h2b week 49

Je ziet hier een
A
Bb
B
B#
C
A#
D
As
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Je ziet hier een
A
Bb
B
B#
C
A#
D
As

Slide 1 - Quizvraag

Tweede stem: Een tweede stem klinkt op een andere toonhoogte, maar beweegt precies tegelijkertijd met de hoofdmelodie. Als er op tekst gezongen wordt, worden tegelijkertijd dezelfde woorden gezongen.






Tegenmelodie: Je hoort een tegenmelodie op hetzelfde moment als de hoofdmelodie, maar het klinkt compleet anders. De tegenmelodie begint bijvoorbeeld later dan de hoofdmelodie en klinkt veel hoger.



You have 30 seconds to remember this :) 
timer
0:30

Slide 2 - Tekstslide

Wat stelt deze afbeelding grafisch voor?
A
Een tweede stem
B
Een tegenmelodie

Slide 3 - Quizvraag

In het liedje hoor je een
A
Tegenmelodie
B
Tweede stem

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een refrein?
A
Zelfde tekst, Zelfde melodie
B
Komt een keer voor
C
Zelfde tekst, andere melodie
D
Een instrumentaal stuk

Slide 5 - Quizvraag

Listen to the next song
Je hebt 30 seconden om de definities uit je hoofd te leren:


- Crescendo (harder) - Decrescendo (zachter)
- Accelerando (sneller) - Ritenuto (langzamer)

timer
0:30

Slide 6 - Tekstslide


Beantwoord na het liedje welke definities die je net geleerd hebt van toepassing zijn op dit liedje. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat heb je gehoord?
A
Crescendo & Ritenuto
B
Decrescendo & Ritenuto
C
Crescendo & Accelerando
D
Decrescendo & Accelerando

Slide 9 - Quizvraag

Op het moment van de 'drop' gaat het publiek los en speelt de bass drum op elke tel. Hoe noem je zo'n beat?
A
Four on the floor
B
Five on the floor
C
Afterbeat on the floor
D
Afterbeat

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer een voorteken helemaal aan het begin van een muziekstuk, direct na de G-sleutel, genoteerd staat geldt het voor het hele muziekstuk. In dit geval wordt elke Bes een B. 

Slide 11 - Tekstslide







When an accidental has been written in a bar, it only lasts until the next bar.
Wanneer een voorteken direct voor een noot 
opgeschreven wordt, geldt het alleen maar voor die maat. 
Dat noem je een toevallig voorteken. 
C#
C

Slide 12 - Tekstslide

Welke noten speel je hier?
A
F# F G F
B
F F# G F
C
F F# G F#

Slide 13 - Quizvraag

Welke noten speel je hier?
A
Bb A B C
B
B A Bb C
C
Bb A Bb C

Slide 14 - Quizvraag

De piano is een snaarinstrument. Door toetsen in te drukken slaan hamers tegen de snaren aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Een synthesizer is een elektronisch toetsinstrument
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Frets zijn 'strips' op de hals van de gitaar. Hierdoor kan je zien waar je de noot kunt spelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag


A
Het boogje tussen de twee noten is een legatoboog
B
Het boogje tussen de twee noten is een verbindingsboog

Slide 18 - Quizvraag