2.2 Voortplantingsstelsel van de vrouw

Leerdoelen
  • Je kunt de inwendige onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel benoemen + functie
  • Je weet hoe ovulatie/eisprong in zijn werk gaat
  • Je kunt de uitwendige onderdelen van het vrouwelijk voorplantingsstelsel benoemen
  • Je weet wat het maagdenvlies is 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kunt de inwendige onderdelen van het vrouwelijk voortplantingsstelsel benoemen + functie
  • Je weet hoe ovulatie/eisprong in zijn werk gaat
  • Je kunt de uitwendige onderdelen van het vrouwelijk voorplantingsstelsel benoemen
  • Je weet wat het maagdenvlies is 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel vrouw

Slide 3 - Tekstslide

Als een vrouw menstrueert, waar komt dan het bloed uit?

A
in deel 1
B
in deel 2
C
in deel 3
D
in deel 4

Slide 4 - Quizvraag

voortplantingsstelsel vrouw
Eisprong/ovulatie: gemiddeld 1 keer in de 4 weken komt een eicel vrij uit de eierstok (blijft onbevrucht 12 tot 24 uur leven)


Slide 5 - Tekstslide

Waarin vindt de ontwikkeling van het embryo plaats?
A
Eileiders
B
Trechter
C
Vagina
D
Baarmoeder

Slide 6 - Quizvraag

voortplantingsstelsel vrouw

Slide 7 - Tekstslide

follikel

  • Eicellen zijn al bij de geboorte aanwezig in rust
  • Follikels kunnen rijpen in de puberteit
  • De eicel zit in de follikel

Slide 8 - Tekstslide

Hoe noem je een lege follikel?
A
Lege follikel
B
Geel lichaam
C
Eicel
D
Met vocht gevulde holte

Slide 9 - Quizvraag

Rijpende follikel

Slide 10 - Tekstslide

Kunnen eicellen zichzelf voortbewegen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Eileider
Eisprong
Eierstok
Eicel
Follikel 

Slide 12 - Sleepvraag

Het blaasje waarin de eicel rijpt heet...
A
Folikkel
B
Follicel
C
Follikel
D
Folikel

Slide 13 - Quizvraag

Zit er een eicel in een follikel?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

De opgezogen zaadcellen worden in een laboratorium gebruikt voor de bevruchting van eicellen. Dit wordt reageerbuisbevruchting of IVF genoemd. Uit bevruchte eicellen ontstaan embryo’s waarvan er één of twee in het voortplantingsstelsel van de vrouw gebracht worden.
Hoe heet het deel van het voortplantingsstelsel waar embryo’s dan ingebracht worden?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Vagina
D
Eierstok

Slide 15 - Quizvraag

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Inge zegt: "Doordat het follikel veel vocht opneemt, komt na het openbarsten van het follikel de eicel vrij."
Heeft Inge gelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Eicellen bevatten:
A
Veel reservevoedsel
B
Weinig reservevoedsel
C
Geen reservevoedsel

Slide 18 - Quizvraag

Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?
A
Grote schaamlippen
B
Vagina
C
Kleine schaamlippen
D
Clitoris

Slide 19 - Quizvraag


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 20 - Quizvraag

Vragen?
Ga alvast aan de slag met je huiswerk voor dinsdag!

Slide 21 - Tekstslide