2. Beenderen

Beenderen

Open alvast je digiboek en ga met je telefoon naar de
LESSONUP.APP
zodat je er helemaal klaar voor bent.


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beenderen

Open alvast je digiboek en ga met je telefoon naar de
LESSONUP.APP
zodat je er helemaal klaar voor bent.


Slide 1 - Tekstslide


Wat maakt botten soepel en wat maakt botten stijf?

Op deze vragen ga je antwoord geven in deze opdracht.

Slide 2 - Tekstslide




Na deze opdracht kun je:

  • benoemen waar bot uit bestaat.
  • aangeven waarvoor kalkstof en lijmstof belangrijk zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk het filmpje


Je geraamte moet wel tegen een stootje kunnen en dus stevig zijn.
De botten zijn daarom erg hard en heel erg sterk.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Proefjes
onbehandeld bot:
sterk

Zoutzuur: kalk verdwenen; buigt
Verbrand: lijmstof verdwenen; breekt 

Slide 6 - Tekstslide

Bot / Been

Je geraamte moet wel tegen een stootje kunnen en dus stevig zijn.
De botten zijn daarom erg hard en heel erg sterk.



Slide 7 - Tekstslide

Botten
Botten bestaan uit beencellen, kalk en lijmstof

Kalk is stevig maar breekt snel.

Lijmstof is soepel maar niet zo stevig.


Slide 8 - Tekstslide

Kalk en lijmstof zorgen samen voor een stabiel skelet, zodat het lichaam zijn vorm behoudt.
Het binnenste van een bot is zacht. Dit noemen we het beenmerg.
In het beenmerg worden bloedcellen gemaakt voor het lichaam.

Slide 9 - Tekstslide

Kraakbeen
Op plaatsen waar je lichaam stevig is en soepel, zit kraakbeen. Het zit bijvoorbeeld in je neus, je oorschelpen en tussen je ribben.
Je neus kun je heen en weer bewegen.
Omdat er kraakbeen tussen de wervels van je wervelkolom zit, kun je rug buigen en strekken.
Als botten beweeglijk met elkaar verbonden zijn, zit daar ook een laagje kraakbeen.

Slide 10 - Tekstslide


Been bestaat uit beencellen, kalk
en ?.


A
lijmstof
B
kraakbeen

Slide 11 - Quizvraag

Waaruit bestaat hard bot?


A
been
B
kraakbeen
C
kalk

Slide 12 - Quizvraag

Wat is van kalk gemaakt?


A
stoepkrijt
B
waspoeder
C
gum

Slide 13 - Quizvraag

Welke twee eigenschappen passen bij lijmstof?


A
broos
B
soepel
C
terugverend

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een zacht bot bij een volwassene?


A
oorschelp
B
staartbeentje
C
borstbeen

Slide 15 - Quizvraag

Welke twee stoffen zorgen samen voor een stevig skelet?


A
beencellen
B
lijmstof
C
kalk

Slide 16 - Quizvraag



Maak de oefening (woorden naar de juiste plek slepen) in je digiboek.
Maak een print (knipprogramma) of foto van de ingevulde opdracht en plak die op de  of volgende bladzijde

Slide 17 - Tekstslide

invuloefening stap 2

Slide 18 - Open vraag

In de botten van oudere
mensen zit...?
A
Veel lijmstof
B
Veel kalk
C
Weinig lijmstof
D
Weinig kalk

Slide 19 - Quizvraag

Zit er in botten van oude mensen meer kalk of meer lijmstof?
A
Kalk
B
Lijmstof

Slide 20 - Quizvraag

Zit er in de botten van baby's meer kalk?
A
Ja, meer kalk
B
Nee, meer lijmstof

Slide 21 - Quizvraag

De botten van kinderen zijn...?
A
Buigzaam
B
Hard

Slide 22 - Quizvraag

De botten van baby's zijn namelijk erg buigzaam en bestaat voor het grootste deel uit kraakbeen.
Kraakbeen is stevig, maar toch buigzaam.
Bij het ouder worden bestaat been steeds minder uit lijmstof en steeds meer uit kalk. De botten worden daardoor steeds minder buigzaam en breken dan een stuk makkelijker.

Slide 23 - Tekstslide


A
blauw = lijmstof rood=kalk
B
blauw = kalk rood = lijmstof

Slide 24 - Quizvraag

Waaruit bestaan botten?
A
Lijmstof
B
Kalk en beencellen
C
Kraakbeen
D
Kalk , beencellen en lijmstof

Slide 25 - Quizvraag

Noem 4 plekken waar je kraakbeen vindt.

Slide 26 - Open vraag

Tussen welke botten zit kraakbeen waardoor je voorover kunt buigen?

Slide 27 - Open vraag

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Kalk
C
Lijmstof
D
Beencellen

Slide 28 - Quizvraag