dichtheid 2 H

dichtheid  2H1
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

dichtheid  2H1

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling dichtheid 2H1 ivm practicum
Doelen:
  • Ik weet wat het begrip dichtheid betekent en kan het uitleggen
  • Ik ken de formule van de dichtheid en kan er mee werken
  • Ik weet hoe je de dichtheid met behulp van een proef kunt bepalen 
  • Ik kan uitleggen waarom het ene voorwerp wél blijft drijven en het andere (gemaakt van hetzelfde materiaal) niet

Slide 2 - Tekstslide


Hoe het begrip dichtheid in je eigen woorden in één zin uitleggen?

Slide 3 - Open vraag


Welke formule gebruik je om de dichtheid te berekenen?

Slide 4 - Open vraag


Gegeven is dat de dichtheid van aluminium 2,7 g/cm3 is. Wat is de massa van een blokje van 8 cm3?

Slide 5 - Open vraag

In welke coupé stap jij in?  
  1. Had je met alle drie of met vraag 2 en 3 moeite , dan volg je de uitleg helemaal
  2. Had je moeite met de rekenopdr (3) dan ga je naar het  digiboek hst 2.4 en oefen je eerst met de flitskaarten, daarna mag je test jezelf maken
  3. Had je alles goed, het lijkt alsof je het begrip dichtheid goed onder de knie hebt. Ontdek of dat klop en reis  vandaag 1e klas:  je mag meteen beginnen aan test jezelf van 2.4  

Slide 6 - Tekstslide

wat weet je over massa en volume

Slide 7 - Tekstslide

massa
  • De grootheid massa (m) zegt iets over de deeltjes waar een  stof/voorwerp uit bestaat.
  • Massa meet je met een weegschaal of balans
  • De eenheid voor massa is de kilogram (kg)



!!Let op: gewicht is iets anders dan massa,
je kunt wel gewichtsloos maar niet massaloos zijn !!

Slide 8 - Tekstslide

volume
  • De grootheid volume (V) zegt iets over hoeveel ruimte een voorwerp inneemt (=inhoud)
  • De eenheid van volume is kubieke meter (m3)of  liter (L
  • Deze kun je voor rechthoekige voorwerpen berekenen
    (Volume = lengte x breedte x hoogte)
  • Voor onregelmatige voorwerpen bepaal je het Volume 
    met de onderdompelmethode
  • 1 m3 = 10 x 10 x 10   = 1000 dm3  en
1000dm31L

Slide 9 - Tekstslide

Onderdompelmethode: volume bepalen onregelmatig voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Dichtheid: waarom niet elke stof even zwaar is
  • dichtheid: het aantal gram van 1 cm³ van een stof
  • verschillende moleculen hebben verschillende massa's
  • dichtheid is dus een stofeigenschap
                 

Slide 11 - Tekstslide

Stofeigenschappen die je kunt vinden in BINAS, tabel 15 en 16.
Bijvoorbeeld de dichtheid van stoffen.
Dichtheid is: de massa per kubieke centimeter.

Slide 12 - Tekstslide

Dichtheid berekenen, wat is invloed temperatuur?
  • moleculen hebben massa maar de tussenruimte in moleculen niet!!
  • hoe dichter moleculen op elkaar zitten des te groter de dichtheid
                                                                                 



  • de dichtheid bereken je met deze formule:
    - massa m meet je in kg (of g)
    - volume V meet je in m3 of cm3
    - dus dichtheid       (rho) heeft de eenheid kg/m3  of g/cm3

                 
ρ
dus als een stof uitzet bij opwarmen of krimpt bij afkoelen dan verandert ook de dichtheid!

Slide 13 - Tekstslide

Waarom drijft ijs op water?

Slide 14 - Open vraag

Zinken, zweven, drijven
  1. zinken: dichtheid voorwerp> dichtheid vloeistof 

  2. zweven: dichtheid voorwerp = dichtheid vloeistof


  3. drijven: dichtheid voorwerp < dichtheid vloeistof

Vissen behouden dezelfde dichtheid van water (1.00 g/cm3) door middel van hun zwemblaas--> ze zweven

Slide 15 - Tekstslide

Dus: Dichtheid berekenen
  • volg het stappenplan hiernaast 
  • zorg dat je de gegevens omrekent
    als dat nodig is voor de gevraagde eenheid
    (bv: 1 kg = 1000 g,                              en                         ) 
  • gebruik deze formule en vul in wat je weet
1000dm31L
1cm31mL

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag: 
begin aan test jezelf 2.4 
  • ben je al klaar? dan heb je geen hw voor maandag
  • heb je test jezelf straks nog niet af, dan maak je dat thuis af als voorbereiding op het practicum van maandag 

  • laatste 5 minuten nog een vraag om te testen of je het snapt

Slide 17 - Tekstslide

Stel je bent een ontwerper van een racewagen. Waar kan dichtheid jou mee helpen als je materialen kiest?

Slide 18 - Open vraag

Dus: 

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit waarom het ene blikje
cola zinkt en het andere drijft

Slide 20 - Open vraag

Als de dichtheid van een stof kleiner is dan de dichtheid van water, dan ...
A
zinkt de stof
B
drijft de stof
C
zweeft de stof
D
lost de stof op

Slide 21 - Quizvraag

Hoe bepaal je de dichtheid van een stof?
dichtheid =
A
massa x volume
B
volume x massa
C
massa : volume
D
volume : massa

Slide 22 - Quizvraag

De dichtheid van de vis is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 23 - Quizvraag

dichtheid = massa / volume
Als een stof uitzet, dan wordt de dichtheid:
A
Groter
B
Kleiner

Slide 24 - Quizvraag

Wat is dichtheid?
A
De hoeveelheid stof per 1 gram
B
De hoeveelheid stof die je weegt
C
De hoeveelheid stof per 1 cm3
D
De hoeveelheid stof die je ziet

Slide 25 - Quizvraag

Dichtheid is een stofeigenschap.
Wat is de dichtheid van water?
A
0,5 g/cm3
B
0,7 g/cm3
C
1,0 g/cm3
D
1,3 g/cm3

Slide 26 - Quizvraag

Wat heeft meer massa (in normale toestand)?
1m3verenof1m3lood
A
De veren hebben de grootste massa.
B
Het lood heeft de grootste massa.
C
Beiden hebben een even grote massa.
D
Weet ik niet.

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de dichtheid van het blokje?
A
2 g/cm3
B
4 g/cm3
C
6 g/cm3
D
8 g/ cm3

Slide 28 - Quizvraag