Les 2 Eiwitten LOchem Borculo

Eiwitten
Doelen
  • Inzicht krijgen in  melk eiwitten ( en extra bij Formula/milkprism/switch)
  • Inzicht krijgen in opbouw eiwitten
  • Functies van eiwitten kunnen benoemen bij product(bereiding)
  • Inzicht in verschillen tussen Caseïne, serumeiwitten en andere eiwitten
  • Gevolgen van afwijkende procesomstandigheden op functionaliteit eiwitten kunnen uitleggen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eiwitten
Doelen
  • Inzicht krijgen in  melk eiwitten ( en extra bij Formula/milkprism/switch)
  • Inzicht krijgen in opbouw eiwitten
  • Functies van eiwitten kunnen benoemen bij product(bereiding)
  • Inzicht in verschillen tussen Caseïne, serumeiwitten en andere eiwitten
  • Gevolgen van afwijkende procesomstandigheden op functionaliteit eiwitten kunnen uitleggen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over (melk)-eiwitten?

Slide 2 - Woordweb

Wat wil je nog weten over eiwitten?

Slide 3 - Open vraag

Opbouw eiwitten
  • Eiwitten bestaan uit Aminozuren
  • 2 aminozuren = een di-peptide,
  • Eiwitten zijn poly-peptiden

Slide 4 - Tekstslide

Aminozuren

Amino = NH2 = enige stikstofbron (N) * 6,25
Zuur = COOH, meestal (iets H+) afstaan
R = restgroep, bepaalt eigenschappen ((a)polair)

Slide 5 - Tekstslide

Zuurgroep
  • De zuurgroep laat een klein aantal H+ ionen los in water.
  • Eiwitten krijgen daardoor een negatieve lading en stoten elkaar af; Gevolg: eiwitten stoten elkaar af en de Ph wordt iets lager dan 7
  • Als extra zuur toevoegen dan nemen de aminozuren weer H+ op
  • Bij iso electrisch punt aminozuur neutraal en vlokt maximaal uit

Slide 6 - Tekstslide

Restgroep kan
  • Lang of kort zijn 
  • Veel (polair) of weinig lading (apolair) bevatten

De restgroep bepaalt sterk de eigenschappen van het eiwit

Slide 7 - Tekstslide

Als de restgroep weinig lading bevat dan is deze
A
Polair en lost goed op in vet
B
A-polair en lost goed op in vet
C
Polair en lost goed op in water
D
A-polair en lost deze goed op in water

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kan het dat de melk bij het verlaten van de uier licht zuur is?
(pH = 6,7)
A
Door de vrije vetzuren
B
Door al aanwezige melkzuurbacteriën
C
Door de eiwitten
D
Door het vet en lactose.

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn algemene (functionele) eigenschappen van eiwitten

Slide 10 - Woordweb

Functionele eigenschappen eiwitten
  • Emulgator (bijvoorbeeld olie in water) 
  • Houdt lucht vast (schuim)
  • Kan water binden
  • Plakt
  • Groot pH bufferend vermogen

Slide 11 - Tekstslide

Denatureren (beschadigen/uitvlokken)
  • Zuur (Lagere pH's)
  • Hoge temperaturen
  • Hoge zout%
  • Sterke mechanische handelingen (mixen)
Aantasting door enzymen (proteasen)

Slide 12 - Tekstslide

Welke verschillende eiwitten gebruikt RFC?

Slide 13 - Open vraag

Eigenschappen Caseïne
  • Colloïdaal (grote molecule) opgelost
  • Hittestabiel
  • Gevoelig voor zuur. Maximale uitvlokking bij pH = 4,6
  • A-polair, moeilijk in water oplosbaar.
  • Langzaam verteerbaar


Slide 14 - Tekstslide

Caseïne = 
perfecte emulgator voor vetrijke producten

Slide 15 - Tekstslide

Eigenschappen serumeiwitten
  • Kleiner dan Caseïne
  • Hydrofiel (sterke watermantel en beter oplosbaar in water)
  • Minder gevoelig voor zuur (vlokt niet uit)
  • Hitte instabiel en geven kooksmaak (WPN index bij Lochem)
  • Snel verteerbaar

Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen hitte-instabiliteit
  • Molecuul kan meer water opnemen
  • Kapotte moleculen geven kooksmaak en anti-oxidante werking)
  • Slaan neer op Caseïne
  • Vervuiling van (verhittings)apparatuur
  • Verdwijnen bacterie remmende werking
  • Maillard reactie met suikers (bruinkleuring)

Slide 17 - Tekstslide

Waar blijven de uitgevlokte serumeiwitten als je melk gaat koken?

Slide 18 - Woordweb

Soms is maillard reactie gewenst
  • Kooksmaak kan soms "visolie" smaak maskeren (T2)
  • Iets donkere kleur aan product (bijv. koffiemelk in cups)



Slide 19 - Tekstslide

Eiwitten
Doelen
  • Inzicht krijgen in  melk eiwitten ( en extra bij Formula) 
  • Inzicht krijgen in opbouw eiwitten
  • Functies van eiwitten kunnen benoemen bij product(bereiding)
  • Inzicht in verschillen tussen Caseïne, serumeiwitten 
  • Gevolgen van afwijkende procesomstandigheden op functionaliteit eiwitten kunnen uitleggen

Slide 20 - Tekstslide