stuur’ zeg je (L) meteen
Aan wie (J) je overhandigt (M) een boekje van epigrammen
Dat nadat het gelezen is (door L) aan jou (M) ik meteen terug zal sturen (L) ?

Slide 12 - Tekstslide




5 Non est quod puerum, Luperce, vexes.


 6 Longum est, si velit ad Pirum venire,


 7 et scalis habito tribus, sed altis.



Er is geen reden dat je de jongen moeite laat doen / zich in laat spannen Lupercus.

Het is lang/ver, als hij naar de Pereboom wil komen.

En op / aan de top van drie trappen woon ik, ook nog hoge.

Slide 13 - Tekstslide

8 Quod quaeris, propius petas licebit 

9 Argi nempe soles subire Letum: 

 10 contra Caesaris est forum taberna  
       
 11 scriptis postibus hinc et inde totis,

 12  omnis ut cito perlegas poetas: 

  13 illinc me pete. +Nec+ roges Atrectum —
  
 14 hoc nomen dominus gerit tabernae —; 

Wat je zoekt, zul je dichterbij (huis) vinden

Je bent gewoon naar Argiletum te gaan

tegenover het forum van Caesar is een winkel

met deuren helemaal beschreven, hier en daar (voor- en achterkant)
opdat je snel alle dichters kunt vinden/lezen

daar vind je me. Vraag/mocht je naar Atrectus-

deze naam draagt de eigenaar van de winkel-

Slide 14 - Tekstslide




15 de primo dabit alterove nido

 
16 rasum pumice purpuraque cultum


 17 denaris tibi quinque Martialem.


 18 'Tanti non es' ais? Sapis, Luperce



vanaf de eerste plank, of de tweede, zal hij [jou] geven

gladgemaakt door pluimsteen en versierd met purper 
voor vijf denarii aan jou een Martialis. 

Zoveel ben je niet waard, zeg je? Je bent wijs, Lupercus.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

XVIII Pasiphaë



 1 Iunctam Pasiphaen Dictaeo credite tauro;


 2 vidimus, accepit fabula prisca fidem.

 
3 Nec se miretur, Caesar, longaeva vetustas.


 4 Quidquid fama canit, praestat harena tibi.



Wat zie je hier gebeuren?

Waarom wordt de persoon Pasiphaë genoemd? 

Slide 17 - Tekstslide

XII De meester
1 Quid tibi nobiscum est, ludi scelerate magister,
2 invisum pueris virginibusque caput?
 3 Nondum cristati rupere silentia galli:
4 murmure iam saevo verberibusque tonas.

Slide 18 - Tekstslide

PRACHTIG STIJLFIGUUR ALERT!
 invisum pueris virginibusque caput?

Iemand enig idee? 

Slide 19 - Tekstslide

Hyperbaton
  • Een hyperbaton zorgt ervoor dat de nadruk verlegd wordt, legt een zeker 'spanning' op de zin
  • Het door elkaar husselen kan de inhoud van de zin ook benadrukken - is er sprake van verwarring, van ontzet, van veel emotie (waardoor je hapsnap zou gaan spreken?) in de tekst?
  • Het zorgt er ook voor dat een schrijver grammaticale regels kan negeren, dit kan metrisch verrekte van pas komen

Slide 20 - Tekstslide


XII De meester

 1 Quid tibi nobiscum est, ludi scelerate magister,

 2 invisum pueris virginibusque caput?

 3 Nondum cristati rupere silentia galli:

 4 murmure iam saevo verberibusque tonas.


 5 Tam grave percussis incudibus aera resultant,     
 6 causidicum medio cum faber aptat equo:

 7 mitior in magno clamor furit ampfitheatro, 
    8 vincenti parmae cum sua turba favet.

 9 Vicini somnum - non tota nocte - rogamus:

 10 nam vigilare leve est, pervigilare grave est.

 11 discipulos dimitte tuos. Vis, garrule, quantum

 12 accipis ut clames, accipere ut taceas?

Wat is jouw probleem met ons / wat heb je te maken met ons, misdadige schoolmeester, 
[jij] gehaat bij jongens en meisjes persoon?
Nog niet hebben de hanen met een kam de stilte doorbroken:
(of jij dondert...) met wreed gemurmer reeds en met straffen donder je.



Slide 21 - Tekstslide


XII De meester

 1 Quid tibi nobiscum est, ludi scelerate magister,
 2 invisum pueris virginibusque caput?
 3 Nondum cristati rupere silentia galli:
 4 murmure iam saevo verberibusque tonas.

 5 Tam grave percussis incudibus aera resultant,     
 6 causidicum medio cum faber aptat equo:
 7 mitior in magno clamor furit ampfitheatro, 
   8 vincenti parmae cum sua turba favet.

 9 Vicini somnum - non tota nocte - rogamus:
 10 nam vigilare leve est, pervigilare grave est.
 11 discipulos dimitte tuos. Vis, garrule, quantum
 12 accipis ut clames, accipere ut taceas?

Wat is jouw probleem met ons / wat heb je te maken met ons, misdadige schoolmeester, 
[jij] gehaat bij jongens en meisjes persoon?
Nog niet hebben de hanen met een kam de stilte doorbroken:
(of jij dondert...) met wreed gemurmer reeds en met straffen donder je.

Net zo zwaar klinken bronzen [dingen] met neerslaande aambeelden
wanneer smid een advocaat op het midden van een paard telt:
  een milder/zachter lawaai woedt in  een groot  amfitheater
wanneer een menigte  gladiator met zijn klein schild toejuicht terwijl hij overwint 


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide